Het College van Beroep [11 februari 2020]
De bestreden uiting, de inleidende klacht en de beslissing van de Commissie
De klacht betreft een televisiecommercial voor zuivelproducten van het merk Campina waarin wordt gezegd: “Veel producten van Campina hebben nu het PlanetProof keurmerk. Deze worden gemaakt met extra aandacht voor koe, natuur en klimaat.” Daarbij verschijnt het logo van het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk in beeld. Daarna wordt gezegd: ”Zo maak je de duurzamere keuze in de supermarkt.”
De inleidende klacht komt in essentie erop neer dat in de reclame-uiting een milieuclaim wordt gebruikt waarvan de juistheid niet is aangetoond, waardoor de uiting in strijd is met artikel 3 Milieu Reclame Code (MRC). Dit wordt als volgt onderbouwd. Niet duidelijk is aan welke eisen de melkveehouder moet voldoen om de claims ‘On the way to PlanetProof’ en ‘extra aandacht voor het klimaat’ te mogen maken. Binnen het huidige systeem van de veehouderij kan de broeikasgasuitstoot niet zodanig worden verminderd dat de veehouderij klimaatneutraal wordt en dat de lange termijn doelen van het klimaatakkoord van Parijs worden gehaald. Op de website van FrieslandCampina worden wel de maatregelen van haar melkveehouders voor het klimaat genoemd, maar wordt niet duidelijk gemaakt welk effect de in de uiting bedoelde maatregelen hebben op de vermindering van de broeikasgasuitstoot van de melkveestapel. Koeien zijn niet klimaatneutraal. Bovendien wordt niet duidelijk gemaakt waaruit het ‘extra’ bestaat in de claim ‘extra aandacht voor het klimaat’. Appellante wijst op een mogelijke ’trade-off’ tussen dierenwelzijn en klimaat, in die zin dat een positieve maatregel op het ene gebied een negatief effect op het andere gebied kan hebben. Nu FrieslandCampina geen cijfers of percentages over de effecten van haar maatregelen voor het klimaat noemt, kan de consument niet beoordelen welke waarde hij moet hechten aan de mededeling ‘On the way to Planet-Proof’ in relatie tot ‘extra aandacht voor het klimaat’.
De Commissie heeft de klacht om de volgende redenen afgewezen. Aan de melkproducten van Campina die in de commercial worden getoond, is het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk toegekend. Uit de woorden “on the way to” in de naam van het keurmerk en uit de zinsnede “extra aandacht voor het klimaat” spreekt naar het oordeel van de Commissie voldoende duidelijk een streven om de impact van de Campina melkproducten op (onder andere) het klimaat te verminderen door de extra (klimaat)maatregelen die melkveehouders van Campina onder het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’ moeten treffen in vergelijking met melkveehouders die niet voor de certificering in aanmerking (kunnen) komen. De Commissie acht het voldoende aannemelijk dat de gecertificeerde melkveehouders extra inspanningen voor het klimaat (moeten) leveren en dat dit onder meer leidt tot (enige) vermindering van de CO2-uitstoot. Dat FrieslandCampina aldus met haar Campina melkproducten streeft naar het leveren van een bijdrage aan verbetering van het klimaat, leidt tot het oordeel dat de aanprijzing van de producten met het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk en met “extra aandacht voor het klimaat” niet als een onjuiste milieuclaim moet worden aangemerkt.
De grieven
Deze worden als volgt weergegeven.
De koemelkproductie van FrieslandCampina onder het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk zal nooit leiden tot een volledig ‘PlanetProof’ product. De inzet van groene stroom is het voornaamste klimaatvereiste van het keurmerk, maar het stroomverbruik voor de melkproductie is een klein onderdeel van de CO2-uitstoot. De melkveestapel van FrieslandCampina stoot 46% meer CO2 uit dan de grootste Nederlandse kolencentrale. FrieslandCampina verzwijgt hoeveel CO2-reductie met het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk wordt bereikt.
Het keurmerk vereist een CO2-uitstoot van 1.200 gram standaard en 1.100 gram topniveau. 1.200 gram is echter het gemiddelde van de Nederlandse veehouders. 600 melkveehouders voldeden al aan het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk’ voordat het er was. Het keurmerk is aangepast aan deze melkveehouders in plaats van andersom. Dit betekent dat het keurmerk geen effect op de CO2-uitstoot heeft. Een hogere melkproductie leidt daarbij weliswaar tot een lagere CO2-uitstoot, maar is niet toereikend. Meer melk van een koe betekent daarbij minder vlees van een koe. Een niveau van 1.100 gram, de laagst mogelijke CO2-uitstoot die per kilo melk bereikt kan worden, is volgens deskundigen niet genoeg om de melkproductie binnen de planetaire grenzen te laten vallen. Daarvoor is reductie van de veestapel onvermijdelijk. Diverse bronnen wijzen op de noodzaak van minder koeien houden. Zonder die maatregel claimt FrieslandCampina ten onrechte dat zij ooit PlanetProof zal worden. FrieslandCampina laat na te communiceren dat zij zonder die maatregel nooit volledig binnen de planetaire grenzen zal vallen waardoor essentiële nuanceringen voor de consument ontbreken.
De melkveehouderij is de grootste bron van stikstof in de vorm van ammoniak en draagt hiermee van alle sectoren het meeste bij aan de huidige stikstofcrisis. FrieslandCampina schrapte onlangs een stikstofreductieplan. Dit illustreert dat zij erg ver verwijderd is van een PlanetProof product. De consument zal het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk zo opvatten dat FrieslandCampina’s huidige koemelkproductie grotendeels past of zal passen binnen de planetaire grenzen, maar niets is minder waar. Kleine stapjes vooruit kunnen geen rechtvaardiging zijn voor grote beloften, zoals blijkt uit de beslissingen in de dossiers met de nummers 2019/00209 en 2017/00765. De extra aandacht voor het klimaat is niets anders dan het opschroeven van de productie per koe.
Het antwoord in appel
Het standpunt van FrieslandCampina strekt tot bevestiging van de beslissing van de Commissie. Op hetgeen FrieslandCampina stelt, zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
De mondelinge behandeling
Appellante heeft haar standpunt toegelicht, bijgestaan door de aan haar zijde verschenen deskundigen. Hierbij is het volgende meegedeeld. Het is misleidend dat in de televisiecommercial ‘PlanetProof’ wordt gezegd in plaats van ‘On the way to PlanetProof’. De suggestie ‘PlanetProof’ is onjuist maar ook ‘On the way to PlanetProof’ is discutabel. De criteria waaraan ten aanzien van de CO2-uitstoot moet worden voldaan, worden nu al door bijna de helft van de sector gehaald en zijn in feite het gemiddelde van de sector. Sommige criteria van het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk, zoals weidegang, zijn zelfs minder streng dan waaraan de sector nu al voldoet. Klimaatneutraal produceren is niet genoeg om klimaatverandering te stoppen. Het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk draagt bij aan een beter klimaat, maar slechts in zo geringe mate dat de consument wordt misleid. Het is opmerkelijk dat FrieslandCampina, dat ook biologische melk produceert, juist de niet-biologische melk aanprijst door middel van een milieukeurmerk.
Hierna heeft FrieslandCampina haar standpunt doen toelichten mede aan de hand van een overgelegde pleitnota. In aanvulling daarop is namens haar het volgende verklaard. Iedere melkveehouder die melk onder het keurmerk levert, zal op alle thema’s van het keurmerk bij de beste helft dienen te horen en op sommige punten tot de 20% besten. Slechts 10% van de melkveehouders is in staat aan de eisen van het keurmerk te voldoen. Ook van de biologische veehouders kan slechts 10% aan het keurmerk voldoen vanwege de CO2-eisen van het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk. In het keurmerk staan veel eisen die met elkaar samenhangen. Hierop wordt door Stichting Milieu Keur toezicht gehouden. Het doel van het keurmerk is om in 2050 ‘PlanetProof’ te zijn. FrieslandCampina acht het mogelijk dit doel te halen met melk. De criteria van het keurmerk worden in 2021 aangescherpt.
