Het College van Beroep [28 februari 2023]
1. De procedure
[Procesverloop]
2. De bestreden uiting
Het betreft de verpakking “Nissin Soba Wok Style Teriyaki” (110 gram) van Nissin Foods met op de voorzijde een afbeelding van een bord met noedels waarbij ook groene en oranje/rode groenten en schijfjes paddenstoel zijn te zien. Een deel van de noedels wordt met eetstokjes opgetild. Rechtsonder de afbeelding staat het woord “serveersuggestie” in vijf talen, waaronder het Nederlands. Op de achterzijde van de verpakking staat: “Instant tarwenoedels met teriyaki kruidensaus. Ingrediënten: noedels 81,5% [tarwemeel, palmolie, zout, meelverbeteraars (E500, E451), stabilisator (E501), verdikkingsmiddel (E412), antioxidant (E306)], kruidensaus 17,8% [sojasaus (water, sojabonen, zout, tarwe), suiker, koolzaadolie, dextrose, smaakversterkers (…) gehydrolyseerd maiseiwit, zout, specerijen, kleurstof (karamel), kippenvleespoeder, gemodificeerd zetmeel, aroma’s (bevat selderij], lente-ui. (…)”
Verder staat op de achterkant: “Bereidingswijze: (…) Kook de noedels en de inhoud van het zakje met groenten 2 tot 3 minuten in het water (…)”
3. Het geschil bij de Commissie
De inleidende klacht luidt in essentie dat de uiting door de afbeelding van het bereide product (een bord met daarop noedels met onder meer stukjes wortel en plakjes paddenstoel) en door de bereidingswijze ten onrechte de indruk wekt dat dit product ook wortel en paddenstoel bevat. Het woord ‘serveersuggestie’ doet hier niets aan af. Het Handboek Etikettering van Levensmiddelen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) schrijft voor dat een afbeelding moet laten zien dat het om een serveersuggestie gaat en dat iets wordt toegevoegd wat niet in de verpakking aanwezig is. Dat de afgebeelde serveersuggestie ingrediënten toont die niet in de verpakking zitten, blijkt uitsluitend uit de lijst van ingrediënten. Dit is misleidend overeenkomstig artikel 7 lid 1 Verordening EU nr. 1169/2011 en HvJ EU 4 juni 2015, C-195/14, ECLI:EU:C:2015:361 (het “Teekanne-arrest”).
De Commissie heeft de bestreden reclame-uiting (de verpakking) getoetst aan artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1169/2011, zoals dit artikel op grond van de rechtspraak dient te worden toegepast. Van de gemiddelde consument mag, gelet op deze rechtspraak, verwacht worden dat hij, alvorens hij een besluit over aankoop van het product neemt, (eerst) de ingrediëntenlijst leest. Die is juist. Dat de gemiddelde consument uit de ingrediëntenlijst kan afleiden dat het product wel lente-ui maar niet de op de foto op de verpakking afgebeelde stukjes oranje groenten en stukjes paddenstoel bevat, betekent echter niet dat de verpakking voldoende duidelijk is over de ingrediënten. Ook het gebruik van het woord ‘serveersuggestie’ is onvoldoende verhelderend. De gemiddelde consument zal hieruit niet afleiden dat op de foto ingrediënten te zien zijn die niet in de verpakking aanwezig zijn. Als bijvoorbeeld op de verpakking van een rookworst een afbeelding staat van een bord boerenkoolstamppot met rookworst, met daarbij het woord “serveersuggestie”, dan zal de gemiddelde consument begrijpen dat de verpakking enkel de rookworst bevat, en niet de afgebeelde boerenkoolstamppot. Bij de verpakking van de noedels, waar de klacht op ziet, ligt dat anders. Er zijn immers diverse vergelijkbare producten te koop die wél verschillende groenten in de verpakking bevatten. De consument kan dus redelijkerwijs alle afgebeelde groenten in de verpakking verwachten. Daarbij komt dat de afgebeelde stukjes wortel en paddenstoel er niet zodanig vers of verser dan de stukjes lente-ui uitzien, dat evident is dat deze vers zijn toegevoegd bij het serveren van het product. Ook is de verpakking niet zodanig dat deze niet kleine hoeveelheden wortel en paddenstoel zou kunnen bevatten. Aan de verpakking kan de consument dus niet een contra-indicatie ontlenen. De wettelijke benaming van het product (“instant tarwenoedels met Teriyaki kruidensaus”) op de achterzijde van de verpakking biedt geen helderheid over de precieze samenstelling van het product, nu men hieruit ten onrechte zou kunnen begrijpen dat het product helemaal geen groente(n) bevat. Dat men uit de ingrediëntenlijst kan afleiden dat de verpakking geen wortel en paddenstoel bevat, acht de Commissie onvoldoende om de misleiding weg te nemen.
