De bestreden uiting
Het betreft de reclamefolder van Lidl geldig van 24 t/m 30 januari 2022 voor zover daar een Krups volautomaat espressomachine type EA810B wordt aangeboden. In de uiting staat, voor zover hier van belang:
“ACTIERAMMER tot 77% korting
(..)
Krups Volautomaat espressomachine
(..)
Adviesprijs € 729,99
PER STUK
299,-”
De samenvatting van de klacht
Volgens klager wordt door adverteerder een overdreven voordeel voorgewend om consumenten het gevoel te geven dat de aangeboden espressomachine een buitenkansje is. Het daadwerkelijke voordeel bedraagt volgens klager minder dan 25% van het voorgewende voordeel, en zelfs nog minder als vergeleken wordt met andere aanbieders in Nederland. Klager heeft daartoe een pagina van de (vergelijkings)website tweakers.net overgelegd, waaruit blijkt dat de prijs bij andere aanbieders nooit hoger dan € 409,99 is geweest. Op de eigen website van Krups wordt een consumentenadviesprijs van € 389,99 genoemd. Adverteerder claimt een voordeel dat ruim vier keer zo hoog is als daadwerkelijk het geval is.
De samenvatting van het verweer
In de uiting is type EA810B genoemd en afgebeeld, terwijl dit type EA815 had moeten zijn. Dit geldt voor alle genoemde specificaties en de door de fabrikant aanbevolen adviesprijs heeft ook betrekking op type EA815. Inmiddels heeft adverteerder maatregelen getroffen om te voorkomen dat zij abusievelijk het verkeerde type espressomachine noemt in haar reclame-uitingen.
De geadverteerde adviesprijs is de adviesprijs van de fabrikant en niet afkomstig van een branchecommissie en betreft ook geen door adverteerder zelf vastgestelde prijs, hetgeen adverteerder expliciet in de reclame-uiting heeft vermeld.
Volgens adverteerder is er ook geen sprake van een onjuist prijsvoordeel, zoals klager stelt, omdat dit klachtonderdeel uitgaat van het verkeerde type en er daarom volgens adverteerder sprake is van een onjuiste vergelijking. Tot slot maakt klager volgens adverteerder een verkeerde vergelijking door de reclame-uiting te vergelijken met verkoopprijzen van andere aanbieders, terwijl adverteerder in de uiting gebruik maakt van een door de fabrikant vastgestelde adviesprijs.
Het oordeel van de voorzitter
1) Klager maakt bezwaar tegen de reclame-uiting omdat adverteerder hiermee consumenten een overdreven prijsvoordeel zou voorhouden, terwijl het daadwerkelijke voordeel volgens hem in werkelijkheid 25% minder is dan voorgewende voordeel, en nog minder ten opzichte van andere aanbieders in Nederland.
2) Adverteerder heeft daar tegen ingebracht dat zij per abuis een ander type heeft afgebeeld en genoemd waardoor het prijsvoordeel slaat op het niet-afgebeelde type. De onjuiste afbeelding brengt mee dat de uiting door de foute weergave onbegrijpelijk is voor de consument. Adverteerder blijkt immers een ander apparaat aan te bieden dan in de uiting wordt getoond, waardoor ook de prijsinformatie verwarrend is. Adverteerder heeft aldus in strijd met de eisen van professionele toewijding gehandeld. Deze eisen brengen (onder meer) mee dat voldoende zorgvuldigheid dient te worden betracht bij de beschrijving en afbeelding van een actieproduct teneinde verwarring bij de gemiddelde consument en verstoring van diens economische gedrag te voorkomen. De voorzitter oordeelt dat adverteerder door het voorgaande heeft gehandeld in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
3) De voorzitter neemt nota van de mededeling dat adverteerder inmiddels maatregelen getroffen om te voorkomen dat zij nogmaals het verkeerde type espressomachine noemt in haar reclame-uitingen.
4) Naast het plaatsen van de verkeerde afbeelding heeft adverteerder onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het bedrag van € 729,99 de adviesprijs, oftewel de prijs die de fabrikant adviseert, ziet op het ander type espressomachine, waardoor sprake is van onduidelijke informatie over de prijs. In zoverre acht de voorzitter de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk en in strijd met artikel 8.2 sub d van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Nu de gemiddelde consument er gelet op bovenstaande bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting ook op dit punt misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De voorzitter oordeelt dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan, om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.