De bestreden reclame-uiting
Het betreft de vermelding van het brandstofverbruik van de Chevrolet Aveo 5-deurs 1.2 LT Hatchback in de folder “De nieuwe Chevrolet Aveo”, “Prijzen en specificaties Aveo 5-deurs” en op de website www.chevrolet.nl (subpagina modellen/aveo/aveo-5-deurs/ uitrusting-en-specificaties).
De klacht
In de uitingen wordt het gecombineerde brandstofverbruik van de Aveo 5 deurs 1.2 LT Hatchback gesteld op 5,1 l/100 km. Omdat klager weet dat het werkelijke brandstofverbruik in het algemeen hoger is dan in reclame-uitingen wordt vermeld, is hij ervan uitgegaan dat het werkelijke verbruik ongeveer 6,5 l/100 km zou bedragen. Tijdens het verkoopgesprek bij de dealer werd dit niet ontkend. Klager heeft de auto, mede vanwege het zuinige verbruikscijfer, gekocht. Na 1500 km te hebben gereden blijkt het werkelijke brandstofverbruik niet onder 8,3 l/100 km te komen. Klager acht de uitingen misleidend.
Het verweer
De in de uitingen vermelde verbruiksgegevens van de Aveo 5-deurs Hatchback komen overeen met de officiële gegevens in het door de fabriek afgegeven CVO document van deze auto en met de waardes in de typegoedkeuring van dit model die is afgegeven door de RDW. In de folder (“De nieuwe Chevrolet Aveo”, pag. 20) staat: “Officiële milieu-informatie. De genoemde cijfers voor brandstofverbruik en CO2-emissie zijn het resultaat van voertuigtests die zijn uitgevoerd volgens de betreffende EU-richtlijn om consumenten informatie te verstrekken waarmee ze modellen onderling kunnen vergelijken. De cijfers geven geen garantie voor het daadwerkelijke brandstofverbruik en de daadwerkelijke CO2-emissie. Deze zijn afhankelijk van rijstijl, lading, bandenspanning, de toestand van de weg en het verkeer.”
Naar aanleiding van klagers klacht heeft de betreffende dealer klagers auto gecontroleerd, maar geen technische afwijkingen gevonden. Klager is (nogmaals) uitgelegd dat het niet aan de auto te wijten is dat de theoretische verbruikswaarden in de praktijk niet gehaald kunnen worden, maar dat dit een gevolg is van de verschillen tussen de rijomstandigheden tijdens de test en in de praktijk.
De repliek
Klager heeft inmiddels 2300 kilometer gereden met zijn nieuwe Aveo en het werkelijke verbruik blijkt onder de gunstigste omstandigheden rond 8,0 l/100 km te liggen. De consument kan niet weten dat het verschil tussen het opgegeven en het werkelijke verbruik zo groot is.
De dupliek
Adverteerder handhaaft zijn standpunt dat de reclame voldoet aan de voorschriften van het Besluit Etikettering energieverbruik personenauto’s en de Code voor Personenauto’s. Adverteerder verwijst naar overgelegde stukken, waaruit blijkt dat de gepubliceerde verbruikscijfers van auto’s in de praktijk flink overschreden (kunnen) worden.
De mondelinge behandeling
Klager heeft zijn standpunt gehandhaafd en nader toegelicht.
Het oordeel van de Commissie
Ingevolge artikel 2 lid 1 van de Code voor Personenauto’s (CVP) mag het brandstofverbruik uitsluitend worden vermeld in overeenstemming met het Besluit Etikettering energiegebruik personenauto’s. Niet is gesteld of gebleken dat het in de bestreden reclame-uitingen vermelde (gecombineerde) brandstofverbruik van de Chevrolet Aveo 5-deurs Hatchback van 5,1 liter per 100 kilometer niet voldoet aan de wettelijk vastgestelde normen en niet is vastgesteld onder de in Europese richtlijnen vastgelegde condities. De vermelding voldoet derhalve aan artikel 2 lid 1 CVP.
