De bestreden reclame-uitingen
Het betreft:
1.
Een reclame-uiting op ah.nl/producten voor een variant van het product “Melba Toast” van het merk Buitoni.
Naast een foto van de voorzijde van de verpakking van dit product staat onder meer:
“Melba Toast volkoren
(…)
Melba Toast volkoren van Buitoni zijn volkoren, knapperige, perfect geroosterde toastjes”.
Op de (afgebeelde) voorzijde van de verpakking staat onder de vermelding (in bruine letters) van “Melba Toast” een (bruin) kader met in witte letters:
“con farina integrale
with wholewheat flour”, waarbij ‘integrale’ en ‘wholewheat’ in een groter letterformaat zijn gedrukt dan de andere woorden.
2.
De verpakking van het hierboven onder 1 bedoelde product, zoals deze online en fysiek te zien is.
Voor de beschrijving van de voorzijde van deze verpakking wordt verwezen naar uiting 1 hierboven. Blijkens een bij de klacht overgelegde foto van een zijkant van de verpakking (bijlage 4 bij de klacht), staat op die zijkant onder meer:
“(NL) TOAST MET VOLKORENMEEL –
Ingrediënten: Tarwemeel, Volkoren Tarwemeel 36%, Sesamzaad 3% Gist, zonnebloemolie, Moutextrakt (uit Gerst en Mais), Zout, Dextrose. Mogelijke sporen van soja. Koel en droog bewaren.”
Samenvatting van de klacht
Volgens de ingrediëntendeclaratie, zowel online als op de fysieke verpakking, bevat de onderhavige variant Melba Toast als eerste en meest voorkomende ingrediënt in het meelbestanddeel “tarwemeel”. Daarna volgt 36% volkoren tarwemeel. Gelet hierop mag het product, aldus klaagster, niet louter als ‘volkoren’ (benaming webshop) of ‘with wholewheat flour’ (voorzijde online en fysieke verpakking) worden aangeprezen, zonder iets te vermelden over de aanwezigheid van tarwemeel/tarwebloem. Klaagster vindt dat de consument wordt misleid. Zij beroept zich in dit verband op artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), artikel 2 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV) 2019 en op het Handboek Etikettering van Levensmiddelen van de NVWA van 19 november 2020, pagina 119 en 120, punt “21.14 Volkoren” (bijlage 3 bij de klacht). In dit handboek staat het volgende, aldus klaagster, waarbij zij aandacht vraagt voor de (door haar) aangestreepte passages:
In artikel 16 van het Warenwetbesluit Meel en brood is de term “volkoren” als volgt
gedefinieerd: “Het woord volkoren mag onderdeel uitmaken van de aanduiding van een in dit
besluit bedoelde waar, voor zover in de aldus aangeduide waar van nature voorkomende
zetmeelrijke kern, kiem en zemelen van de desbetreffende graansoort in hun natuurlijke
verhouding, al dan niet na een bewerking te hebben ondergaan, aanwezig zijn.” Als het meel
van een brood geheel voldoet aan deze voorwaarden, dan mag een brood “volkorenbrood”
worden genoemd.
Als de term “volkoren” wordt gebruikt voor andere levensmiddelen die niet onder dit
Warenwetbesluit vallen zoals koekjes, toastjes, crackers of pasta, dan moet het meel voor
deze producten ook 100% volkorenmeel zijn dat voldoet aan de definitie van artikel 16 van
het Warenwetbesluit Meel en brood. Bijvoorbeeld, een pasta die voor 100% uit volkoren
durum tarwemeel bestaat, mag “volkorenpasta” worden genoemd.
Indien een deel van het meelbestanddeel van een product uit een andere meelsoort dan
volkorenmeel bestaat, dan kan in de benaming van het product niet alleen “volkoren” worden
genoemd. Als bijvoorbeeld een cracker 50% volkorenmeel bevat en 50% bloem, dan mag de
benaming “volkorencracker” niet worden gebruikt. Een correcte benaming zou dan kunnen
zijn “cracker”, zonder enige toevoeging van de woorden “meel” of “bloem”. Wil men toch iets
vermelden over de aanwezigheid van het volkorenmeel in de benaming, dan zal ook de
aanwezigheid van bloem vermeld moeten worden. Een juiste benaming in dat geval is dan
“cracker met 50% volkorenmeel en 50% bloem”. Ook vrijwillige informatie, zoals de
commerciële benaming, mag niet dubbelzinnig of verwarrend zijn voor de consument en niet
de indruk wekken dat het product alleen maar volkorenmeel bevat. Het werkelijke percentage
volkorenmeel mag wel worden genoemd.
