De bestreden uitingen
Het betreft de webshop van Albert Heijn (https://www.ah.nl/producten) voor zover binnen deze webshop voedingsmiddelen zijn ingedeeld in de categorieën ‘Verse, gekoelde sap’, ‘Vruchtensap’ en ‘Drinkpakjes’.
De klacht
Op grond van Europese wetgeving (richtlijn 2001/112 EG), uitgewerkt in het Nederlandse Warenwetbesluit Vruchtensappen 2012, wordt sap gedefinieerd als vloeistof bestaande uit 100% vruchtensap, zonder toevoegingen. Deze definitie wordt bevestigd door uitspraken van minister Schippers in antwoord op Kamervragen op 27 maart 2015, te weten: “een product dat de naam <….sap> draagt, moet namelijk voor 100% uit vruchtensap bestaan”. Een steeds groter deel van boodschappen wordt online gedaan. Op grond van de EU Verordening 1169/2011, specifiek artikel 14, dient ook online de verplichte voedselinformatie te worden verstrekt. Consumenten dienen in dit medium juist en volledig te worden geïnformeerd zonder te worden misleid. Op de webshop van Albert Heijn worden voedingsmiddelen in categorieën ingedeeld zodat consumenten gericht kunnen zoeken. Veel vruchtendranken, nectars en andere dranken worden echter, in strijd met de wet, aangeprezen als vallende onder de categorie ‘sap’. Onder het hoofdmenu ‘Frisdrank, sappen, koffie, thee’ vallen de categorieën ‘Verse, gekoelde sap’, ‘Vruchtensap’ en ‘Drinkpakjes’. In deze categorieën worden vele vruchtendranken, nectars en andere dranken aangeboden, die niet vallen onder de wettelijke definitie van ‘sap’, maar wel als zodanig worden aangeprezen. Dit is in strijd met de wet. Concreet noemt Foodwatch het volgende.
1) Onder de categorie ‘Verse, gekoelde sap’ valt de categorie ‘Gekoelde sappen’ waarin 34 producten aangeboden waarvan een groot deel geen sap betreft. Ze bestaan niet enkel uit vruchtensap maar bevatten water, (kunstmatige) zoetstoffen en andere toevoegingen.
2) Onder de categorie ‘Vruchtensap’ valt de subcategorie ‘Cranberrysap’ waaronder 8 producten vallen waarvan 7 geen sap zijn volgens de wettelijke definitie van sap.
3) Onder de categorie ‘Vruchtensap’ zijn subcategorieën dranken en nectars geplaatst die niet voldoen aan de wettelijke definitie van sap.
4) Onder de categorie ‘Drinkpakjes’ staan de subcategorieën ‘Sinaasappelsap (drinkpakjes)’ en ‘Appelsap (drinkpakjes)’. Beide subcategorieën bestaan hoofdzakelijk uit sappen die niet voldoen aan de wettelijke definitie.
Dat op de productpagina van de afzonderlijke producten niet wordt geclaimd dat de producten ‘sappen’ betreffen, doet er niet aan af dat deze eerder aan klanten zijn aangeprezen als vallend onder de categorieën ‘gekoelde sappen’ of ‘vruchtensappen’. Klanten die zoeken in deze categorieën mogen verwachten alleen sappen aangeboden te krijgen. Doordat de aangeboden producten vaak geen sappen zijn, is sprake van strijd met de wet, oneerlijke reclame en misleiding. Foodwatch verzoekt de uitingen te beoordelen aan de hand van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en meer specifiek aan de artikelen 2, 7 en 8 NRC en artikel 2 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV).
Het verweer
Albert Heijn heeft inmiddels de webshop aangepast en de categorieën anders genoemd waarbij hier, naar zij stelt, zowel sap als (vruchten)drank onder geschaard wordt. Adverteerder meent hiermee de klacht naar tevredenheid te hebben opgelost.
Het oordeel van de voorzitter
1) De klacht is specifiek gericht tegen de indeling van producten in de webshop van Albert Heijn, in het bijzonder voor zover het gaat om de indeling in de (sub)categorieën ‘Verse, gekoelde sap’, ‘Vruchtensap’, ‘Cranberrysap’, ‘Sinaasappelsap (drinkpakjes)’ en ‘Appelsap (drinkpakjes)’. Dergelijke categorieën kunnen worden beschouwd als de digitale variant van het fysieke winkelschap. De indeling in digitale schappen dient ertoe de consument op gestructureerde wijze toegang te bieden tot het winkelassortiment en daaruit zijn keuze te bepalen waarna hij het product via de webshop kan bestellen. De indeling als zodanig kan in dit geval niet als een zelfstandige aanprijzing worden gezien. Wel maakt de indeling deel uit van een reclame-uiting, namelijk de webpagina met de aangeboden producten, en dient ook in de context van die webpagina te worden bezien, derhalve inclusief de productinformatie die men ziet door op een product te klikken. Op de indeling in digitale winkelschappen zelf is, anders dan Foodwatch stelt, geen specifieke wet- of regelgeving van toepassing. Van strijd met de wet of specifieke regelgeving kan dus geen sprake zijn, zodat in zoverre de klacht geen doel treft.
2) Kern van de overige klacht is dat de consument door de onderhavige indeling in de digitale schappen ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij bij een volgens Foodwatch juiste categorie-indeling, dat wil zeggen een indeling volgens de eisen die gelden op grond van de etikettering en de wettelijke benaming van producten, niet zou hebben genomen. Op grond van het voorgaande zal de voorzitter aan de hand van de algemene bepalingen inzake misleiding toetsen of de onderhavige indeling de gemiddelde consument ertoe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen ten gevolge van een onjuiste indruk die het digitale schap over de inhoud van de daarin opgenomen producten wekt. Hierbij dient te worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument. Foodwatch stelt dat de consument wordt misleid omdat veel dranken volgens haar ten onrechte worden aangeprezen onder de categorie ‘sap’. De voorzitter oordeelt als volgt.
3) De consument die gebruik maakt van de structuur van de webpagina ziet binnen de onder 1) bedoelde schappen de producten die zijn ingedeeld in deze categorieën, zoals blijkt uit de door Foodwatch overgelegde bijlagen. Op zichzelf genomen is niet in geschil dat een deel van deze producten geen vruchtensap betreft volgens de wettelijke definitie daarvan, dat wil zeggen producten die, kort gezegd, voor 100% bestaan uit sap van een vrucht. Overigens gaat de voorzitter ervan uit dat al deze producten wel enig sap van vruchten als ingrediënt bevatten en dat zij om die reden zijn ingedeeld in een digitaal schap waarin het woord ‘sap’ als kenmerkend bestanddeel is verwerkt.
4) De voorzitter acht het niet aannemelijk dat de consument reeds op grond van de schapindeling zal menen dat alle in de gewraakte digitale schappen afgebeelde producten volgens hun wettelijke benaming ‘vruchtensappen’ zijn. Dit wordt als volgt toegelicht. De consument die gebruik maakt van de indeling in digitale schappen zal dit in een aantal gevallen doen om een product te bestellen dat hij al kent, derhalve waarvan hij de samenstelling en aard weet. In dat geval heeft consument zijn keuze reeds bepaald en kan hij door de indeling niet worden misleid. Voor zover de consument besluit een product te bestellen dat hij nog niet kent, kan echter evenmin worden aangenomen dat de onderhavige indeling misleidend is over de aard van de in de schappen getoonde producten. Aangenomen moet worden dat Albert Heijn bij de indeling van de schappen ervoor heeft gekozen om aan te sluiten bij de verwachtingen die de consument heeft. De indeling zal door de gemiddelde consument vermoedelijk ook niet worden opgevat als een volkomen juiste en accurate typering van de in de digitale schappen opgenomen producten, maar als een praktische indeling die aansluit bij zijn verwachtingen over de plaats waar hij een product dat geheel of gedeeltelijk uit sap van vruchten bestaat denkt te vinden. Deze consument kan bovendien niet geacht worden uitsluitend op basis van die categorie-indeling een voor hem onbekend product uit een ruim assortiment te bestellen. In plaats daarvan moet ervan worden uitgegaan dat de consument, voordat hij het product bestelt, kennis zal nemen van de productinformatie in de webshop teneinde zich te informeren over de aard en samenstelling van het product (vgl. HvJ EG 26 oktober 1995, C-51/94). Niet in geschil is dat de productinformatie zelf voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving waaronder het Warenwetbesluit vruchtensappen 2012 en de Verordening (EU) nr. 1169/2011. Uit die informatie blijkt de aard van de afzonderlijke producten die zijn ingedeeld in de gewraakte schappen. Nu de gemiddelde consument geacht moet worden een product dat hij nog niet kent pas te bestellen na kennis te hebben genomen van de productinformatie binnen de webshop, en dit hem voldoende informeert over de aard van het product, valt niet in te zien dat de gewraakte schapindeling de consument tot een onjuiste keuze brengt. De klacht wordt op grond van het voorgaande afgewezen. Tot slot vermeldt de voorzitter dat hij nota neemt van de mededeling van Albert Heijn dat zij in verband met de klacht de schapindeling heeft aangepast.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.