De bestreden reclame-uiting

Het betreft een door adverteerder verzonden e-mail met de aanhef “Gemeentelijk onderzoek”.

In de e-mail staat onder meer: “Hoe tevreden bent u met uw gemeente?

Via GemeentelijkOn­derzoek.nl kunt u aangeven hoe uw gemeente het doet op het gebied van gemeente­be­leid, faciliteiten en natuurlijk de website.”

Door middel van een link in de e-mail kan men aan een enquête deelnemen.

De klacht

De e-mail wekt de suggestie dat het onderzoek waaraan men via een link in de e-mail kan deelnemen een onderzoek voor een gemeente is. In werkelijk­heid heeft de enquête die men vanuit de e-mail kan starten niets met een dergelijk onderzoek te maken. Deel­ne­mers wordt gevraagd naar per­soon­lijke gegevens en in welke producten men is geïnte­res­seerd. In de voorwaarden, die men moet accepteren voordat men kan meeloten voor een irischeque, staat dat deelnemers aan de enquête benaderd kunnen worden door een groot aantal be­drijven. Uitsluitend in een subpagina staat dat adverteerder niet voor gemeenten werkt. Er is op grond van het voorgaande sprake van een misleidende marketingmail.

De reactie van adverteerder

Adverteerder heeft naar aanleiding van een eerdere klacht de mailing en de website aange­past teneinde de onduidelijkheid weg te nemen. Adverteerder is van mening dat zij aldus snel en adequaat de mogelijke onduidelijkheid heeft weggenomen.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie is van oordeel dat adverteerder, door te spreken van een “Gemeentelijk On­der­zoek” en daarbij te verwijzen naar de vraag hoe tevreden men is met de dienstverlening van de gemeente, de verwachting heeft gewekt dat de enquêtevragen zouden gaan over dit aan­gekondigde on­derwerp. Nu adverteerder niet heeft weersproken dat de meeste enquête­vra­gen geen en­kel verband houden met het aangekondigde onderwerp, is de Commissie van oordeel dat adver­teerder een verkeerd beeld heeft gegeven van de vragen die in de en­quête worden gesteld. De Commissie is van oordeel dat adverteerder met bovengenoem­de han­delswijze het vertrouwen in de reclame heeft geschonden. De klacht is derhalve gegrond.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het be­paal­de in artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.