Het oordeel van het College
1. In de bewuste televisiecommercial wordt gezegd dat veel producten van Campina het “PlanetProof-keurmerk” hebben. Appellante stelt terecht dat dit op zichzelf genomen geen juiste aanduiding van dat keurmerk is, nu het gaat om het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk. De woorden ‘On the way’ zijn daarbij essentieel te achten, nu de producten die dit keurmerk dragen nog niet als ‘PlanetProof’ (passend binnen de planetaire grenzen) kunnen worden beschouwd. Het keurmerk is, blijkens de website waarnaar in de klacht wordt verwezen, bedoeld om voor de consument kenbaar te maken dat men een product koopt dat duurzamer is geproduceerd en dat daardoor beter is voor natuur, milieu, klimaat en dier. Het keurmerk drukt hierbij een veranderproces uit en niet een eindsituatie. Dat in de televisiecommercial desondanks ‘PlanetProof’ wordt gezegd, geeft in dit specifieke geval geen aanleiding om de uiting onjuist of misleidend te achten. Tegelijkertijd is immers het volledige ‘On the way to PlanetProof’-logo in beeld dat later nog eens afzonderlijk en zeer prominent in beeld wordt herhaald. Daardoor zal het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk zal zijn dat het in de televisiecommercial gaat om het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk en niet om de afzonderlijke claim ‘PlanetProof’.
2. Niet in geschil is dat FrieslandCampina mag stellen dat veel Campina producten het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk hebben. Het betreft een milieukeurmerk als bedoeld in artikel 7 MRC. Het keurmerk is ontwikkeld door Stichting Milieukeur. FrieslandCampina stelt dat onafhankelijke certificatie-instellingen toetsen of producten voldoen aan de criteria van het keurmerk. Voor zover appellante en de door haar aangedragen deskundigen bezwaar maken tegen de voor het keurmerk opgestelde criteria, gaat het College aan die bezwaren voorbij. Het is niet aan het College om de eisen van het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk inhoudelijk te toetsen. Wel kan, op grond van hetgeen appellante aanvoert en voor zover in beroep van belang, worden getoetst of FrieslandCampina onder verwijzing naar dit keurmerk kan zeggen dat haar producten die het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk dragen met extra aandacht voor het ‘klimaat’ zijn geproduceerd. Appellante heeft de klacht daarbij met name op de criteria voor CO2-uitstoot toegespitst.
3. Het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk stelt de volgende eisen op het gebied van de CO2-uitstoot. De basisnorm is maximaal 1.200 gram en het topniveau is 1.100 gram “eq/kg melk”. Appellante stelt dat veel melkveehouders al aan de basisnorm voldeden voordat het keurmerk van kracht werd. FrieslandCampina heeft dit betwist. Daarbij stelt zij dat in 2017 de CO2-uitstoot eq/kg melk landelijk gemiddeld 1.300 gram bedroeg. Uitgaande van dit gegeven, dat voldoende door FrieslandCampina is onderbouwd, stelt het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk voor de CO2-uitstoot een basisnorm die strenger is dan de gemiddelde CO2-uitstoot in 2017. In dat opzicht is het gaan voldoen aan de eisen van het keurmerk door FrieslandCampina melkveehouders na 2017 te beschouwen als extra aandacht voor klimaat, nu kan worden gezegd dat het klimaat hiervan heeft geprofiteerd. Dat volgens appellante inmiddels melkveehouders in het algemeen aan de basisnorm zijn gaan voldoen en volgens haar een CO2-uitstoot van 1.200 gram nu het gemiddelde van de Nederlandse veehouders is, geeft op dit moment onvoldoende aanleiding om over het voorgaande anders te oordelen. De eisen van het keurmerk gaan op dit punt bovendien verder dan het enkele stellen van een maximale norm voor de CO2-uitstoot, immers voorzien tevens in de verplichting om gebruik te maken van groene stroom. Niet gesteld of gebleken is dat het keurmerk op dit laatste punt inmiddels overbodige eisen stelt.
4. Het feit dat veel producten van Campina het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk mogen dragen omdat zij aan de normen van het keurmerk met betrekking tot onder meer de CO2-uitstoot voldoen, rechtvaardigt dat FrieslandCampina die producten onder verwijzing naar het keurmerk aanprijst met de woorden dat zij “met extra aandacht voor het klimaat zijn gemaakt”. Dit wordt blijkens het voorgaande voldoende waargemaakt. De mededeling dat de Campina producten onder het keurmerk met extra aandacht voor het klimaat worden gemaakt, schept bij de gemiddelde consument verder geen specifieke verwachtingen over de mate waarin de CO2-uitstoot wordt verlaagd ten opzichte van melk die niet het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk mag dragen. Overigens heeft FrieslandCampina gesteld dat de criteria van het keurmerk in 2021 ook op dit punt zullen worden aangescherpt.
