De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial die begint met beelden van een flesje Warsteiner bier waarbij op een opvallende blauwe band op het etiket het woord ‘Alkoholfrei’ is te lezen. Vervolgens wordt onder meer gezegd: “Warsteiner Alkoholfrei”. Aan het einde van de televisiecommercial wordt een glas bier op tafel gezet. Hierbij staat rechtsboven opvallend in beeld: “Alkoholfrei”.
Samenvatting van de klacht
Klager maakt bezwaar tegen het feit dat in de televisiecommercial het bier uitdrukkelijk als ‘Alkoholfrei’ wordt aangeprezen, terwijl het wel degelijk alcohol bevat.
Samenvatting van het verweer
Warsteiner Alkoholfrei wordt in Duitsland rechtmatig geproduceerd en verhandeld. Het bevat minder dan 0,5 volumeprocent alcohol. In Duitsland is het toegestaan voor dit bier de aanduiding ‘Alkoholfrei’ te gebruiken. Op grond van de beginselen van wederzijdse erkenning en vrij verkeer van goederen, mag Warsteiner Alkoholfrei met deze naam in Nederland op de markt worden gebracht. De consument wordt door de vermeldingen op het etiket duidelijk en expliciet geïnformeerd over de aanwezigheid van enige mate van alcohol in het product. Voor de Nederlandse consument is het woord ‘alcoholarm’ op het etiket geplaatst en voldoende duidelijk dat het hier niet om een 0.0 product gaat. Van misleiding is op grond van het voorgaande geen sprake
Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter verwijst naar hetgeen in dossier 2019/00152 eerder is overwogen over Warsteiner Alkoholfrei. Ook nu geldt als uitgangspunt dat het gebruik van het woord ‘Alkoholfrei’ voor het onderhavige bier rechtmatig is, maar dat dit misleiding van de gemiddelde consument voor wat betreft het effectieve alcoholvolumegehalte van het bier niet uitsluit. Ten aanzien van de vraag of die consument hierover wordt misleid, is het volgende van belang. Bij een drank die in een televisiecommercial uitdrukkelijk als ‘Alkoholfrei’ wordt aangeprezen, zal de gemiddelde consument vermoedelijk denken aan een drank waarin geen alcohol aanwezig is, dus zonder alcohol. Daarbij is relevant dat, zoals algemeen bekend kan worden verondersteld, inmiddels ook bier wordt verkocht dat daadwerkelijk alcoholvrij is, dat wil zeggen in het geheel geen alcohol bevat (de zogenaamde 0.0 varianten). Voorkomen dient te worden dat de consument het bier waar het in deze procedure om gaat verwart met bier dat daadwerkelijk alcoholvrij (0.0) is. Adverteerder zal de consument daarom duidelijk over de aanwezigheid van alcohol in het product dienen te informeren,
2) Adverteerder heeft dit laatste nagelaten. Op geen enkele wijze kan uit de televisiecommercial worden afgeleid dat het aangeprezen product alcohol bevat ondanks de herhaalde en uitdrukkelijke vermelding ‘Alkoholfrei’. Het betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Aangenomen moet immers worden dat een deel van de consumenten geen alcohol wenst te consumeren en daarom kiest voor 0.0 bier. Hierdoor is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat dit de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. In dit geval kan de gemiddelde consument immers ertoe besluiten het product te kopen in de onjuiste veronderstelling dat het om een 0.0 product gaat. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Of de consument bij aankoop van het product wel juist wordt geïnformeerd, zoals adverteerder met haar verweer blijkbaar bedoelt, doet voor de beoordeling van de televisiecommercial niet ter zake.
3) Adverteerder heeft meegedeeld dat de voorzitter een beslissing kan nemen op grond van artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep. Anders dan in de hierboven genoemde procedure ziet de voorzitter daartoe nu geen aanleiding, aangezien adverteerder wederom de consument niet correct heef geïnformeerd over het feit dat haar ‘Alkoholfreie’ product wel degelijk alcohol bevat. De voorzitter beslist daarom als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande is de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.