a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Nutsvoorzieningen

Status:

Dossiernr:

2020/00487

Datum:

21-12-2020

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

Nutsvoorzieningen

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Direct marketing (niet digitaal)

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de inhoud van een op 8 september 2020 door Regionaal Energie Beheer met klager gevoerd telemarketinggesprek.

 

De klacht

Klager is door adverteerder telefonisch benaderd voor een aanbod voor gas en elektra. Adverteerder wekte daarbij de indruk dat zij uit naam van de huidige energieleverancier van klager belde. Adverteerder beschikt over veel informatie en door extra vragen te stellen, wordt de informatie aangevuld. Door alle informatie waarover adverteerder beschikt, wordt de indruk versterkt dat zij inderdaad de huidige energieleverancier is. Klager voelt zich hierdoor misleid.

Tijdens het telefoongesprek is per e-mail een offerte naar klager gestuurd en is hem gelijktijdig telefonisch verzocht om zijn computer op te starten om de offerte online te bekijken en het aanbod direct te accepteren. Hierbij was de druk hoog. Volgens klager kreeg hij geen kans om na te denken. Tot slot is in de door adverteerder gestuurde offerte het aanbod exclusief BTW wat een vertekend beeld geeft van de prijzen en het te behalen voordeel.

 

Het verweer                                     

Adverteerder betreurt de wijze waarop klager is benaderd. Adverteerder heeft contact opgenomen met klager om excuses alsmede een bloemstuk aan te bieden. Adverteerder heeft de gegevens van klager uit het systeem verwijderd en deze zaak afgesloten. Adverteerder stelt dat zij een uiterst transparante energievergelijking doet waarbij de klant kan zien of hij goedkoper uit is voor zijn of haar energiekosten. Indien de klant niet goedkoper uit is bij adverteerder, wijst zij daarop.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  De klacht betreft een door (een telemarketeer van) adverteerder met klager gevoerd telefoongesprek. Nu klager stelt dat hij beleidsadviseur bij een gemeente is en het gesprek met hem is gevoerd, gaat de voorzitter ervan uit dat klager een gewone consument is, ook al is de door hem overgelegde offerte die adverteerder heeft uitgebracht op naam van een Kindercoaching Praktijk gesteld. Dit impliceert dat de Code Telemarketing (CTM) 2020 op het gesprek van toepassing is. Overigens wordt op grond van deze code onder een consument ook verstaan een natuurlijke persoon die handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf, zoals ZZP, VOF, maatschap of een eenmanszaak. Nu niet is gesteld of gebleken dat klager staat ingeschreven in het Bel-me-niet register, geldt als uitgangspunt dat adverteerder hem telefonisch voor direct marketing mocht benaderen. De wijze waarop adverteerder dat heeft gedaan, voldoet echter niet aan de eis dat bij de aanvang van het telemarketinggesprek voldoende duidelijk dient te worden gemaakt wie de adverteerder is. Deze eis volgt uit artikel 4 lid 1 sub b CTM 2020. Adverteerder heeft immers de stelling van klager dat zij tijdens het gesprek de indruk wekte dat werd gebeld namens de huidige energieleverancier niet betwist. Daardoor heeft adverteerder in strijd met artikel 4 lid 1 sub b CTM 2020 gehandeld.

2)  Adverteerder heeft evenmin weersproken dat klager tijdens het telemarketinggesprek op de door hem geschetste wijze door haar onder druk is gezet. Hetgeen klager daarbij onweersproken heeft gesteld (het moeten opstarten van de computer om de offerte online te bekijken en het aanbod direct te accepteren waarbij hij zich onder druk voelde gezet en aanvankelijk geen kans kreeg om na te denken) rechtvaardigt de conclusie dat sprake is geweest van ongepaste beïnvloeding in de zin van artikel 14.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) waardoor de keuzevrijheid met betrekking tot het product aanzienlijk werd beperkt. Nu de gemiddelde consument hierdoor ertoe wordt gebracht of kan worden gebracht over een transactie een besluit te nemen dat hij anders niet had genomen, is sprake van agressieve en daardoor oneerlijke reclame in de zin van artikel 7 NRC.

3)  Uit artikel 38 van de Wet op de omzetbelasting 1968 volgt dat bij uitingen die op de gewone consument zijn gericht prijzen inclusief btw moeten worden genoemd. Nu klager op grond van het voorgaande als een ‘gewone’ consument moet worden beschouwd en hij onweersproken heeft gesteld dat adverteerder prijzen exclusief btw noemt, is de uiting niet overeenkomstig de wet en daarmee in strijd met artikel 2 NRC.

 

De beslissing

Op grond van het voorgaande heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 4 lid 1 sub b CTM 2020, respectievelijk artikel 7 NRC en artikel 2 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken