Omschrijving:Het betreft de verpakking van Frieslands Foods van Friesche Vlag verse volle yoghurt en verse volle melk met het etiket “100% weidemelk”. Op deze verpakking staat onder meer de volgende tekst: |
De klacht De mededeling dat koeien die weidemelk leveren van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen, is onwaar. Er staan in deze periode nauwelijks koeien in de wei en er is geen melkveehouder die zijn koeien gedurende de hele op de verpakking genoemde periode in de wei heeft staan. Het grootste gedeelte van de dag en gedurende de nacht staan de koeien op stal. Ze mogen hooguit tussen het melken door in de wei staan. Verder suggereert de tekst “van 100% weidemelk” dat uitsluitend gras de grondstof voor weidemelk is. Koeien krijgen echter ook ander eten, zoals maïs, afval van suikerbieten, krachtvoer en gefermenteerd gras. In de winter kan er geen weidemelk zijn, omdat de koeien dan continu op stal staan. De mededeling op de verpakking dat deze 100% weidemelk bevat, is daardoor misleidend. |
Het verweer De reclame-uiting maakt deel uit van het project Weidegang, waartoe in 2005 het initiatief werd genomen. Het doel van dat project is om de weidegang te stimuleren en de koe in het Nederlandse landschap te behouden. De gemiddelde consument zal door alle publiciteit die met het project gepaard is gegaan inmiddels veronderstellen dat met het predicaat weidemelk wordt bedoeld melk die afkomstig is van koeien die van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen. Dit is een veronderstelling die overeenstemt met de waarheid. Wanneer de koeien gedurende 120 dagen per jaar in de wei staan, voldoen zij voor het gehele jaar aan de criteria voor weidemelk. Niet is vereist dat de koeien gedurende die periode onafgebroken in de wei staan. Er wordt niet de indruk gewekt dat dit het geval is en de gemiddelde consument zal weten dat dit ook niet mogelijk is, omdat de koeien in de stal worden gemolken en ’s nachts meestal worden binnengehaald. De aanduiding 100% weidemelk suggereert niet dat de grondstof voor de melk uitsluitend gras is. Er is geen sprake van onware of oneerlijke mededelingen. |
De re- en dupliek Klaagster stelt dat de gemiddelde consument niet weet wat precies onder weidemelk wordt verstaan. Adverteerder voert daartegenover aan dat de grote hoeveelheid publiciteit die aan het weidegangproject is besteed, mede relevant is voor het antwoord op de vraag of de aanduiding “100%” weidemelk misleidend is. Volgens adverteerder staat op de verpakking voldoende informatie over de vraag wat weidemelk is, zodat geen sprake is van misleiding. Partijen hebben voor het overige hun standpunten gehandhaafd. |
De mondelinge behandeling Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.
|
Het oordeel van de Commissie (5 augustus 2008) Van belang is dat adverteerder een bijzondere invulling geeft aan de voor weidemelk minimaal noodzakelijke mate van weidegang, te weten dat het melk betreft die is geproduceerd door koeien die 120 dagen per jaar minimaal zes uur in de wei hebben gestaan. Deze invulling staat niet op de verpakking van weidemelk en kan naar het oordeel van de Commissie voor de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument ook niet als feit van algemene bekendheid worden beschouwd. De gemiddelde consument kan daarom niet geacht worden op de hoogte te zijn van de specifieke eisen waaraan weidemelk dient te voldoen. De Commissie ziet overigens niet in waarom adverteerder niet reeds op de verpakking vermeldt aan welke specifieke nadere eisen weidemelk voldoet. De nadere invulling die adverteerder blijkens het voorgaande aan het begrip weidemelk geeft, kan naar het oordeel van de Commissie tot wezenlijk andere resultaten leiden dan de informatie op de verpakking. De mededelingen op de verpakking over de weidemelk wekken onmiskenbaar de indruk dat koeien die deze melk produceren gedurende de gehele periode van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen. Dit is het gevolg van het feit dat in absolute zin op de verpakking staat dat de koeien gedurende deze periode in de wei lopen. De gemiddelde consument zal daardoor de mededelingen op de verpakking in deze zin uitleggen, dat er in deze periode sprake is van een voortdurende weidegang, met dien verstande dat, zoals tussen partijen niet in geschil is, rekening moet worden gehouden met de noodzaak om koeien in een stal te melken en in een stal te laten overnachten. Volgens de invulling die adverteerder aan het begrip weidemelk geeft, hoeven de koeien echter slechts een deel van de op de verpakking genoemde periode in de wei te staan om te kunnen spreken van weidemelk. Immers, voldoende is dat de koeien in die periode gedurende 120 dagen minimaal zes uur in de wei hebben gestaan. Dit is aanzienlijk korter dan de op de verpakking genoemde periode “van het voorjaar tot in het najaar”. De overige klachten treffen geen doel. Adverteerder suggereert naar het oordeel van de Commissie niet dat de koeien die weidemelk produceren uitsluitend gras eten. |
De beslissingOp grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (nieuw). Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |
Regeling: artikel 7 NRC |
De grieven Deze kunnen als volgt worden samengevat. I. Het betreft de norm die de Stichting Weidegang hanteert en die breed maatschappelijk wordt gedragen, onder meer door de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland en het Centraal Bureau voor Levensmiddelen. Aldus geeft F. Foods een alleszins redelijke invulling aan de voor weidemelk vereiste weidegang en daarmee dus ook aan het begrip weidemelk. II. III. |
Het antwoord in appel De grieven zijn gemotiveerd weersproken. Geïntimeerde merkt onder meer op dat F. Foods er ten onrechte vanuit gaat dat de deelname van 75% van haar melkveehouders, die voor 100% voldoen aan de door F. Foods gestelde criteria voor weidegang, kan worden “vertaald naar” 100% weidemelk. Het begrip 100% weidemelk is inhoudelijk van een geheel andere orde dan een 100% garantie van deelname aan het Weidegangproject. Wat betreft haar klacht dat er sprake is van misleiding, voegt zij nog het volgende toe. Zij maakt ook bezwaar tegen de volgende tekst op de website van Friesche Vlag: |
De mondelinge behandeling Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht. In het kader van die toelichting, waarbij geïntimeerde benadrukt dat zij het begrip “100% weidemelk” niet juist acht, deelt de voorzitter mee dat de Commissie zich heeft uitgelaten over de tekst op de gewraakte verpakking, voor zover “100% weidemelk” in die tekst wordt uitgelegd als “melk afkomstig van koeien die van het voorjaar tot in het najaar in de wei lopen”. In zijn (mondelinge) repliek merkt mr. Reeskamp op dat hij begrijpt dat “100%” geen onderwerp is van het beroep.
|
Het oordeel van het College Het College stelt voorop dat het zijn oordeel zal beperken tot de beslissing van de Commissie over de gewraakte verpakkingen en de tegen die beslissing aangevoerde grieven. Voor zover geïntimeerde bezwaar heeft tegen uitingen op de website van Friesche Vlag, kan zij ter zake een nieuwe klacht indienen bij de Commissie. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Gelet op het bovenstaande deelt het College het oordeel van de Commissie dat er in de gewraakte uitingen geen duidelijke informatie is verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC (nieuw). Aangezien deze uitingen de gemiddelde consument er bovendien toe kunnen brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC (nieuw). Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
|
De beslissing Het College bevestigt de beslissing van de Commissie. |