4. De grieven
4.1. Grief 1
Bij de vraag of etikettering kan misleiden over de ingrediënten, gaat het om de etikettering als geheel. In dat kader moet worden bepaald of een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument kan worden misleid, waarbij met name rekening moet worden gehouden met bewoordingen en afbeeldingen en met de plaats, de omvang, de kleur, het lettertype, de taal, de zinsbouw en de gebruikte leestekens van de verschillende elementen op de verpakking. De Commissie heeft dit criterium in de bestreden beslissing niet correct toegepast door de beoordeling toe te spitsen op het element ‘serveersuggestie’. Niet uitsluitend dit element dient te worden meegewogen, maar alle elementen van de verpakking, en wel door deze in detail te onderzoeken. Uitgaande hiervan heeft de Commissie ten onrechte geen gewicht toegekend aan de prominent weergegeven eetstokjes op de afbeelding. Deze tillen een groot deel van de noedels op. De opgetilde noedels bevatten bewust geen groenten. Uit de opmaak van het bord noedels, waarbij de stukjes paddenstoel en wortel op de noedels liggen en niet in de noedels, zoals de Commissie ten onrechte overweegt, blijkt dat deze groenten zijn toegevoegd. Enkel de donkergroene groente (de lente-ui) is tussen de noedels te zien. Volgens de Commissie zien de stukjes wortel en paddenstoel er niet zodanig vers of verser uit dan de stukjes lente-ui, dat evident is dat deze vers zijn toegevoegd. Deze overweging vindt geen steun in jurisprudentie of het recht. De consument zal de afbeelding zo begrijpen dat de groenten gewokt en toegevoegd kunnen worden en vervolgens met de noedels kunnen worden geserveerd. De commerciële namen op de voorzijde wekken ook niet de indruk dat het product groenten bevat. Het product wordt aangeduid als “Soba Wok Style” en het element “Teriyaki” verwijst naar een saus. De benaming van het product is duidelijk over de bestanddelen van het product. Het product heet “instant tarwe-noedels met teriyaki-kruidensaus”. De consument leest deze benaming en zal hieruit de samenstelling van het product afleiden. De benaming is, net als de lijst van ingrediënten, een essentieel onderdeel van de verpakking. De achterzijde van de verpakking bevat afbeeldingen met bereidingsinstructies. De Commissie heeft in haar overwegingen hieraan ten onrechte geen gewicht toegekend. Ook de bereidingsafbeeldingen laten geen misverstand bestaan over de samenstelling van het product. De bereidingsafbeeldingen laten in stap 2 het zakje met lente-ui zien en geen andere groenten. Op de bereidingsafbeelding van het eindproduct zijn geen groenten te zien. Tot slot overweegt de Commissie dat de verpakking niet zodanig klein is dat deze geen andere groenten zou kunnen bevatten. De mogelijkheid dat een verpakking groenten zou kunnen bevatten, is niet relevant. De consument die wil weten welke ingrediënten het product bevat, kijkt altijd eerst naar de lijst van ingrediënten en wordt dan accuraat geïnformeerd.
4.2. Grief 2
De Commissie heeft te weinig gewicht toegekend aan de prominente vermelding van het woord ”serveersuggestie”. De Commissie meent dat serveersuggestie geen vastomlijnd begrip is en dat het op meerdere manieren begrepen kan worden. Dit is onjuist, omdat het woord “serveersuggestie” een duidelijke en vastomlijnde betekenis heeft, te weten een suggestie voor het serveren. Dit gaat vaak over het toevoegen van andere ingrediënten. Voor de consument maakt dit direct duidelijk dat het een suggestie is hoe het product geserveerd kan worden en dat het product niet alle afgebeelde elementen bevat. In een eerdere zaak heeft de Commissie overwogen dat de aanduiding ‘serveersuggestie’ duidelijk maakt dat de afbeelding niet zonder meer het product in de verpakking weergeeft. Het is daarmee een manier om aan te duiden hoe een levensmiddel verder verrijkt of aangevuld kan worden. De consument is bekend met deze praktijk en terminologie. De consument zal de ‘serveersuggestie’ niet zien in relatie tot het bord waarop de noedels liggen, maar begrijpen als een verwijzing naar het presenteren van de noedels mét toegevoegde groenten.
4.3. Grief 3
De Commissie overweegt ambtshalve dat diverse vergelijkbare producten te koop zouden zijn die wel verschillende groenten in de verpakking bevatten. Kennelijk heeft de Commissie ambtshalve eigen onderzoek gedaan en deze conclusie getrokken. Niet alleen geeft deze overweging een vertekend beeld van de werkelijkheid, maar is deze ook niet controleerbaar. Deze overweging vindt bovendien geen steun in de in de procedure uitgewisselde argumenten. Nissin Foods heeft in het verweerschrift juist laten zien dat ook andere noedelproducten op hun verpakking groenten als serveersuggestie weergeven. Nissin Foods onderbouwt dit aan de hand van foto’s van de verpakkingen van diverse producten waarop afbeeldingen van het product met afzonderlijk toegevoegde groenten zijn te zien. De consument die bekend is met een zeer groot aantal van dit soort verpakkingen in het schap, is ook bekend met het afbeelden van groenten die kunnen worden toegevoegd, waarbij in veel gevallen het woord ‘serveersuggestie’ zelfs ontbreekt.
4,4, Grief 4
Ten onrechte gaat de Commissie eraan voorbij dat het levensmiddelenrecht op het gebied van etikettering, waaronder het verbod op misleiding, op EU-niveau is geharmoniseerd. Dit betekent dat wanneer een onderneming aan de EU-regels voldoet, het product overal in de EU verkocht mag worden. Uit de bij de Commissie overgelegde juridische analyse van de Duitse advocaat Ballke van het gerenommeerde levensmiddelenrechtkantoor Meisterernst Rechtsanwälte blijkt dat in Duitsland de verpakking niet als misleidend wordt gezien. Niets wat in deze procedure door de Consumentenbond naar voren is gebracht, rechtvaardigt dat in Nederland een strengere lijn zou worden gehanteerd.
5. Het antwoord in appel
De grieven zijn gemotiveerd weersproken en strekken tot bevestiging van de beslissing van de Commissie. Hierna zal, voor zoveel nodig, op het verweer worden ingegaan.
6. De mondelinge behandeling
Het standpunt van Nissin Foods is toegelicht mede aan de hand van een pleitnotitie die als hier ingelast worden beschouwd.
Hierna is het standpunt van de Consumentenbond toegelicht.
Op hetgeen verder ter zitting is verklaard zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
7. Het oordeel van het College
7.1. De klacht betreft in essentie de vraag of (het etiket op) de verpakking van het product in kwestie bij de gemiddelde consument de indruk wekt dat dit product (onder meer) wortel en paddenstoel als ingrediënten bevat. Bij de beoordeling of een etikettering voor een consument misleidend kan zijn, volgt uit de rechtspraak dat moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument op basis van de volledige reclame-uiting (HvJ EG 16 juli 1998, C-210/96, ECLI:EU:C:1998:369, inzake Gut Springenheide). En voorts is het uitgangspunt dat deze gemiddelde consument, wiens beslissing tot aankoop wordt bepaald door de samenstelling van een product, eerst de lijst van ingrediënten leest (HvJ EG 26 oktober 1995, C-51/94, ECLI:EU:C:1995:352). Dat de lijst van ingrediënten op de verpakking staat, kan anderzijds niet uitsluiten dat de etikettering van dat product en de wijze waarop deze is uitgevoerd de consument kan misleiden, bijvoorbeeld indien, in zijn geheel beschouwd, het etiket de indruk wekt dat het product een ingrediënt bevat dat het in werkelijkheid niet bevat, wat uitsluitend blijkt uit de lijst van de ingrediënten (HvJ EG 4 juni 2015, C-195/14, ECLI:EU:C:2015:361, inzake Teekanne).
7.2. De Commissie heeft in de bestreden beslissing uitdrukkelijk naar voormeld toetsingskader verwezen, met dien verstande dat zij niet met zoveel woorden heeft vermeld dat zij bij de beoordeling van de volledige uiting is uitgegaan. Dit brengt, anders dan Nissin Foods met grief 1 betoogt, niet mee dat de beslissing onjuist is. Uit de overwegingen van de Commissie blijkt dat zij bij de beoordeling de volledige verpakking in ogenschouw heeft genomen en haar oordeel ook daarop heeft gebaseerd. Dat de Commissie bepaalde, volgens Nissin Foods beweerdelijk belangrijke elementen niet uitdrukkelijk in haar oordeel heeft vermeld, kan verder niet tot het oordeel leiden dat de Commissie van een onjuist toetsingskader is uitgegaan. Ten aanzien van de inhoudelijke beoordeling geldt het volgende.
7.3. De klacht is gericht tegen een verpakking waarbij op de voorzijde van het product prominent een foto staat van een op een bord opgediend product, bestaande uit noedels en diverse groenten. Daarbij zijn wortel en paddenstoel duidelijk te herkennen naast groene groente(n). Hierbij staat: “Soba Wok Style Teriyaki” en (in diverse talen:) “Serveersuggestie”. Uit de foto als zodanig blijkt niet dat de wortelstukjes en de plakjes paddenstoel afzonderlijk zijn toegevoegd. Dat, zoals Nissin Foods in dit verband stelt, de wortelstukjes en de plakjes paddenstoel op de noedels liggen en niet er doorheen zijn geroerd, blijkt niet (duidelijk) uit de foto. Het College ziet hier geen wezenlijk verschil met het aanwezige groene ingrediënt dat blijkbaar de lente-ui representeert. Dit geldt ook voor de staat waarin de ingrediënten zijn te zien. Niet duidelijk blijkt dat de wortel en de schijfjes paddenstoel, in tegenstelling tot de lente-ui, in verse staat zijn toegevoegd. Voor zover er al een verschil in presentatie van de groenten zou zijn (het College ziet dit verschil overigens niet), is dat dermate subtiel dat dit de gemiddelde consument zal ontgaan. Hetzelfde geldt voor het feit dat de afgebeelde eetstokjes een portie noedels zonder groente optillen. De gemiddelde consument zal ook dit niet opvatten als een bewering over de samenstelling van het product, nog los van het feit dat die bewering dan onjuist zou zijn, omdat de opgetilde noedels geen lente-uit bevatten. De vermelding “Soba Wok Style Teriyaki” zegt verder niets over de samenstelling van het product en zal dus de afgebeelde samenstelling niet relativeren.