5. Het College beslist op grond van het voorgaande als volgt.
De beslissing van het College van Beroep
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie [15 oktober 2019]
De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial voor melkproducten van het merk Campina. In de commercial komen een pak magere yoghurt, een pak halfvolle melk en een pak karnemelk van Campina in beeld. Daarbij zegt de voice-over: “Veel producten van Campina hebben nu het PlanetProof keurmerk. Deze worden gemaakt met extra aandacht voor koe, natuur en klimaat.” Als het logo van het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’ in beeld verschijnt, wordt gezegd :”Zo maak je een duurzamere keuze in de supermarkt.”
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Campina maakt reclame met het ‘On the way to PlanetProof’ keurmerk en zegt “extra aandacht voor het klimaat” te hebben. Dit is een milieuclaim, waarvan Campina op grond van artikel 3 van de Milieu Reclame Code moet aantonen dat deze juist is. Dat doet Campina niet, aldus klaagster, en zij licht dit als volgt toe. Op de website planetproof.nl wordt weinig duidelijk gemaakt over de eisen waaraan de melkveehouder moet voldoen om de claims ‘On the way to PlanetProof’ en ‘extra aandacht voor het klimaat’ waar te maken. In het certificeringsschema voor het keurmerk wordt alleen vermeld dat de uitstoot van broeikasgassen op een bepaald niveau moet liggen en dat de melkveehouder groene stroom moet hebben. Het vermelde niveau van de broeikasgassen heeft echter geen referentiepunt, waardoor niet duidelijk is of dit niveau standaard of hoog of laag is. Verder geldt dat groene stroom een melkveehouderij nog niet klimaatvriendelijk maakt, net zo min als een kolencentrale die op groene stroom draait ‘on the way to PlanetProof’ kan worden genoemd ‘met extra aandacht voor het klimaat’. Klaagster verwijst naar uitspraken van klimaatwetenschapper Pier Vellinga en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), waaruit blijkt dat de veehouderij raakvlakken heeft met de fossiele industrie, omdat beide in de kern altijd gepaard gaan met de uitstoot van broeikasgassen en dus met klimaatopwarming. Binnen het huidige systeem van de veehouderij kan de broeikasgasuitstoot niet zodanig worden verminderd dat de veehouderij klimaatneutraal wordt en de langetermijndoelen van het klimaatakkoord van Parijs worden gehaald. De veehouderij moet dus voorzichtig zijn met uitspraken omtrent het klimaat, aldus klaagster.
Op de website van Campina worden wel de maatregelen van haar melkveehouders voor het klimaat genoemd, maar wordt niet duidelijk gemaakt welk effect deze maatregelen hebben voor de vermindering van de broeikasgasuitstoot van de melkveestapel. Campina is niet transparant over het feit dat koeien niet klimaatneutraal te maken zijn. Bovendien wordt niet duidelijk gemaakt waaruit het ‘extra’ bestaat in de claim “extra aandacht voor het klimaat”, welke claim impliceert dat Campina meer doet voor het klimaat dan nodig is. Ten slotte wijst klaagster op een mogelijke trade off tussen dierenwelzijn en het klimaat, in die zin dat een (positieve) maatregel op het ene gebied een negatief (klimaat)effect op het andere gebied kan hebben.
Nu Campina geen cijfers of percentages over de effecten van haar maatregelen voor het klimaat geeft, kan de consument niet goed beoordelen welke waarde hij moet hechten aan Campina’s “On the way to PlanetProof’ in relatie tot de ‘extra aandacht voor het klimaat’, aldus klaagster.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
FrieslandCampina beoogt met de reclame de melk van het Campina merk, die is gecertificeerd met het ‘On the way to PlanetProof’- keurmerk, onder de aandacht van de consument te brengen. ‘On the way to PlanetProof’ betreft een externe certificering van de onafhankelijke instantie Stichting Milieukeur (SMK) en wordt ook extern ge-audit. De strenge eisen met betrekking tot natuur, dier en klimaat waaraan moet worden voldaan, inclusief de extra inspanningen die de deelnemende melkveehouders hiervoor moeten verrichten, zijn te vinden op de website van Campina en in het certificatieschema op de website van SMK. In tegenstelling tot wat klaagster beweert, is klimaatneutraliteit niet iets wat het PlanetProof keurmerk claimt.
Melkveehouders die melk leveren volgens de criteria van het ‘On the way to PlanetProof’- keurmerk moeten onder andere een gedefinieerd basisniveau CO2-equivalenten per kg melk halen. Met een klimaatmodule wordt volgens internationaal erkende standaarden de uitstoot van broeikassen berekend, uitgedrukt per kg melk. Als gecertificeerd zuivelconcern levert FrieslandCampina extra inspanning (extra aandacht) voor het klimaat ten opzichte van niet-gecertificeerde concerns. FrieslandCampina beoogt in haar reclame niet te stellen dat het produceren van Campina melk geen enkel negatief effect op het milieu heeft of het klimaatprobleem oplost dan wel dat hiermee aan de klimaateisen van het Parijsakkoord zal worden voldaan. Zij wil de consument informeren over de positieve inspanningen die zij verricht op het gebied van natuur, dier én klimaat. Door de expliciete verwijzing naar het keurmerk in de commercial en op de verpakking van de producten is voor de consument duidelijk dat aan de eisen van dit keurmerk is voldaan. De reclame is niet misleidend, aldus FrieslandCampina.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunt nader toegelicht en hebben daarbij pleitaantekeningen overgelegd. Voor zover nodig voor de beslissing gaat de Commissie in op hetgeen ter zitting is aangevoerd in het hiernavolgende oordeel.
Het oordeel van de Commissie
1. Klaagster maakt bezwaar tegen de televisiecommercial waarin de melkproducten van Campina worden aangeprezen met het “On the way to PlanetProof”-keurmerk en “met extra aandacht voor het klimaat”. Volgens klaagster is sprake van een milieuclaim waarvan FrieslandCampina de juistheid niet kan aantonen en die om die reden in strijd is met artikel 3 van de Milieu Reclame Code (MRC). Kort samengevat komt klaagsters bezwaar tegen de reclame er op neer dat de maatregelen die de melkveehouders van Campina in het kader van het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk nemen, onvoldoende zijn om de uitstoot van broeikasgassen zodanig te verminderen dat de veehouderij klimaatneutraal wordt en/of de langetermijndoelen van het klimaatakkoord van Parijs worden gehaald. Gelet hierop vindt klaagster de claim ‘On the way to PlanetProof’ met ‘extra aandacht voor het klimaat’ in de commercial onjuist.
2. De Commissie stelt voorop dat zij begrip heeft voor de zorgen die klaagster blijkens de klacht heeft over het aanhaken van de melkvee-industrie bij een klimaatkeurmerk, nu aannemelijk is dat het houden van melkvee altijd gepaard zal gaan met de uitstoot van broeikasgassen. Dit leidt echter niet tot gegrondverklaring van de klacht. In de commercial wordt de aandacht gevestigd op het feit dat veel producten van Campina nu het PlanetProof-keurmerk hebben. Niet is in geschil dat aan de melkproducten van Campina die in de commercial worden getoond daadwerkelijk het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk is toegekend. Dat klaagster het niet eens is met de eisen van het keurmerk en zich op het standpunt stelt dat de melkvee-industrie in feite nooit ‘planetproof’ zal kunnen worden, betekent niet dat de aanprijzing met het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk niet toelaatbaar is.
3. Uit de woorden “on the way to” in de naam van het keurmerk en uit de zinsnede “extra aandacht voor het klimaat” spreekt naar het oordeel van de Commissie voldoende duidelijk een streven om de impact van de Campina melkproducten op (onder andere) het klimaat te verminderen. Verder is voldoende duidelijk dat met “extra aandacht voor het klimaat” wordt gedoeld op de extra (klimaat)maatregelen die melkveehouders van Campina onder het keurmerk ‘On the way to PlanetProof’ moeten treffen in vergelijking met melkveehouders die niet voor de certificering in aanmerking (kunnen) komen.
4. De Commissie acht op grond van de informatie op de websites van Campina en van SMK alsmede op grond van de toelichting van adverteerder ter zitting voldoende aannemelijk gemaakt dat de gecertificeerde melkveehouders van Campina daadwerkelijk extra inspanningen voor het klimaat (moeten) leveren en dat dit onder meer leidt tot (enige) vermindering van de CO2-uitstoot. Dat FrieslandCampina aldus met haar Campina melkproducten streeft naar het leveren van een bijdrage aan verbetering van het klimaat, leidt tot het oordeel dat de aanprijzing van de producten met het ‘On the way to PlanetProof’-keurmerk en met “extra aandacht voor het klimaat” niet als een onjuiste milieuclaim moet worden aangemerkt.
5. Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie
De Commissie wijst de klacht af.