De bestreden uiting
Het betreft de advertentie voor Rhumaflex die geplaatst is in de Twenth Ruiten Drie van 8 maart 2011. Rhumaflex wordt daarin aangeprezen als een wondergel bij “last van artrosepijn, of stramme gewrichten”. Bij een gratis 20 ml proeftube van de natuurlijke gel krijgt men tijdelijk het boek “Het natuurlijke middel dat artrose kan overwinnen” cadeau.
De klacht
De suggestie in de uiting dat de gel werkzaam is bij pijn als gevolg van artrose is misleidend. In de uiting wordt de werking van de gel onder de naam Rhumaflex op identieke wijze aangeprezen als eerder onder de naam Artrosilium is geschied. Uitsluitend de naam van de gel is gewijzigd, maar het betreft hetzelfde middel. De werkzaamheid van Artrosilium is nooit bewezen en eerder heeft de Commissie bij herhaling geoordeeld dat de uiting met betrekking tot Artrosilium misleidend is. De samenstelling van Artrosilium is nog steeds hetzelfde en bevat niets wat op organisch silicum zou kunnen lijken.
Het oordeel van de Commissie
In eerdere procedures (CvB 4 februari 2003 dossiernummer 1245/02.0461, RCC 29 mei 2007 dossiernummer 07.0190 en RCC 9 april 2009 dossiernummer 2009.00021) hebben de Commissie en het College van Beroep geoordeeld dat de reclame-uitingen betreffende Artrosilium misleidend zijn, omdat de werking die aan het product wordt toegeschreven niet is aangetoond of voldoende aannemelijk is gemaakt. Klaagster heeft onweersproken gesteld dat Rhumaflex onder een andere naam hetzelfde product betreft als Artrosilium. Eveneens onweersproken is dat de samenstelling van Artrosilium – en daarmee van Rhumaflex – ongewijzigd is gebleven. Gelet hierop oordeelt de Commissie dat de in de bestreden uiting gestelde werkzaamheid van Rhumaflex niet is aangetoond of aannemelijk gemaakt. Aldus wordt naar het oordeel van de Commissie in de bestreden uiting onjuiste informatie verstrekt over de voornaamste kenmerken van het product zoals geschiktheid voor het gebruik en van het gebruik te verwachten resultaten, zoals bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b. van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de Commissie voorts van oordeel is dat de bestreden uiting de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Nu de Commissie al eerder, naar aanleiding van vergelijkbare reclame-uitingen voor hetzelfde product, zij het onder een andere naam, een aanbeveling heeft gedaan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en gelet op de ernst van de misleiding, heeft de Commissie besloten de uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen, als bedoeld in artikel 17 lid 1 onder h jo. 18 lid 4 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voorts heeft de Commissie besloten de uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen, als bovenvermeld.