7.4. Vervolgens is het de vraag of de gemiddelde consument de vermelding ‘serveersuggestie’ in dit geval zo zal opvatten dat de foto ook ingrediënten toont die los zijn toegevoegd en die derhalve niet als ingrediënt in de verpakking van het product zijn begrepen. Nissin Foods stelt in dit verband dat ‘serveersuggestie’ een duidelijke en vastomlijnde be-tekenis heeft, te weten een suggestie voor het serveren. Ook indien daarvan wordt uitgegaan, geldt dat de consument dit op twee manieren kan opvatten. Het begrip ‘serveersuggestie’ kan immers worden gebruikt om hetzij een bepaalde wijze van opdienen (het serveren zelf) als voorbeeld te tonen, hetzij om kenbaar te maken dat de afbeelding met het oog op het serveren ook bestanddelen toont die niet of in beperktere mate dan afgebeeld als ingrediënt in de verpakking aanwezig zijn. Niet kan worden aangenomen dat de consument altijd van laatstgenoemde interpretatie zal uitgaan, dat wil zeggen de mededeling ‘serveersuggestie’ in feite zal opvatten als een synoniem voor een afbeelding met afzonderlijk toegevoegde ingrediënten. Voor zover Nissin Foods met grief 2 anders betoogt, vindt die opvatting geen steun in het recht of in eerdere uitspraken. Per geval dient te worden beoordeeld welke invulling de gemiddelde consument op basis van de volledige uiting aan het woord ‘serveersuggestie’ geeft.
7.5. Het laatste impliceert dat het College voorbijgaat aan de door Nissin Foods bij de Commissie overgelegde verklaring van de Duitse advocaat Christian Ballke LL.M. die, kort samengevat, als juridische opinie geeft dat de vermelding ‘serveersuggestie’ enkel kan zijn bedoeld om duidelijk te maken dat de afbeelding op de verpakking geen representatieve weergave is van het verpakte product. De advocaat baseert zijn opinie vooral op de mededeling van de Europese Commissie betreffende de toepassing van het beginsel van kwantitatieve vermelding van ingrediënten (QUID) (2017/C 393/05), voor zover daar wordt gezegd:
“Bepaalde voorstellingen vallen niet onder deze bepaling. Bijvoorbeeld:
— wanneer een beeld het levensmiddel toont zoals het wordt verkocht; wanneer een beeld een „serveertip” toont, op voorwaarde dat de aard van het beeld duidelijk wordt gemaakt en het beeld het levensmiddel dat wordt verkocht en/of de ingrediënten ervan verder niet opvallend aangeeft.”
Naar het oordeel van het College kan niet op basis van deze enkele mededeling worden aangenomen dat de Europese Commissie heeft bedoeld een autonome invulling aan het begrip ‘serveersuggestie’ te geven, in die zin dat dit begrip enkel kan dienen om kenbaar te maken dat een product wordt getoond waaraan extra ingrediënten zijn toegevoegd. Het College acht bedoelde mededeling daarvoor onvoldoende eenduidig. Voor zover de Duitse advocaat naar standpunten van Duitse bestuursorganen en een uitspraak van de Duitse rechter verwijst, betreft het naar het oordeel van het College geen vergelijkbare gevallen. Grief 4 treft daarmee geen doel.
7.6. Nissin Foods zal op grond van het voorgaande duidelijk moeten maken wat de aard van de ’serveersuggestie’ is om te voorkomen dat bij de consument onjuiste verwachtingen worden gewekt over de samenstelling van het verpakte product. Het College verwijst daarbij naar het gelijkluidende standpunt van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over het begrip ‘serveersuggestie’, zoals dit onder meer als volgt is verwoord in de ‘Aandachtspunten eerlijke informatie op etiket’: “De afbeelding moet laten zien dat het om een serveersuggestie gaat en dat iets wordt toegevoegd dat niet aanwezig is in de verpakking”. Uit de foto zal derhalve dienen te blijken of deze het bereide product in originele staat of het bereide product met afzonderlijk toegevoegde ingrediënten toont. Aan deze eis is niet voldaan. Nu in deze zaak de toevoeging van losse ingrediënten niet of onvoldoende uit de foto blijkt, zal de gemiddelde consument op basis van de foto op de voorzijde kunnen veronderstellen dat hij het product koopt zoals dat op de foto bereid en opgediend op een bord met eetstokjes is te zien. Dit laatste kan hij dan zeer wel als de ‘serveersuggestie’ opvatten.