De Commissie behandelde al eerder klachten tegen het gebruik van de term ‘volkoren’ op verpakkingen en etiketten en in de benaming van voedingsmiddelen. Klaagster verwijst naar de beslissingen (van de voorzitter van de Commissie) in de dossiers 2019/00345 tot en met 2019/00348, 2019/00350 tot en met 2019/00354, 2019/00359 en 2019/00749.
Tot slot wijst klaagster er “wellicht ten overvloede” op dat er in Nederland “middels het meest recente Handboek Etikettering van Levensmiddelen van de NVWA” wel specifieke wettelijke voorschriften zijn voor het gebruik van de vermelding ‘volkoren’ voor onder meer crackers, biscuits, wraps, croutons, noodles en toastjes.
Samenvatting van het verweer van verweerder sub 1
Pietercil Barends B.V. (hierna: ‘Pietercil’) is door de producent Newlat Food S.p.A. aangesteld als exclusieve invoerder-verdeler voor de levensmiddelen van het merk Buitoni in Nederland, waaronder het product ‘Melba Toast with wholewheat flour’. In die hoedanigheid behartigt Pietercil de belangen van Newlat Food en voert zij als volgt verweer tegen de klacht met betrekking tot de ‘fysieke verpakking’ van het product en het gebruik van de term ‘with wholewheat flour’ hierop.
1.
Het Warenwetbesluit Meel en Brood is niet van toepassing op de Buitoni Melba Toast ‘with wholewheat flour’, omdat dit product geen waar is als bedoeld in dat besluit.
2.
Het Handboek Etikettering van levensmiddelen van de NVWA is opgesteld als hulpmiddel voor het bedrijfsleven. Dit betekent a contrario dat dit handboek niet kan en mag worden gelijkgesteld met wetgeving. Het kan hoogstens worden gebruikt als interpretatieve nota bij het analyseren van
wetgeving.
3.
De regels inzake etikettering van voorverpakte levensmiddelen zijn op 25 oktober 2011 op
Europees niveau geharmoniseerd aan de hand van de Europese Verordening 1169/2011. Deze
verordening is rechtstreeks van toepassing in elke Europese lidstaat en heeft voorrang op eventueel bestaande wetgeving in de lidstaten.
4.
De Europese Verordening bevat geen enkele bepaling over het gebruik van de term ‘volkoren’.
5.
In het kader van artikel 7.1 van de Europese Verordening 1169/2011 kan er geen sprake zijn van misleiding of verwarring, nu op de verpakking niet staat ‘Melba Toast wholewheat flour’, maar ‘Melba Toast with wholewheat flour’. Er wordt dus niet beweerd of gesuggereerd dat het product enkel bestaat uit volkoren meel. Zo heeft ‘volkoren koekjes’ ook een andere betekenis dan ‘koekjes met volkoren’.
6.
Lidstaten kunnen onder bepaalde voorwaarden zelf landelijke wetgeving inzake de etikettering van voorverpakte levensmiddelen uitvaardigen, maar in dit geval ontbreekt dergelijke wetgeving voor wat betreft het gebruik van de term ‘volkoren’.
7.
Een Europese harmonisatie van wetgeving is bedoeld om een ‘level playing field’ te creëren voor alle Europese bedrijven en om ervoor te zorgen dat geen landelijke hinderpalen worden opgetrokken om het vrij verkeer van levensmiddelen in de Europese Unie te belemmeren. Indien de Commissie in dit geval zou eisen dat een Europese verpakking wordt aangepast om toelaatbaar zijn in Nederland, dan werpt zij een hinderpaal op voor het vrij verkeer van levensmiddelen binnen de Europese Unie.
8.
De Europese harmonisatie van 2011 betekent dat levensmiddelen die conform de Europese
Verordening geldig op de markt zijn in een Europese lidstaat, ipso facto ook vrij moeten kunnen
worden verkocht in de andere Europese lidstaten. Nederland kan de handel in levensmiddelen,
voor zover zij beantwoorden aan de vereisten van de hiervoor vermelde Europese Verordening,
dus niet verbieden, weigeren of beperken. In dit verband wijst Pietercil op de artikelen 38 en 39 van de Europese Verordening 1169/2011.
9.
Rijk en overvloedig is de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie te Luxemburg die
dergelijke landelijke beperkingen en uitzonderingen op het vrij verkeer van goederen streng aan
banden legt. Ook in dit geval is duidelijk geen ‘rule of reason’ voorhanden die toelaat een
belemmering van het vrij verkeer objectief te rechtvaardigen.
10.
De onderhavige Europese dimensie is relevant, omdat de tekst van de bestreden verpakking
zonder meer wordt aanvaard in alle andere Europese lidstaten, waaronder België en
Frankrijk. Aldus zou de beperking die de Commissie zou opleggen, de facto een belemmering vormen van het vrij verkeer van goederen.
Samenvatting van het verweer van verweerder sub 2
Albert Heijn begrijpt de tegen haar gerichte klacht aldus dat deze alleen ziet op de webshop benaming “Buitoni Melba toast volkoren”.
Klaagster heeft ook bezwaar gemaakt tegen de benaming op de verpakking van dit product.
Pietercil heeft een verweerschrift ingediend ten aanzien van dit bezwaar.
Aangezien de webshopbenaming verband houdt met (en is afgeleid van) de benaming op de verpakking, verwijst Albert Heijn kortheidshalve voor haar inhoudelijke reactie naar het verweerschrift van Pietercil.
De repliek naar aanleiding van het verweer van verweerder sub 1
Klaagster heeft onder meer het volgende meegedeeld.
De aanduiding ‘with wholewheat flour’ zonder iets te vermelden over de tarwebloem wekt de indruk dat het product louter met volkoren tarwemeel is gemaakt. Dat is misleidend. Klaagster verwijst opnieuw naar het Handboek Etikettering van Levensmiddelen van de NVWA.
Op Europees niveau is in de General Food Law onder meer bepaald dat de levensmiddelenwetgeving ernaar streeft de belangen van de consument te beschermen en dat de reclame voor en de aanbiedingsvorm van levensmiddelen, met inbegrip van de verpakking, de consument niet mag misleiden. Klaagster verwijst naar de artikelen 8 en 16 van de General Food Law.
Het vrij verkeer van goederen en diensten in de Europese Unie blijft in stand, ook al zou de producent en/of verdeler voor de Nederlandse markt een andere verpakking moeten maken. Het is dagelijkse praktijk dat producenten in Europa voor diverse regio’s, landen en/of lidstaten (in de EU en daarbuiten) verschillende verpakkingen hanteren.
Klaagster wijst op artikel 8.2 aanhef en onder b NRC betreffende misleidende reclame, meer in het bijzonder op het daarin bepaalde over de samenstelling en specificatie van het product.
Op 12 augustus 2021 hield klaagster via Twitter een poll met de vraag:
“Op verpakkingen van crackers/toast/beschuit/etc staat vaak ‘met volkoren tarwe’. Mag je er
dan als consument vanuit gaan dat er alleen volkorenmeel is gebruikt?”
Van de 162 deelnemers antwoordde 40,7% ‘Ja’. 59,3% antwoordde ‘Nee’. In de supermarkt verwachten dus 41 van de 100 consumenten dat het meelbestanddeel van een product volledig uit volkorenmeel of volkorentarwe bestaat. Hoewel de meerderheid ‘Nee’ heeft geantwoord en het niet om een representatief wetenschappelijk onderzoek gaat, is wel duidelijk dat er twijfel is onder consumenten. De aanduiding ‘met volkoren tarwe’ (‘with wholewheat flour’) is daarom, in het licht van de General Food Law, de Nederlandse Warenwet en daarbij horende hulpmiddelen (o.a. Warenwetbesluit, Handboek Etikettering van Levensmiddelen) en artikel 8 NRC, niet afdoende en dus misleidend, aldus klaagster.
Voor 7 voorbeelden van volkorenproducten met nog een ander meelbestanddeel, waarbij de NRC en Europese en Nederlandse bepalingen wel juist zijn toegepast, verwijst klaagster naar bijlage 2 bij de repliek.
Foodwatch verzoekt de Commissie:
a.
De reclame-uiting op de verpakking van Buitoni en de website van Albert Heijn te beoordelen aan de hand van onder meer artikel 8.2 NRC, de artikelen 8 en 16 van de General Food Law en de instructies, vervat in het NVWA Handboek Etikettering van Levensmiddelen;
b.
De producenten en betrokken verkoper(s) en adverteerder(s) te verzoeken de producten onmiddellijk terug te trekken en zich niet meer op de onderhavige wijze te uiten en
c.
De producent op te dragen om het werkelijke percentage volkorenmeel op de voorkant van de verpakking af te drukken en de tarwebloem te vermelden, zoals ook andere producenten dit doen.
De dupliek van verweerder sub 1
Verweerder heeft onder meer het volgende meegedeeld.
Anders dan Foodwatch beweert, wordt het percentage volkoren tarwemeel (36%) uitdrukkelijk op de verpakking vermeld.
Van misleiding kan in dit geval geen sprake zijn, omdat de consument op basis van de op het etiket vermelde informatie over alle elementen beschikt om een bewuste keuze te maken.
De bewering van Foodwatch dat het vrij verkeer van goederen niet wordt gedwarsboomd
door afwijkende regels en bepalingen die in Nederland zouden gelden, staat haaks op de
rechtspraak van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg, dat reeds in 1979 (arrest
‘Cassis de Dijon’) de ‘rule of reason’ heeft geïntroduceerd en deze in tientallen
toonaangevende arresten heeft verfijnd en geëxpliciteerd. Verweerder vreest dat het
Foodwatch onbekend is dat schier elke belemmering van het vrij intracommunautair
verkeer van goederen binnen de Europese Unie aldus door het Europees Hof van Justitie
aan banden wordt gelegd.
De door Foodwatch gehouden peiling is niet wetenschappelijk onderbouwd en voldoet niet aan de vereisten voor een reguliere en representatieve steekproef. De conclusie van Foodwatch uit die steekproef dient des te meer te worden afgewezen, nu Foodwatch niet de gehele verpakking ter beoordeling heeft voorgelegd, maar slechts een beperkte en suggestieve vraag heeft gesteld, aldus verweerder.
E-mail van 14 september 2021 van verweerder sub 2
Albert Heijn zal geen aanvullende reactie sturen. Zoals eerder meegedeeld, zal haar leverancier Pietercil het inhoudelijke verweer voeren, omdat het een A-merk betreft. Als de klacht gegrond wordt verklaard, zal Albert Heijn zich conformeren aan de beslissing van de Commissie.
De mondelinge behandeling
Klaagster en verweerder sub 1 hebben hun standpunten mondeling toegelicht. Op die toelichting zal worden teruggekomen in het verweer.
Het oordeel van de Commissie
1.
Ten eerste zal de Commissie klaagsters bezwaar tegen uiting 2, de verpakking van “Melba Toast” met de vermelding “with wholewheat flour”, beoordelen. Zij stelt daarbij het volgende voorop.
Bij de beoordeling of een etikettering voor een consument misleidend kan zijn, volgt uit de rechtspraak dat moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument (HvJ EG 16 juli 1998, 347). Ook dient ervan te worden uitgegaan dat deze gemiddelde consument, wiens beslissing tot aankoop wordt bepaald door de samenstelling van een product, eerst de lijst van ingrediënten leest (HvJ EG 26 oktober 1995, C-51/94). Dat de lijst van ingrediënten op de verpakking staat, kan anderzijds niet uitsluiten dat kan worden geoordeeld dat de consument wordt misleid, bijvoorbeeld indien op de verpakking de indruk wordt gewekt dat het product een ingrediënt bevat dat het in werkelijkheid niet bevat, wat uitsluitend blijkt uit de lijst van ingrediënten (HvJ EG 4 juni 2015, C-195/14).
2.
Klaagster vindt de bestreden verpakking misleidend, omdat door de vermelding “with wholewheat flour” op de voorzijde van de verpakking de indruk zou worden gewekt dat het product louter volkorenmeel bevat, terwijl in werkelijkheid “tarwemeel” het eerste en meest voorkomende ingrediënt in het meelbestanddeel is, en daarna 36% volkoren tarwemeel volgt.
De Commissie oordeelt hierover als volgt.
3.
