De bestreden reclame-uiting
Het betreft een commerciële bijlage van adverteerder bij de Telegraaf van 16 februari 2018. In deze bijlage wordt in verband met de “Ford Mondeo Hybride” onder meer op pagina 14 vermeld dat de auto “schoon” is. Op pagina 15 staat onder het kopje “Een laag verbruik”:
“Doordat de elektromotor de benzinemotor assisteert, is het brandstofverbruik aantrekkelijk laag: gemiddeld slechts 4,0 liter per 100 kilometer. Bij zo’n bescheiden dorst hoort ook een beperkte CO2-uitstoot, van 89 (Titanium) tot 92 gram (Vignale) per kilometer”.
De klacht
Klager stelt dat in de uiting door de mededelingen: “schoon” respectievelijk “Een laag verbruik”, “bescheiden dorst” en “beperkte CO2-uitstoot” milieuclaims worden gemaakt als bedoeld in artikel 3 CVP.
De reactie van adverteerder
In plaats van het gebruik van reclametermen heeft adverteerder gekozen voor een journalistieke, prettig leesbare schrijfstijl. Adverteerder is het met klager eens dat onvoldoende rekening is gehouden met de richtlijnen van de Reclame Code Commissie. Adverteerder zegt toe ervoor te zullen zorgen dat dit zich niet meer zal herhalen.
Het oordeel van de voorzitter
Ingevolge hetgeen aan partijen is meegedeeld, zal de voorzitter de beoordeling van het geschil beperken tot de vraag of de uiting in overeenstemming is met artikel 3 CVP.
De voorzitter acht, vanwege het gebruik van de kwalificatie “schoon”, de uiting in strijd met artikel 3 CVP. Ingevolge deze bepaling dient het gebruik van termen waarmee de auto wordt aangeprezen als een milieuvriendelijk product, waartoe de claim ‘schoon’ gerekend dient te worden, te worden vermeden.
Voorts oordeelt de voorzitter dat de mededeling “een beperkte CO2-uitstoot” eveneens een in reclame voor personenauto’s te vermijden milieuclaim betreft. De mededeling dat de auto weinig van het schadelijk te achten CO2 uitstoot, impliceert immers onvermijdelijk dat de auto relatief milieuvriendelijk is. Ook in zoverre acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met artikel 3 CVP.
Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af. De mededelingen dat de auto een “laag verbruik” en een “bescheiden dorst” heeft, dienen ter illustratie bij het in hetzelfde kader genoemde verbruik van de auto. Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument de hier bedoelde mededelingen aldus uitleggen dat de auto een voordeel biedt in de vorm van een besparing op brandstofkosten. Het betreft mededelingen over de prestaties van de auto die verder niet of onvoldoende rechtstreeks naar het milieu verwijzen, zodat zij niet onder de reikwijdte van het verbod van artikel 3 CVP vallen.
Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen. Gelet hierop zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te oordelen als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame uiting in strijd met het bepaalde in artikel 3 CVP voor zover in de uiting op pagina 14 een auto wordt aangeprezen als “schoon” en op pagina 15 wordt meegedeeld: “een beperkte CO2-uitstoot”.
Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.