7.7. Op basis van het in onderdeel 7.1 geschetste toetsingskader moet ervan worden uitgegaan dat de gemiddelde consument alvorens hij een besluit neemt over de aankoop van het product, eerst de ingrediëntenlijst op de achterzijde van de verpakking zal lezen, evenals de overige informatie op de volledige verpakking. Uit de ingrediëntenlijst, die direct volgt na de wettelijke benaming “Instant tarwenoedels met teriyaki kruidensaus”, blijkt dat het product, voor zover van belang, lente-ui bevat. Wortel en paddenstoel worden hier niet genoemd. Wel wordt in de aanwijzing voor de bereiding gesproken over een “zakje met groenten”, hetgeen meer dan één groente veronderstelt. In de bijbehorende grafische presentatie van de bereidingswijze zijn echter in het geheel geen groenten te zien waardoor het erop lijkt dat het product geen enkele groente bevat.
7.8. Het College oordeelt dat de etikettering van het product en de wijze waarop deze is uitgevoerd de consument kan misleiden, doordat, in zijn geheel beschouwd, de verpakking de indruk wekt dat het product ook wortel en paddenstoel bevat, terwijl het deze ingrediënten in werkelijkheid niet bevat, wat uitsluitend duidelijk blijkt uit de lijst van de ingrediënten. In dit geval zal de gemiddelde consument wortel en paddenstoel als ingrediënt kunnen verwachten nu deze opvallend zijn afgebeeld zonder dat voldoende kenbaar wordt gemaakt dat deze afzonderlijk zijn toegevoegd. Nu dit laatste ook niet blijkt uit de overige informatie op het etiket, rekening houdend met de bewoordingen, de plaats waar de informatie staat, de omvang, de kleur en het lettertype daarvan, de taal, zinsbouw en de gebruikte leestekens, onderschrijft het College het oordeel van de Commissie dat in dit geval sprake is van misleidende voedselinformatie als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub a in verbinding met artikel 7 lid 4 sub b van de Verordening (EU) nr. 1169/2011, waardoor is gehandeld in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
7.9. Aan grief 3 komt geen zelfstandige betekenis toe nu deze verwijst naar een constatering van de Commissie die blijkens het voorgaande niet relevant is voor het eindoordeel. Nu de grieven ook in zoverre geen doel treffen, beslist het College als volgt.
8. De beslissing van het College van Beroep
Het College bevestigt de bestreden beslissing.
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie [6 december 2022]
De bestreden reclame-uiting
Het betreft een verpakking noedels “Nissin Soba Wok Style Teriyaki” (110 gram) van adverteerder, met op de voorzijde een afbeelding van een kom met noedels, stukjes champignon, groene en oranje/rode groenten. Rechtsonder staat het woord “serveersuggestie” in vijf talen, waaronder het Nederlands. Op de achterzijde van de verpakking staat: “Instant tarwenoedels met teriyaki kruidensaus. Ingrediënten: noedels 81,5% [tarwemeel, palmolie, zout, meelverbeteraars (E500, E451), stabilisator (E501), verdikkingsmiddel (E412), antioxidant (E306)], kruidensaus 17,8% [sojasaus (water, sojabonen, zout, tarwe), suiker, koolzaadolie, dextrose, smaakversterkers (…) gehydrolyseerd maiseiwit, zout, specerijen, kleurstof (karamel), kippenvleespoeder, gemodificeerd zetmeel, aroma’s (bevat selderij], lente-ui. (…)”
En
“Bereidingswijze: (…) Kook de noedels en de inhoud van het zakje met groenten 2 tot 3 minuten in het water (…)”
De klacht
Volgens klager wordt met de afbeelding op de verpakking en de bereidingswijze gesuggereerd dat de verpakking “volop groenten” bevat, waaronder wortel, paddenstoel en lente-ui. Het woord “serveersuggestie” doet hier niets aan af, want dat kan volgens klager immers ook duiden op de suggestie om de noedels droog in plaats van in een soep op te dienen. Het Handboek Etikettering van Levensmiddelen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) schrijft volgens klager voor dat een afbeelding moet laten zien dat het om een serveersuggestie gaat en dat iets wordt toegevoegd wat niet aanwezig is in de verpakking. In de verpakking zitten geen stukjes groenten, slechts wat flinters lente-ui. De hoeveelheid lente-ui is volgens klager niet “gekwid” (Commissie: aangeduid volgens de kwantitatieve ingrediëntendeclaratie), maar het is nog kleiner dan het aandeel aroma’s, kleurstof en kippenvleespoeder. Met de afbeelding en de uitgeschreven bereidingswijze suggereert de fabrikant dus dat er ingrediënten in de verpakking zitten, die er in werkelijkheid niet in zitten. Dat blijkt uitsluitend uit de lijst van ingrediënten en dat is misleidend, aldus klager. Hij verwijst in dit verband naar artikel 7 lid 1 Verordening EU nr. 1169/2011 en naar HvJEG 4 juni 2015, C-195/14, ECLI:EU:C:2015:361 (het zogenoemde “Teekanne-arrest”).
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Ten aanzien van de voorzijde van de verpakking geldt dat de afbeelding een bord laat zien met noedels en daarbovenop diverse groenten. Dit tafereel laat duidelijk zien wat de mogelijkheden van het product zijn. Dit is een gangbare praktijk die wordt aangeduid als de “serveersuggestie” wat er ook in een aantal talen op staat. De groenten zijn op de noedels afgebeeld. De met de eetstokjes uitgelichte hap noedels bevat bewust geen groenten. Ook hieruit volgt dat de groenten kunnen worden toegevoegd.
Volgens vaste EU-rechtspraak, zoals het Gut Springenheide-arrest, moet worden uitgegaan van een consument die eerst de lijst van ingrediënten leest. Voorts dient de etikettering van een levensmiddel in het geheel te worden beschouwd, om te beoordelen of deze de indruk wekt dat dit levensmiddel een ingrediënt bevat dat het in werkelijkheid niet bevat. Volgens het Hof van Justitie dienen alle verschillende elementen te worden onderzocht om te bepalen of de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument kan worden misleid ten aanzien van (in casu) de aanwezigheid van groenten. De Commissie moet met name rekening houden met de gebruikte bewoordingen en afbeeldingen en met de plaats, de omvang, de kleur, het lettertype, de taal, de zinsbouw en de gebruikte leestekens van de verschillende elementen op de verpakking. Al deze elementen gaan “in het mandje” om te beoordelen of een element misleidend kan zijn.
De lijst van ingrediënten van het product is precies en duidelijk over alle bestanddelen van het product. Daaruit blijkt ook dat het product geen wortel en paddenstoel bevat, wel lente-ui. De geïnteresseerde consument leest eerst deze lijst van ingrediënten, volgens de vaste lijn van het Hof van Justitie. Voor zover iemand al ten onrechte zou kunnen denken dat het product extra groenten bevat, biedt de lijst van ingrediënten dus duidelijkheid. Het risico hierop ontbreekt echter al volledig door de vermelding “serveersuggestie”, direct naast het bord op de afbeelding. De consument is bekend met deze praktijk en terminologie.
De groenten op de afbeelding zijn duidelijk vers toegevoegd. Op de achterkant is ook de wettelijke benaming van het product duidelijk: “instant tarwenoedels met Teriyaki-kruidensaus”. De consument zal ook hieruit de samenstelling van het product afleiden. Ook de afbeeldingen met bereidingsinstructies laten geen misverstand bestaan over de samenstelling van het product. Op geen enkele manier worden in deze visuele weergave groenten getoond of gesuggereerd. Voor wat betreft klagers verwijzing naar de woordkeuze in de bereidingswijze (“de inhoud van het zakje met groenten”) deelt adverteerder mee dat het product 0,85% gedroogde lente-uien bevat. Dat zijn groenten; het product bevat dus groenten.
Adverteerder deelt mee dat het door klager genoemde Handboek Etikettering van Levensmiddelen (van de NVWA) niet de status van wet, jurisprudentie of officiële beleidsregel heeft. Het Handboek erkent volgens adverteerder echter wel uitdrukkelijk het gebruik van vermeldingen als “serveersuggestie”. In het hoofdstuk over afbeeldingen staat dat het mogelijk is om met een afbeelding een gebruiksmogelijkheid aan te geven. In het Handboek staat ook dat het gebruik van afbeeldingen altijd van geval tot geval zal moeten beoordeeld, “waarbij het hele etiket of de hele presentatie van het levensmiddel in ogenschouw wordt genomen.” Adverteerder merkt op dat het product al sinds 2013 op de markt is, en er nog nooit een klacht op dit punt is geweest. In de praktijk is van daadwerkelijke verwarring of onduidelijkheid dus geen sprake. Dit is relevant nu de huidige klacht niet is ingediend door een consument maar door een onderneming. Adverteerder heeft bij haar verweer een verklaring overgelegd van de Duitse advocaat Ballke (van Meisterernst Rechtsanwälte), waarin staat dat de verpakking in Duitsland niet als verwarrend wordt beschouwd.
De repliek
De repliek wordt als volgt samengevat.
Volgens klager is de disclaimer “serveersuggestie” (waar het verweer grotendeels op stoelt) onleesbaar. Klager is het oneens met de bewering dat lente-ui als “groenten” gezien kan worden. Het zou minder misleidend zijn als adverteerder in de bereidingswijze het niet over “groenten” maar over “gedroogde lente-ui” zou hebben.
De dupliek
De dupliek wordt als volgt samengevat.
Overweging 37 van ‘Teekanne’ vermeldt expliciet: a. “In dit verband volgt uit de rechtspraak van het Hof dat ervan uit moet worden gegaan dat de consument, wiens beslissing tot aankoop van een product wordt bepaald door de samenstelling van het betrokken product, eerst de lijst van ingrediënten leest, waarvan de vermelding krachtens artikel 3, lid 1, punt 2, van richtlijn 2000/13 verplicht is (zie in die zin arresten Commissie/Duitsland, C-51/94, EU:C:1995:352, punt 34, en Darbo, C-465/98, EU:C:2000:184, punt 22).” Uit het arrest ‘Teekanne’ blijkt derhalve uitdrukkelijk de relevantie van het arrest Darbo. Uit ‘Teekanne’ volgt ook dat een lijst van ingrediënten op zichzelf niet uit kan sluiten dat etikettering misleidend kan zijn. Om te bepalen of etikettering misleidend kan zijn, moeten alle verschillende elementen van de etikettering worden onderzocht. Het uitgangspunt dat de geïnteresseerde consument eerst de lijst van ingrediënten leest, blijft dus onverminderd gelden. Klager focust ten onrechte uitsluitend op bepaalde specifieke elementen op het etiket, in plaats van rekening te houden met alle elementen op het etiket, en de etikettering als geheel te beschouwen en vervolgens te bepalen wat de indruk is van de gemiddelde consument. Klagers strikte benadering is niet in overeenstemming met bovengenoemde rechtspraak van het Europese Hof van Justitie als uitleg van het EU-recht, dat rechtstreeks toepasselijk is in Nederland. Getuige van deze te strikte benadering is de specifieke focus op het individuele woord “groenten” in de bereidingsinstructies.
Nissin Foods begrijpt niet waarom klager niet zou geloven dat lente-uien groenten zijn. Aangezien het zakje inderdaad lente-ui bevat, dat een groente is, is de verwijzing naar “groenten” in de bereidingsinstructies correct. De consument begrijpt de geschreven en visueel weergegeven instructies en de verwijzing naar de groenten in het meegeleverde zakje.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunt nader toegelicht aan de hand van een pleitnota. Op de inhoud hiervan zal, voor zover nog nodig, worden ingegaan in het oordeel van de Commissie.
Het oordeel van de Commissie
1. Klager maakt bezwaar tegen de uiting omdat men volgens hem op basis van de afbeelding zal denken dat het product “volop groenten” bevat, terwijl het product alleen stukjes lente-ui bevat.
2. De Commissie vat de klacht aldus op, dat de verpakking van het product niet voldoet aan de eisen van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 over de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten. Dit artikel houdt onder meer in dat voedselinformatie op een verpakking niet misleidend mag zijn met betrekking tot de samenstelling van het product. De Commissie stelt voorop dat bij de beoordeling of een verpakking voor een consument misleidend kan zijn, uit de rechtspraak volgt dat moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument (HvJ EG 16 juli 1998, 347). En voorts dat deze gemiddelde consument, wiens beslissing tot aankoop wordt bepaald door de samenstelling van een product, eerst de lijst van ingrediënten leest (HvJ EG 26 oktober 1995, C-51/94). Dat de lijst van ingrediënten op de verpakking staat, kan anderzijds niet uitsluiten dat wordt geoordeeld dat de consument kan worden misleid, bijvoorbeeld indien op de verpakking de indruk wordt gewekt dat het product een ingrediënt bevat dat het in werkelijkheid niet bevat, wat uitsluitend blijkt uit de lijst van ingrediënten (HvJ EG 4 juni 2015, C-195/14; ‘Teekanne-arrest’).
3. Op de voorzijde van de verpakking staat een foto met een afbeelding van een kom noedels met daarin stukjes oranje en groene groenten en stukjes paddenstoel. Vast staat dat het product naast lente-ui niet de andere afgebeelde groenten (wortel en paddenstoel) bevat. Op de voorzijde staat ook het woord “serveersuggestie”. Het woord “serveersuggestie” is in dit geval door adverteerder gebruikt – zo blijkt uit het verweer – om duidelijk te maken dat er op de foto ingrediënten te zien zijn die niet in het product aanwezig zijn.
