a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Huishouden en inrichting

Dossiernr:

2020/00252

Datum:

21-07-2020

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Huishouden en inrichting

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De bestreden uiting

Het betreft een fragment uit de video op YouTube van 12 mei 2020, te zien vanaf 06:10, waarin vlogger verschillende ontvangen pakketten uitpakt en toont aan de kijker, waaronder een pakket van het merk À la. Onder de video, in de beschrijving staat:
“NIEUWE AFLV VAN LIKE MONICA, NAAR DE KAPPER & MASON ZIEN! – MONICAGEUZE WEEKVLOG #120
(..)”
In het fragment spreekt vlogger de volgende zinnen uit over de pakketten:
“Ok, ik heb ook een aantal pakketjes binnen, ik heb een hele mooie bos bloemen gekregen. (..)”
Over het merk À la vertelt vlogger dat zij een tijd terug op Ibiza een leuke winkel had ontdekt waar ze verschillende producten had gekocht van het merk À la. Ze zegt hierover: “Ze hebben nu een pakketje opgestuurd met volgens mij alleen maar te schattige dingen.”
Hierna pakt vlogger het pakket van À la uit en toont dit aan de kijker.

De samenvatting van de klacht

Via Youtube maakt vlogger reclame voor het merk À la. Dit doet zij, zonder bekend te maken dat het reclame is. Vlogger zegt dat het pakket is opgestuurd maar laat nergens duidelijk zien of horen dat het om reclame gaat, terwijl vlogger de producten gratis heeft gekregen. 

De verweren

Vlogger heeft in haar verweer gesteld dat het geen commerciële samenwerking betreft. Zoals aangegeven in de video heeft À la een pakket met producten opgestuurd naar vlogger.
Het verweer van À la, zoals dit door verweerder schriftelijk en mondeling ter zitting is gevoerd, wordt als volgt samengevat.
À la heeft aan meerdere influencers die net moeder zijn geworden, waaronder vlogger, een cadeaupakket opgestuurd met een verkoopwaarde van ongeveer € 350,00 tot € 450,00. À la heeft hierover niets afgesproken met vlogger en heeft vlogger niet betaald voor het maken van de video. Alhoewel À la niet had verwacht dat vlogger aandacht zou besteden aan het pakket in een video, had zij met de toezending gehoopt foto’s te kunnen maken van de in het interieur van vlogger opgenomen producten van het merk À la om deze vervolgens te kunnen posten op bijvoorbeeld Instagram.

Het oordeel van de Commissie

1) De klacht komt er op neer dat de bestreden uiting in strijd is met artikel 3 onder a en b van de Reclamecode Social Media & Influencer Marketing (RSM) 2019.
2) In dit artikel staat dat (a) reclame via Social Media duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn en dat (b) het uitdrukkelijk vermeld dient te worden in de uiting indien een Verspreider een vergoeding in geld of natura ontvangt van de Adverteerder. Aan deze eis kan in ieder geval worden voldaan als de inhoud en aard van de Relevante Relatie duidelijk en op eenvoudig toegankelijke wijze geopenbaard wordt, bijvoorbeeld door opmaak en/of presentatie, aldus artikel 3 onder c RSM.
Met deze “Relevante Relatie” wordt de relatie tussen de Adverteerder en de Verspreider bedoeld die gericht is op het (doen) verspreiden van de Reclame via Social Media, tegen betaling of enig voordeel, dat de geloofwaardigheid van de Reclame via Social Media kan beïnvloeden, zoals gedefinieerd in artikel 2 RSM.
De inhoud en aard van de Relevante Relatie is in ieder geval duidelijk herkenbaar indien deze conform de suggesties in de toelichting bij dit artikel wordt vormgegeven. Volgens deze toelichting kan die herkenbaarheid voor reclame verspreid via video sharing platforms, waar YouTube onder valt, worden bewerkstelligd via tekst in de video en/of in de beschrijving onder de video en/of via een gesproken bericht in de video. Enkele voorbeeldzinnen zijn:
“[Adverteerder] heeft mij betaald om deze video te maken”
“Ik heb deze producten gekregen van [adverteerder]”
“Bedankt [adverteerder] voor het toesturen van de producten”
3) Nu de Commissie uit de verweren begrijpt dat beide verweerders betwisten dat er sprake is van reclame of van een Relevante Relatie, zal de Commissie deze twee onderdelen achtereenvolgens beoordelen.
4) Volgens vlogger is er geen sprake van een commerciële samenwerking en volgens À la is er niets afgesproken over het maken van de video en heeft zij vlogger hier bovendien niet voor betaald.
Deze verweren treffen geen doel.
5) Om te bepalen of sprake is van reclame voor het merk À la, dient de volledige uiting te worden beoordeeld. In de uiting pakt vlogger meerdere ontvangen pakketten uit, waaronder een pakket van het merk À la. De toezending van dit pakket aan vlogger is onmiskenbaar bedoeld om via een presentatie in een vlog de aandacht daarop te laten vestigen. Het pakket is dus met een commercieel doel verzonden. Het feit dat in de vlog vervolgens uitdrukkelijk aandacht wordt besteed aan de producten van À la impliceert dat een situatie bestaat die kan worden beschouwd als een vorm van commerciële samenwerking. Vlogger besteedt aandacht aan de producten van À la en als tegenprestatie ontvangt zij producten zonder betaling. Vlogger doet dit op een dermate enthousiaste wijze dat de uiting daarmee onmiskenbaar een aanprijzend karakter heeft voor de producten van À la, waardoor deze als reclame in de zin van artikel 2 onder a RSM moet worden beschouwd.
Hetgeen À la aanvoert over haar motieven om producten aan vlogger toe te zenden, kunnen aan het bovenstaande niet afdoen.
6) Uit het voorgaande volgt dat eveneens is voldaan aan de eis van een Relevante Relatie. Alhoewel er in het onderhavige geval niet is betaald aan vlogger, is er wel sprake van “enig voordeel” in natura, omdat vlogger het pakket, met een verkoopwaarde van naar schatting van À la tussen € 350,00 en € 450,00, gratis heeft ontvangen. Ondanks dat À la in haar verweer heeft gesteld dat zij niets heeft afgesproken met vlogger over het doen verspreiden van reclame via Social Media, heeft À la de cadeaupakketten enkel opgestuurd naar influencers, zoals vlogger, waardoor de Commissie niet anders kan concluderen dat er in dit geval sprake is van een Relevante Relatie.
7) Als het publiek weet dat er een vergoeding staat tegenover het plaatsen van de uiting, kan zij deze op waarde schatten. Daarom is het van belang dat reclame via Social Media duidelijk als zodanig herkenbaar is, en dat uitdrukkelijk wordt vermeld wanneer een Verspreider (hier: vlogger) een vergoeding in geld of natura heeft ontvangen van de Adverteerder (hier: À la).
De Commissie is van oordeel dat vlogger in de onderhavige uiting voldoende duidelijk heeft gemaakt dat zij het pakket gratis van À la heeft ontvangen. Zij doet dit via gesproken tekst in de video en ook haar reacties tijdens het uitpakken laten duidelijk zien dat het een cadeaupakket betreft. Daarmee is voldaan aan artikel 3 onder a en b RSM.
8) Bij deze uitkomst kan in het midden blijven of À la als adverteerder aan haar zorgplicht heeft voldaan.
Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken