a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2008/1557/08.0255

Datum:

04-11-2008

Uitspraak:

bevestiging aanbeveling

Product/dienst:

Motivatie:

Medium:

Omschrijving:

Het betreft de verpakking van Frieslands Foods van Friesche Vlag verse volle yoghurt en verse volle melk met het etiket “100% weidemelk”. Op deze verpakking staat onder meer de volgende tekst:
“Friesche Vlag dagverse zuivelproducten worden gemaakt van 100% weidemelk. Dit betekent dat de melk afkomstig is van koeien die van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen. (…)”

De klacht

De mededeling dat koeien die weidemelk leveren van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen, is onwaar. Er staan in deze periode nauwelijks koeien in de wei en er is geen melkveehouder die zijn koeien gedurende de hele op de verpakking genoemde periode in de wei heeft staan. Het grootste gedeelte van de dag en gedurende de nacht staan de koeien op stal. Ze mogen hooguit tussen het melken door in de wei staan. Verder suggereert de tekst “van 100% weidemelk” dat uitsluitend gras de grondstof voor weidemelk is. Koeien krijgen echter ook ander eten, zoals maïs, afval van suikerbieten, krachtvoer en gefermenteerd gras. In de winter kan er geen weidemelk zijn, omdat de koeien dan continu op stal staan. De mededeling op de verpakking dat deze 100% weidemelk bevat, is daardoor misleidend.

Het verweer

De reclame-uiting maakt deel uit van het project Weidegang, waartoe in 2005 het initiatief werd genomen. Het doel van dat project is om de weidegang te stimuleren en de koe in het Nederlandse landschap te behouden. De gemiddelde consument zal door alle publiciteit die met het project gepaard is gegaan inmiddels veronderstellen dat met het predicaat weidemelk wordt bedoeld melk die afkomstig is van koeien die van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen. Dit is een veronderstelling die overeenstemt met de waarheid. Wanneer de koeien gedurende 120 dagen per jaar in de wei staan, voldoen zij voor het gehele jaar aan de criteria voor weidemelk. Niet is vereist dat de koeien gedurende die periode onafgebroken in de wei staan. Er wordt niet de indruk gewekt dat dit het geval is en de gemiddelde consument zal weten dat dit ook niet mogelijk is, omdat de koeien in de stal worden gemolken en ’s nachts meestal worden binnengehaald. De aanduiding 100% weidemelk suggereert niet dat de grondstof voor de melk uitsluitend gras is. Er is geen sprake van onware of oneerlijke mededelingen.

De re- en dupliek

Klaagster stelt dat de gemiddelde consument niet weet wat precies onder weidemelk wordt verstaan. Adverteerder voert daartegenover aan dat de grote hoeveelheid publiciteit die aan het weidegangproject is besteed, mede relevant is voor het antwoord op de vraag of de aanduiding “100%” weidemelk misleidend is. Volgens adverteerder staat op de verpakking voldoende informatie over de vraag wat weidemelk is, zodat geen sprake is van misleiding. Partijen hebben voor het overige hun standpunten gehandhaafd.

De mondelinge behandeling

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.

Het oordeel van de Commissie (5 augustus 2008)

Bij de beoordeling van de klacht is van belang dat adverteerder op de verpakking van het desbetreffende zuivelproduct de volgende invulling aan het begrip weidemelk geeft: het betreft melk die is geproduceerd door koeien die “van het voorjaar tot in het najaar” in de wei lopen. Gelet op de inhoud van de klacht dient te worden onderzocht of adverteerder op deze wijze voldoende informatie over de voornaamste kenmerken van het product weidemelk geeft. Meer in het bijzonder staat ter beoordeling of adverteerder voldoende informatie heeft verschaft over de mate van weidegang, nu dit, naar de Commissie begrijpt, het onderscheidende element van de weidemelk is.

Van belang is dat adverteerder een bijzondere invulling geeft aan de voor weidemelk minimaal noodzakelijke mate van weidegang, te weten dat het melk betreft die is geproduceerd door koeien die 120 dagen per jaar minimaal zes uur in de wei hebben gestaan. Deze invulling staat niet op de verpakking van weidemelk en kan naar het oordeel van de Commissie voor de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument ook niet als feit van algemene bekendheid worden beschouwd. De gemiddelde consument kan daarom niet geacht worden op de hoogte te zijn van de specifieke eisen waaraan weidemelk dient te voldoen. De Commissie ziet overigens niet in waarom adverteerder niet reeds op de verpakking vermeldt aan welke specifieke nadere eisen weidemelk voldoet.

De nadere invulling die adverteerder blijkens het voorgaande aan het begrip weidemelk geeft, kan naar het oordeel van de Commissie tot wezenlijk andere resultaten leiden dan de informatie op de verpakking. De mededelingen op de verpakking over de weidemelk wekken onmiskenbaar de indruk dat koeien die deze melk produceren gedurende de gehele periode van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen. Dit is het gevolg van het feit dat in absolute zin op de verpakking staat dat de koeien gedurende deze periode in de wei lopen. De gemiddelde consument zal daardoor de mededelingen op de verpakking in deze zin uitleggen, dat er in deze periode sprake is van een voortdurende weidegang, met dien verstande dat, zoals tussen partijen niet in geschil is, rekening moet worden gehouden met de noodzaak om koeien in een stal te melken en in een stal te laten overnachten. Volgens de invulling die adverteerder aan het begrip weidemelk geeft, hoeven de koeien echter slechts een deel van de op de verpakking genoemde periode in de wei te staan om te kunnen spreken van weidemelk. Immers, voldoende is dat de koeien in die periode gedurende 120 dagen minimaal zes uur in de wei hebben gestaan. Dit is aanzienlijk korter dan de op de verpakking genoemde periode “van het voorjaar tot in het najaar”.
Blijkens het voorgaande is geen duidelijke informatie verstrekt over de voornaam-ste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC (nieuw). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door het ontbreken van duidelijke informatie ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen (kort gezegd: de aankoop van weidemelk) dat hij anders niet had genomen. De Commissie acht het voldoende aannemelijk dat het ontbreken van adequate informatie over de benaming weidemelk het economische gedrag van de consument wezenlijk kan verstoren. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC (nieuw).

De overige klachten treffen geen doel. Adverteerder suggereert naar het oordeel van de Commissie niet dat de koeien die weidemelk produceren uitsluitend gras eten.

De beslissing


Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (nieuw). Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.


Regeling:

artikel 7 NRC

De grieven

Deze kunnen als volgt worden samengevat.

I.
Volgens de Commissie geeft F. Foods “een bijzondere invulling” aan de voor weidemelk minimaal noodzakelijke mate van weidegang, door het hanteren van de norm dat koeien minimaal 120 dagen per jaar minimaal zes uur in de wei hebben gestaan. F. Foods betwist dat zij hiermee een “bijzondere invulling” geeft aan het begrip “weidemelk”.

Het betreft de norm die de Stichting Weidegang hanteert en die breed maatschappelijk wordt gedragen, onder meer door de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland en het Centraal Bureau voor Levensmiddelen. Aldus geeft F. Foods een alleszins redelijke invulling aan de voor weidemelk vereiste weidegang en daarmee dus ook aan het begrip weidemelk.

II.
Anders dan de Commissie heeft aangenomen, wordt met de uitleg dat de koeien “van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen” niet in absolute zin gesteld dat de koeien gedurende deze gehele periode in de wei staan. In de zinsnede “van het voorjaar tot in het najaar” wordt de betreffende periode juist op betrekkelijk onbepaalde wijze omschreven, dit omdat de praktijk in de veehouderij beperkingen kent die aan een onafgebroken weidegang in de weg staan. Hierbij valt te denken aan de noodzaak koeien te melken en te laten overnachten in de stal, “siëstabeweiding” wanneer het erg warm is en het feit dat de beweiding in het najaar wat nadeliger kan zijn voor het milieu.
Een en ander laat onverlet dat in de praktijk koeien veelal veel langer dan de minimumnorm van 120 dagen per jaar/zes uur per dag in de wei staan. F. Foods meent dat de Commissie in wezen miskend heeft dat het om een minimumnorm gaat.
Voor zover F. Foods met de zinsnede “van het voorjaar tot in het najaar” een iets te geflatteerde weergave van de werkelijkheid zou hebben gegeven, is er geen sprake van oneerlijke c.q. misleidende reclame; aan reclame is in de regel enige overdrijving inherent.