Het vorenstaande sluit niet uit dat de reclame-uitingen misleidend zijn in de zin van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat volgens klager sprake is van misleiding omdat er een groot verschil bestaat tussen de gepubliceerde verbruikscijfers en het door klager in de praktijk geconstateerde werkelijke brandstofverbruik. Deze klacht treft geen doel. In de reclame staat immers uitdrukkelijk dat de genoemde cijfers voor brandstofverbruik het resultaat zijn van voertuigtests die zijn uitgevoerd volgens de betreffende EU-richtlijn en dat de cijfers geen garantie geven voor het daadwerkelijke brandstofverbruik, dat afhankelijk is van rijstijl, lading, bandenspanning, de toestand van de weg en het verkeer. De cijfers hebben tot doel de consument in staat te stellen verschillende auto’s ten aanzien van brandstofverbruik – gemeten onder dezelfde condities – met elkaar te vergelijken. Klager heeft erkend van de betrekkelijke waarde van het opgegeven brandstofverbruik op de hoogte te zijn. Dat het brandstofverbruik van klager (veel) afwijkt van het in de uitingen vermelde resultaat van de gestandaardiseerde meting, doet de uiting niet in strijd zijn met de NRC.
Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie (26 juli 2012)
De Commissie wijst de klacht af.
Het College van Beroep:
De grieven
Het College vat deze als volgt samen.
Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat de consument op grond van de folder en de website van Chevrolet het brandstofverbruik van de verschillende voertuigen van de merken kan vergelijken. Chevrolet noemt in de uitingen namelijk niet het werkelijke verbruik. Uit een ANWB test blijkt dat het werkelijke verbruik van auto’s zeer uiteenloopt. Het werkelijke verbruik van de door appellant gekochte auto wijkt 60% af van het in de reclame-uitingen vermelde verbruik. Appellant kon niet weten dat het gemiddelde verbruik van 5.1 l/100km dat in de uitingen staat in zijn geval neerkomt op een werkelijk verbruik van 8.0l/100km. Appellant kon geen verbruiksgegevens vinden die het werkelijke verbruik enigszins benaderen. Appellant bepleit dat in reclame een realistischer verbruik wordt genoemd.
Het oordeel van het College
1. Het College stelt voorop dat de wijze waarop in reclame het verbruik van auto’s moet worden weergegeven aan wettelijke voorschriften is gebonden. Het betreft de voorschriften van het Besluit Etikettering Energiegebruik Personenauto’s. Ingevolge artikel 4 van dit Besluit en de bij dit artikel behorende Bijlage 3, dient in reclame-uitingen voor een personenauto het officiële brandstofverbruik van het desbetreffende model te worden vermeld. Daarbij wordt onder officieel verbruik verstaan: het brandstofverbruik dat door de typegoedkeuringsinstantie is aangenomen overeenkomstig richtlijn 80/1268/EEG zoals vermeld in bijlage VII van richtlijn 2007/46/EG.
2. Op grond van artikel 2 lid 1 van de Code voor personenauto’s mag in reclame-uitingen voor personenauto’s het brandstofverbruik uitsluitend in overeenstemming met de hiervoor bedoelde voorschriften worden vermeld. Dit brengt mee dat Chevrolet in haar reclame-uitingen in feite geen andere verbruiksgegevens dan het officiële verbruik mag noemen. De Commissie is ervan uitgegaan dat de door Chevrolet in de reclame-uitingen genoemde brandstofverbruikgegevens het officiële verbruik betreffen. Tegen deze aanname is geen afzonderlijke grief gericht, zodat ook het College ervan uitgaat dat Chevrolet in de reclame-uitingen het officiële verbruik noemt.
3. Het voorgaande impliceert dat het beroep niet kan slagen. Het standpunt van appellant komt immers erop neer dat Chevrolet in strijd met de geldende regelgeving zou moeten handelen door andere verbruiksgegevens te vermelden dan de officiële verbruiksgegevens. Dat laat onverlet dat het College wel enig begrip voor het standpunt van appellant heeft, nu de officiële brandstofverbruikgegevens aanzienlijk kunnen afwijken van het verbruik zoals de automobilist dat ervaart. Dit kan evenwel niet tot het oordeel leiden dat in reclame voor personenauto’s een ander verbruik dan het officiële verbruik zou dienen te worden vermeld. Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing van het College van Beroep (16 oktober 2012)
Bevestigt de beslissing van de Commissie.