De bestreden reclame-uiting
Het betreft productinformatie over de grafische adapter Sapphire TOXIC HD 5850 op de website www.azerty.nl. Er staat onder meer:
‘Verwachte levertijd
2-3 werkdagen, op voorraad bij leverancier’.
De klacht
Op de website wordt ten onrechte de suggestie gewekt dat de Sapphire TOXIC HD 5850 door adverteerder kan worden geleverd binnen 2 tot 3 dagen. Het feit dat een product leverbaar is bij de leverancier zegt echter niets over de voorraadstatus van adverteerder. Klager is namelijk gebleken dat adverteerder zijn bestelling niet kan leveren door toedoen van de leverancier. Desondanks wordt de gewraakte informatie niet verwijderd van de website. Klager meent dat adverteerder zijn verantwoordelijkheid voor levering afschuift op de leverancier en dat adverteerder bewust en onder valse voorwendselen niet wil leveren aan klanten. Klager vindt de gewraakte uiting dan ook misleidend.
Het verweer
De Commissie vat het verweer als volgt samen. Op de website wordt een aantal leveringsindicatoren genoemd, te weten ‘op voorraad’ (het product ligt fysiek in het eigen magazijn), ‘2-3 werkdagen’ (het product ligt op voorraad bij de toeleverancier) en ‘meer dan 10 werkdagen’ (het product moet vanaf de fabrikant komen). Op de website wordt verder gesproken over ‘verwachte levertijd’ en dus niet over een ‘gegarandeerde levertijd’. Klager heeft onder meer een videokaart besteld met een verwachte levertijd van ‘2-3 werkdagen’. Tijdens de laatste update heeft de leverancier meegedeeld dat het product op voorraad was. Echter, op het moment dat adverteerder de kaart bestelde bij de leverancier, had deze de laatste kaart reeds verkocht. De levertijd van de kaart is toen geïndiceerd op ‘meer dan 10 werkdagen’. Adverteerder heeft klager per e-mail meegedeeld dat de levertijd nog circa twee weken bedroeg en op verzoek van klager is een aantal leverbare alternatieven voorgesteld. In mei is nogmaals contact geweest over de levertijd van de kaart. Adverteerder spreekt van overmacht omdat levering nog steeds is uitgebleven wegens problemen bij het productieproces van de fabrikant. Rond 18 mei is dit probleem verholpen en op 20 mei, precies binnen 30 werkdagen, is de order van klager afgehandeld. De door klager bestelde videokaart was dus wel degelijk, echter na bestelling tijdelijk slecht, leverbaar. Adverteerder heeft dit op de website gecommuniceerd door de verwachte levertijd te indiceren op meer dan 10 werkdagen. Doordat de videokaart vanaf 18 mei weer goed leverbaar was, heeft adverteerder geen aanleiding gezien om het product van de website te verwijderen. Adverteerder meent met zijn verweer de klacht te hebben weerlegd.
De repliek
De Commissie vat de repliek als volgt samen. Klager handhaaft zijn standpunt. Hij stelt dat nog steeds op de website wordt geadverteerd met levertijden van ‘2-3 werkdagen’ die, zo klager is gebleken, niet op zijn bestelling betrekking hebben, gelet op de uiteindelijke leverdatum ervan.
Het oordeel van de Commissie
1) De verwachte levertijd van de grafische adapter bedraagt volgens de website ‘2-3 dagen, op voorraad bij leverancier’. De gemiddelde consument zal deze mededeling aldus begrijpen dat hij/zij binnen twee tot drie dagen de bestelling zal ontvangen, omdat deze op voorraad is bij de leverancier. Gebleken is dat adverteerder niet binnen deze termijn kon leveren hoewel voornoemde informatie ten tijde van klagers bestelling op de website werd vermeld. De Commissie is van oordeel dat adverteerder hierdoor onjuiste informatie heeft verstrekt over de geschatte levertijd. Adverteerder kan zijn verantwoordelijkheid voor het halen van zijn leveringstermijn niet afschuiven op zijn leverancier, omdat een adverteerder zelf verantwoordelijk is voor de uitingen die hij op zijn website plaatst.
2) Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over een van de voornaamste kenmerken van het product, te weten de levering, als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.