III.
De Commissie heeft overwogen:
“De Commissie ziet overigens niet in waarom adverteerder niet reeds op de verpakking vermeldt aan welke specifieke nadere eisen weidemelk voldoet”.
F. Foods heeft hier een aantal redenen voor.
Zij is er beducht voor dat door de consument uit het oog wordt verloren dat er sprake is van een minimumnorm. Voorts kan op laagdrempelige wijze nadere informatie worden verkregen; op de verpakking wordt verwezen naar een informatienummer en naar de website www.frieschevlag.nl. Op deze website is onder meer de minimumnorm te vinden. Deze nadere informatie is ook van belang gelet op de toelichting bij artikel 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) nieuw, waaruit blijkt dat rekening wordt gehouden met maatregelen van de adverteerder om de consument langs andere wegen te informeren, indien het voor de reclame gebruikte medium qua ruimte beperkingen meebrengt. Een verpakking van bijvoorbeeld melk kent deze beperkingen tot op zekere hoogte.
Het meest relevant in dit verband is dat er in het algemeen geen verplichting bestaat om de consument zo specifiek als mogelijk te informeren, zolang de mindere mate van detail maar geen misleiding tot gevolg heeft (vgl. art. 8.3 sub c NRC (nieuw)).

Het antwoord in appel

De grieven zijn gemotiveerd weersproken.
Geïntimeerde merkt onder meer op dat F. Foods er ten onrechte vanuit gaat dat de deelname van 75% van haar melkveehouders, die voor 100% voldoen aan de door F. Foods gestelde criteria voor weidegang, kan worden “vertaald naar” 100% weidemelk. Het begrip 100% weidemelk is inhoudelijk van een geheel andere orde dan een 100% garantie van deelname aan het Weidegangproject.

Wat betreft haar klacht dat er sprake is van misleiding, voegt zij nog het volgende toe. Zij maakt ook bezwaar tegen de volgende tekst op de website van Friesche Vlag:
“Is weidemelk anders dan gewone melk?
Nee, weidemelk heeft dezelfde samenstelling als de melk die u kent…” en licht dit bezwaar toe.

De mondelinge behandeling

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.
In het kader van die toelichting, waarbij geïntimeerde benadrukt dat zij het begrip “100% weidemelk” niet juist acht, deelt de voorzitter mee dat de Commissie zich heeft uitgelaten over de tekst op de gewraakte verpakking, voor zover “100% weidemelk” in die tekst wordt uitgelegd als “melk afkomstig van koeien die van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen”.
In zijn (mondelinge) repliek merkt mr. Reeskamp op dat hij begrijpt dat “100%” geen onderwerp is van het beroep.

Het oordeel van het College

Het College stelt voorop dat het zijn oordeel zal beperken tot de beslissing van de Commissie over de gewraakte verpakkingen en de tegen die beslissing aangevoerde grieven. Voor zover geïntimeerde bezwaar heeft tegen uitingen op de website van Friesche Vlag, kan zij ter zake een nieuwe klacht indienen bij de Commissie.

De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
Vast staat dat F. Foods voor “weidemelk” de -door diverse organisaties, zoals de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland en het Centraal Bureau voor Levensmiddelen gedragen- norm hanteert dat de koeien minimaal 120 dagen per jaar, minimaal 6 uur per dag in de wei staan. Op de gewraakte verpakkingen staat, voor zover hier van belang:
“Friesche Vlag dagverse zuivelproducten worden gemaakt van 100% weidemelk.
Dit betekent dat de melk afkomstig is van koeien die van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen”.
Naar het oordeel van het College wordt door deze uitleg een voor de gemiddelde consument te rooskleurig beeld gegeven van de mate waarin de koeien in werkelijkheid in de wei dienen te lopen, om van weidemelk te kunnen spreken. Het College deelt niet de stelling van F. Foods dat de zinsnede “van het voorjaar tot in het najaar” slechts enige overdrijving inhoudt.
Dat op de website www.frieschevlag.nl, die op de verpakkingen wordt genoemd, nadere informatie over weidemelk staat, waaronder de minimumnorm van 120 dagen per jaar weidegang, minimaal 6 uur per dag, doet niet aan het oordeel van het College af.

Gelet op het bovenstaande deelt het College het oordeel van de Commissie dat er in de gewraakte uitingen geen duidelijke informatie is verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC (nieuw). Aangezien deze uitingen de gemiddelde consument er bovendien toe kunnen brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC (nieuw).

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken