De bestreden reclame-uitingen
Het betreft, voor zover in het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter nog aan de orde:
1.
Een televisiecommercial waarin wordt gezegd:
“Voortaan checken alle treinreizigers in en uit” en
“Hulp nodig? Onze medewerkers helpen je graag”.
2.
Een radiocommercial waarin onder meer wordt gezegd:
“Hidde is al overgestapt, en Rebecca ook. Want vanaf woensdag 9 juli checkt elke
treinreiziger in en uit met een OV-chipkaart. Stap dus nu vast over” (…) We helpen je
graag. Kijk op ns.nl/ovchipkaart”.
Klacht, verweer en voorzittersbeslissing
Voor de inhoud van de klacht, het verweer en de voorzittersbeslissing wordt verwezen naar het afschrift van de voorzittersbeslissing, dat als bijlage aan deze uitspraak is gehecht.
Het bezwaar tegen de voorzittersbeslissing
Het bezwaar tegen de voorzittersbeslissing kan als volgt worden samengevat.
a.
Het gebruik van de woorden “alle reizigers” is misleidend, omdat het gaat om “2 miljoen reizigers, die de overstap van papieren kaartje naar chipkaart niet maakten”. Klager stelt:
“Het gaat om 2 miljoen reizigers, die van de ene op de andere dag moeten overstappen van het aanschaffen van een papieren kaartje op een geplastificeerd kaartje”. Volgens klager raakt men verward door de veelheid van computerprogramma’s met aanbiedingen voor bejaarden en studenten. Voorts willen milieubewuste reizigers het kaartje niet, omdat het niet afbreekbaar is.
b.
Het begrip “nu” is misleidend, omdat er geen vergelijking wordt gemaakt met de situatie voor het sluiten van de toegangspoortjes van NS en GVB.
c.
De term in- en uitchecken is misleidend.
Klager voert hiertoe -samengevat- het volgende aan.
Het gaat niet om “een chipkaart, die eenduidig is”. De reizigers gebruiken een chip om contactloos een borg van 10 euro te betalen. De gele basiskaart is bedoeld om toegang te krijgen tot de treinperrons, maar ook tot winkelgebieden. Het is niet zo dat iedereen op alle treinstations zijn basiskaart tegen een paal zou houden. Voor reizigers met een internationaal kaartje, die met een gedrukte code werken, gaan de afsluitpoortjes ook open.
Klager concludeert dat de reclame dat alle reizigers nu in- en uitchecken misleidend is.
De reactie van adverteerder
Adverteerder heeft het bezwaar gemotiveerd weersproken. Op deze reactie zal voor zover nodig worden teruggekomen in het oordeel van de Commissie.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht. Op deze toelichting zal voor zover nodig worden teruggekomen in het oordeel.
Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende onderdelen van het bezwaar overweegt de Commissie het volgende.
Ad a.
Klager heeft gesteld dat 2 miljoen reizigers de overstap van papieren kaartje naar chipkaart niet maakten en dat de woorden “alle reizigers” om die reden misleidend zijn. Adverteerder heeft de stelling dat 2 miljoen reizigers nog reizen met een papieren kaartje betwist. Vervolgens heeft klager de juistheid van deze stelling niet aannemelijk gemaakt.
De Commissie sluit niet uit dat een deel van de reizigers moet wennen aan het gebruik
van de OV-chipkaart, daaronder begrepen het in- en uitchecken, maar dit doet niet af
aan het feit dat treinreizigers vanaf 9 juli 2014 in beginsel dienen in- en uit te checken.
Zoals de voorzitter heeft overwogen, bestaan er enkele uitzonderingen op deze
hoofdregel. Het betreft reizigers die reizen met papieren kaartjes in het kader van de -naar haar aard- tijdelijke Spoordeelweken-actie en reizigers met een e-ticket of internationaal ticket. De Commissie acht deze uitzonderingen niet van dien aard, dat daarop in de bestreden uitingen had moeten worden gewezen. Deze uitingen hebben duidelijk betrekking op de hoofdregel per 9 juli 2014 betreffende in- en uitchecken en de hulp die adverteerder in verband daarmee aanbiedt (“Hulp nodig? Onze medewerkers helpen je graag” respectievelijk “We helpen je graag. Kijk op ns.nl/ovchipkaart)”.
Ad b.
Het woord “nu” komt alleen voor in de radiocommercial. Daarin wordt gezegd: “Stap dus nu vast over”. Het gebruik van het woord “nu” in deze volzin, welk woord duidelijk betrekking heeft op de mogelijkheid om reeds vóór 9 juli gebruik te gaan maken van de OV-chipkaart, leidt niet tot het oordeel dat de radiocommercial in strijd is met de Nederlandse Reclame Code.
Ad c.
In hetgeen door klager is aangevoerd, ziet de Commissie geen aanleiding om het gebruik van de term “in- en uitchecken” in de bestreden reclame-uitingen misleidend te achten.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter, voor zover daartegen bezwaar is gemaakt.
De bestreden reclame-uitingen
Het betreft:
1) een televisiecommercial waarin onder meer wordt gezegd: “Voortaan checken alle treinreizigers in en uit.”
2) een radiocommercial waarin onder meer wordt gezegd: “Want vanaf woensdag 9 juli checkt elke treinreiziger in en uit met een OV-chipkaart.”
3) billboards waarin adverteerder de voornamen van de gefotografeerde personen noemt met de mededeling dat deze personen vanaf 9 juli elke treinreis in en uitchecken.
De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat in de commercials niet wordt gezegd dat het om een bancaire kaart gaat die is bedoeld om een borg af te schrijven van een bankrekening. Voorts is het onjuist dat iedereen hoeft in- en uit te checken. Dit geldt niet voor invaliden en ook niet voor “die een of ander programma niet kunnen of willen opladen.” Het gebruik van papieren kaartjes in de vorm van studentenjaarkaarten en de kaartjes van internationale reizen blijven bestaan. De reclame is op grond van het voorgaande misleidend. De burger raakt hierdoor in verwarring, want het reizen blijft mogelijk en is toegestaan met een papieren kaartje. In aanvulling op het voorgaande stelt klager dat op de billboards sprake is van leeftijdsdiscriminatie, nu deze reclame niet is bedoeld voor reizigers ouder dan 30 jaar. Reizigers behoren bovendien niet met hun voornaam te worden aangesproken. Klager stelt dat op reizigers die niet kunnen of willen uitchecken niet een “etiket van onmondige en onrealistische karaktertrek” mag worden geplakt. Voorts maakt klager bezwaar tegen de OV-chipkaart zelf en het feit dat mensen daardoor “als klant van de bank Trans Link B.V. worden geronseld”.
Het verweer
Adverteerder stelt dat ten tijde van het indienen van de klacht de gewraakte televisiecommercial nog niet werd uitgezonden. Voorts betwist adverteerder dat de onderhavige reclame-uitingen misleidend dan wel discriminerend van aard of ongepast zijn. Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
1) Adverteerder stelt dat ten tijde van het indienen van de klacht de gewraakte televisiecommercial nog niet werd uitgezonden. Nu de klacht zich evenwel ook specifiek tegen die commercial lijkt te richten en adverteerder bij haar verweer hierop inhoudelijk is ingegaan, zal de voorzitter om praktische redenen ook over de televisiecommercial oordelen.
2) De onderhavige uitingen houden telkens in dat bij treinreizen dient te worden in- en uitgecheckt. Deze boodschap richt zich op een algemeen publiek en geeft de hoofdregel weer zoals die na 9 juli 2014 zal gelden nu voortaan in beginsel met de OV-chipkaart dient te worden gereisd. Niet in geschil is dat er op deze hoofdregel uitzonderingen bestaan. Hieronder vallen overigens niet, naar adverteerder voldoende heeft onderbouwd, studenten en invaliden. Voor hen geldt dat zij na 9 juli 2014 eveneens dienen te reizen met een OV-chipkaart. Dat dit anders ligt bij internationale treintickets, acht de voorzitter vanzelfsprekend. De OV-chipkaart is immers een product dat is bedoeld voor treinreizen binnen Nederland. De gemiddelde consument zal derhalve niet denken dat hetgeen in de reclame-uitingen wordt vermeld ook geldt voor internationale treinreizen. Evenmin acht de voorzitter het onjuist dat in de uiting niet wordt vermeld dat de mogelijkheid van zogenoemde e-tickets blijft bestaan. Het betreft een specifiek alternatief voor reizen met de OV-chipkaart, waarbij degene die een dergelijk ticket koopt geacht kan worden op de hoogte te zijn van de bijzondere gebruiksvoorwaarden, die blijkbaar inhouden dat met zo’n ticket niet hoeft te worden in- en uitgecheckt.
3) Voor zover er na 9 juli 2014 nog papieren kaartjes in omloop zijn waarmee gereisd zou kunnen worden, betreft dit volgens adverteerder bijzondere omstandigheden die tijdelijk van aard zijn, zoals kaartjes op grond van de Spoordeelweken-actie. Adverteerder stelt dat aldus slechts een (zeer) kleine groep uitgezonderd is. Dat deze specifieke groep niet hoeft in- en uit te checken en in de uitingen niet specifiek naar deze uitzondering wordt verwezen, maakt de reclame-uitingen naar het oordeel van de voorzitter niet misleidend. Immers, degenen die nog met een papieren kaartje kunnen reizen, dienen te beseffen dat zij zich inmiddels in een uitzonderingssituatie bevinden, nu als feit van algemene bekendheid geldt dat in het openbaar vervoer in de regel met de OV-chipkaart wordt gereisd, in verband waarmee men altijd dient in- en uit te checken. Deze specifieke groep kan voorts geacht worden op de hoogte te zijn van het feit dat de reclame-uitingen niet op hen van toepassing zijn, nu deze zich immers specifiek richten op degenen die wél met een OV-chipkaart reizen. Voor zover op dit punt al twijfel mogelijk zou zijn, heeft adverteerder deze in voldoende mate weggenomen door in de uitingen naar de specifieke webpagina met informatie over de OV-chipkaart te verwijzen. Van misleiding is op grond van het voorgaande geen sprake.
4) Met betrekking tot het bezwaar van klager dat sprake is van leeftijdsdiscriminatie, volstaat de voorzitter met te constateren dat uit de door adverteerder overgelegde uitingen blijkt dat daarin zowel jongere als oudere reizigers worden aangesproken, zodat reeds hierom niet valt in te zien waarom sprake is van leeftijdsdiscriminatie. Voorts kan het noemen van een bepaalde voornaam in reclame niet geacht worden in strijd te zijn met hetgeen naar hedendaagse opvattingen toelaatbaar dient te worden geacht, mede gelet op de terughoudende wijze waarop de Reclame Code Commissie aan de hier bedoelde norm (te weten de goede smaak en het fatsoen) pleegt te toetsen gelet op het subjectieve karakter daarvan. Voor zover klager daarnaast bezwaar maakt tegen het feit dat in de gewraakte uitingen niet wordt toegelicht dat de OV-chipkaart, zoals hij stelt, een bancaire kaart is die is bedoeld om een borg af te schrijven van een bankrekening, oordeelt de voorzitter dat inmiddels het bestaan en de voorwaarden van de OV-chipkaart algemeen bekend zijn. De bezwaren die klager tegen het bestaan en het gebruik van de OV-chipkaart zelf heeft, kunnen ten slotte niet tot het oordeel leiden dat de gewraakte uitingen in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code. De klacht kan derhalve niet slagen.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.