Op de voorzijde van de verpakking staat weliswaar relatief groot gedrukt: “wholewheat”, waardoor men in eerste instantie zou kunnen denken dat het meelbestanddeel van het product uitsluitend volkorenmeel betreft, maar deze vermelding wordt direct voorafgegaan door het kleiner, maar eveneens in witte letters tegen een bruine achtergrond gedrukte woord “with”. Hierdoor acht de Commissie het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het meelbestanddeel van het product niet geheel, maar deels uit volkorenmeel bestaat. Dit wordt vervolgens bevestigd door de vermelding van de ingrediënten aan de zijkant van de verpakking, te zien op bijlage 4 bij de klacht. Daar staat onder het kopje “(NL) TOAST MET VOLKORENMEEL –”:
“Ingrediënten: Tarwemeel, Volkoren Tarwemeel 36%, Sesamzaad 3% Gist, zonnebloemolie, Moutextrakt (uit Gerst en Mais), Zout, Dextrose. Mogelijke sporen van soja. Koel en droog bewaren.” Blijkens deze ingrediëntenlijst bevat het product “tarwemeel” en “volkoren tarwemeel” en maakt dit laatste ingrediënt 36% uit van het product in verhouding tot de overige ingrediënten. Van misleiding is daarom geen sprake.
Klaagsters verwijzing naar het Handboek Etikettering van Levensmiddelen van de NVWA van 19 november 2020 en naar een via twitter gehouden poll maken het oordeel van de Commissie niet anders. Zij overweegt daartoe het volgende.
In het Handboek Etikettering van Levensmiddelen komt niet specifiek de situatie aan de orde dat over een product wordt gezegd: “met volkoren”. Op grond hiervan mist de verwijzing door klaagster naar het Handboek relevantie voor deze zaak.
In de uitslag van de poll ziet de Commissie geen aanleiding anders te oordelen, reeds omdat bij die poll een algemene vraag is gesteld en niet is gebleken dat de bestreden verpakking, die in haar geheel moet worden beoordeeld, aan de respondenten is voorgelegd.
Waar aan het slot van de klacht “ten overvloede” is gesteld dat er in Nederland “middels het meest recente Handboek Etikettering van Levensmiddelen van de NVWA” wel specifieke wettelijke voorschriften zijn voor het gebruik van de vermelding ‘volkoren’ voor onder meer crackers, biscuits, wraps, croutons, noodles en toastjes, is overigens niet duidelijk waar klaagster op doelt. Bij repliek of ter zitting heeft klaagster deze stelling ook niet herhaald.
Op grond van het voorgaande wordt de klacht tegen de verpakking afgewezen.
4.
Ten aanzien van uiting 1, op de website van Albert Heijn, oordeelt de Commissie anders. In de tekst van deze uiting wordt de onderhavige variant van Buitoni Melba toast aangeduid als “volkoren”, zonder nuancering die erop wijst dat het meelbestanddeel van de toast in werkelijkheid slechts deels uit volkorenmeel bestaat. Hierdoor wordt ten onrechte de indruk gewekt dat er uitsluitend sprake is van volkorenmeel. De enkele afbeelding in de uiting van de voorzijde van de verpakking van het product, waarop staat: “with wholewheat flour”, neemt deze onjuiste indrukonvoldoende weg. Deze mededeling kan de gemiddelde consument immers gemakkelijk ontgaan nu in de beschrijving het product uitdrukkelijk als ‘volkoren’ wordt aangeduid. De Commissie acht het dan ook niet aannemelijk dat deze consument de tekst op de verpakking zal zien als een nuancering ten aanzien van de claim dat het om een ‘volkoren’ product gaat.
Gelet op bovenbedoelde onjuistheid over de samenstelling van het product acht de Commissie de bestreden uiting misleidend in de zin van artikel 7 lid 4 onder a van de Verordening (EU) Nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC.
De Commissie acht Albert Heijn verantwoordelijk voor uiting 1. Niet is gebleken dat verweerder sub 1 de tekst van deze uiting (mede) heeft bepaald. Meer in het bijzonder heeft verweerder sub 1 desgevraagd ter zitting meegedeeld dat zij, indien zij de tekst zou hebben opgesteld, letterlijk de tekst van de verpakking zou hebben overgenomen, dus inclusief “met volkoren”.
Aangezien Albert Heijn heeft meegedeeld zich te zullen conformeren aan de beslissing van de Commissie, acht de Commissie het niet nodig een aanbeveling te doen.
5.
Naar aanleiding van klaagsters verzoeken bij repliek, weergegeven onder b en c, merkt de Commissie op dat zij niet bevoegd is te om bepalen dat producten onmiddellijk zouden moeten worden teruggetrokken of om producenten op te dragen om een verpakking van een bepaalde tekst te voorzien.
6.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
Gelet op het oordeel onder 4 acht de Commissie uiting 1 in strijd met artikel 2 NRC. Zij acht verweerder sub 2 hiervoor verantwoordelijk, maar acht het niet nodig een aanbeveling te doen.
Voor het overige wijst zij de klacht af.