4. Op de achterzijde van de verpakking staat: “Instant tarwenoedels met teriyaki kruidensaus. Ingrediënten: noedels 81,5% [tarwemeel, palmolie, zout, meelverbeteraars (E500, E451), stabilisator (E501), verdikkingsmiddel (E412), antioxidant (E306)], kruidensaus 17,8% [sojasaus (water, sojabonen, zout, tarwe), suiker, koolzaadolie, dextrose, smaakversterkers (…) gehydrolyseerd maiseiwit, zout, specerijen, kleurstof (karamel), kippenvleespoeder, gemodificeerd zetmeel, aroma’s (bevat selderij], lente-ui. (…)” Hieruit valt af te leiden dat de verpakking lente-ui en een aroma met selderij bevat, maar geen andere groenten.
5. Van de gemiddelde consument mag, gelet op de eerdergenoemde rechtspraak, verwacht worden dat hij, alvorens hij een besluit over aankoop van het product neemt, (eerst) de ingrediëntenlijst leest. Die is juist. Dat de gemiddelde consument uit de ingrediëntenlijst kan afleiden dat het product alleen lente-ui en geen andere groenten bevat, betekent echter niet zonder meer dat de verpakking voldoende duidelijk is. Immers, uit het voornoemde Teekanne-arrest volgt dat de lijst van ingrediënten op de verpakking niet kan uitsluiten dat kan worden geoordeeld dat de consument wordt misleid, bijvoorbeeld indien op de verpakking de indruk wordt gewekt dat het product een ingrediënt bevat dat het in werkelijkheid niet bevat, wat uitsluitend blijkt uit de lijst van ingrediënten. De Commissie dient om die reden te beoordelen of met de verpakking de indruk wordt gewekt dat het product een ingrediënt (in dit geval: wortel en paddenstoel) bevat dat het in werkelijkheid niet bevat en dit uitsluitend blijkt uit de lijst van ingrediënten. De vermelding van het woord “serveersuggestie” dient bij deze beoordeling te worden meegewogen.
6. Het woord “serveersuggestie” is geen vastomlijnd begrip en kan op meerdere manieren begrepen worden. Voor zover “serveersuggestie” bij de afbeelding van een voedingsproduct wordt gebruikt om duidelijk te maken dat op de foto ingrediënten te zien zijn die niet in het product aanwezig zijn, zoals volgens adverteerder hier het geval is, acht de Commissie het volgende van belang. Als bijvoorbeeld op de verpakking van een rookworst een afbeelding staat van een bord boerenkoolstamppot met rookworst, met daarbij het woord “serveersuggestie”, dan zal de gemiddelde consument begrijpen dat de verpakking enkel de rookworst bevat, en niet de afgebeelde boerenkoolstamppot. Bij de verpakking van de noedels, waar de klacht op ziet, ligt dat anders. Er zijn immers diverse vergelijkbare producten te koop die wél verschillende groenten in de verpakking bevatten. De consument kan dus redelijkerwijs alle afgebeelde groenten in de verpakking verwachten. Daarbij komt dat de afgebeelde stukjes wortel en paddenstoel er niet zodanig vers of verser dan de stukjes lente-ui uitzien, dat evident is dat deze vers zijn toegevoegd bij het serveren van het product. De gemiddelde consument zal daarom bij de afbeelding niet verwachten dat het product wél de groene stukjes lente-ui bevat, maar geen wortel en paddenstoel. Het woord “serveersuggestie” bij de afbeelding brengt geen verduidelijking: men kan eenvoudig denken dat de verpakking alle afgebeelde groenten bevat en dat wordt gedoeld op de manier van opdienen (in dit geval in een kom). Daarbij komt, anders dan bij het genoemde voorbeeld van stamppot, dat de verpakking niet zodanig is dat deze niet vergelijkbare kleine hoeveelheden wortel en paddenstoel zou kunnen bevatten. Ook aan de verpakking kan de consument dus niet een contra-indicatie ontlenen. De wettelijke benaming van het product (“instant tarwenoedels met Teriyaki kruidensaus”) op de achterzijde van de verpakking biedt geen helderheid over de precieze samenstelling van het product, nu men hieruit ten onrechte zou kunnen begrijpen dat het product helemaal geen groente(n) bevat. Dat men alleen uit de ingrediëntenlijst kan afleiden dat de verpakking geen wortel en paddenstoel bevat, acht de Commissie onvoldoende om de misleiding weg te nemen.
7. Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument die de lijst met ingrediënten op de achterzijde leest en de afbeelding op de voorkant ziet, ondanks het woord “serveersuggestie” onvoldoende duidelijk wordt geïnformeerd. Hierdoor kan de verpakking de consument misleiden ten aanzien van de kenmerken van het levensmiddel waardoor de uiting niet voldoet aan de eis dat voedselinformatie op een verpakking niet misleidend mag zijn over onder meer de samenstelling als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub a in verbinding met artikel 7 lid 4 sub b van de Verordening (EU) nr. 1169/2011, waardoor is gehandeld in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC)..
8. Nu de bestreden reclame-uiting op grond van het voorgaande niet in overeenstemming is met de wet, handelt adverteerder in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), en wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.