a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2022/00001 - CVB

Datum:

29-06-2022

Uitspraak:

CVB Afwijzing Bevestigd (=Afwijzing)

Product/dienst:

Vervoer

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Radio

Het College van Beroep [29 juni 2022]

De bestreden uitingen

De klacht is gericht tegen een radiocommercial en tegen de website www.neste.nl.
In de bestreden radiocommercial wordt gezegd: “Natuurlijk wil je als ondernemer gas geven met je duurzaamheidsdoelen. (…) Daarom kies ik voor duurzaam dieselen met Neste MY Renewable Diesel. Dat is een fossielvrije diesel voor alle dieselmotoren. Gemaakt van hernieuwbare grondstoffen zoals gebruikt frituurvet. Het levert tot wel 90% CO2-reductie. En het mooie is: met Neste MY kun je direct overstappen met je hele wagenpark. Gewoon tanken en gaan! Ook direct duurzaam dieselen? Kijk op NesteMY.nl!”
Op de website staat, voor zover hier van belang: “Neste MY Renewable DieselTM is fossielvrij* en levert een reductie van uitstoot van broeikasgassen tot wel 90% (…) Gemaakt van 100% hernieuwbare grondstoffen; Tot wel 90% CO2 e-reductie vergeleken met fossiele diesel**. Geschikt voor alle dieselmotoren. Geen aanpassingen vereist.”
Onder deze tekst zijn bedrijfsvoertuigen afgebeeld.

 

Het geschil bij de Commissie

De inleidende klacht luidt in essentie dat het onjuist is de door Neste vervaardigde brandstof als “hernieuwbaar” en als “fossielvrije diesel” aan te duiden. Na verbranding resteert er niets om nieuwe diesel van te produceren. Verder is diesel pas “fossielvrij” als deze is geproduceerd met 100% fossielvrije productiemethoden. Daarvan is geen sprake doordat elektriciteit van een kolencentrale wordt gebruikt.

De Commissie heeft de klacht afgewezen onder verwijzing naar de beslissing van 30 maart 2021 in dossier 2020/00521. In de kern komt het oordeel van de Commissie erop neer dat het voor het gemiddelde lid van de zakelijke doelgroep van beide uitingen voldoende duidelijk is welk specifiek duurzaamheidsvoordeel voor de brandstof van Neste wordt geclaimd, te weten dat de brandstof is gemaakt van hernieuwbare bronnen. Daarbij acht de Commissie het aannemelijk dat deze doelgroep de betekenis van hernieuwbare bronnen kent.

 

De grieven

In de beslissing van de Commissie heeft de mondelinge behandeling vrijwel geen plaats gekregen. Tijdens die behandeling bleek dat het product van Neste een dieselvervanging is, namelijk een brandstof die geschikt is gemaakt voor dieselmotoren. Dit is een totaal ander product dan fossiele diesel. Dit blijkt niet uit de uitingen. Verder geldt dat na het verbranden de energiedrager niet hernieuwbaar is. Dit lijkt op het afsteken van een lucifer. Toch wordt in de reclame beweerd dat Neste My een hernieuwbare energiedrager is. De Commissie is daaraan ten onrechte voorbijgegaan. Van de luisteraars en lezers kan ook niet op voorhand worden verwacht dat zij inzicht in scheikundige processen hebben en de waarde van de boodschap kunnen doorgronden. Neste levert het product aan Tamoil dat ook aan particulieren brandstoffen verkoopt. Particulieren horen ook de boodschap en kunnen menen dat de boodschap ook voor hen geldt. Maar ook ondernemers worden door de uitingen misleid. Op de hernieuwbaarheid van de gebruikte grondstoffen is verder veel af te dingen. Zo worden er ook vleesresten verwerkt als grondstof voor de alternatieve brandstof. Bij vleesresten kan men zich vanuit filosofisch oogpunt afvragen of die hernieuwbaar zijn. Er wordt verder gehamerd op een grote CO2-besparing. Uit een publicatie in het Algemeen Dagblad over Neste van 3 mei 2022 blijkt echter dat voor de fabricage van de alternatieve brandstof grondstoffen per schip van over de hele wereld worden aangevoerd naar Rotterdam. Verder betrekt men elektriciteit van een kolencentrale. Uit publicaties blijkt ook dat voor Neste bossen zijn gekapt om palmolie te produceren voor de alternatieve brandstof. Dat alles heeft grote gevolgen voor de CO2-claims die Neste in de reclame-uitingen maakt. Zij kan de “tot 90% CO2-besparing” hierdoor niet waarmaken.

 

Het antwoord in appel

De grieven zijn gemotiveerd weersproken. Het verweer strekt tot bevestiging van de beslissing van de Commissie. Hierna zal, voor zoveel nodig, op het verweer worden ingegaan.

 

De mondelinge behandeling

Appellant heeft ter zitting nogmaals gesteld dat het om een energiedrager gaat die, zoals bijvoorbeeld een lucifer, niet vernieuwd kan worden. Ook verder heeft hij in beroep al zijn stellingen gehandhaafd en opnieuw toegelicht. Het standpunt van Neste is vervolgens toegelicht mede aan de hand van pleitnoties die als hier ingelast worden beschouwd. In aanvulling daarop is namens Neste meegedeeld dat de geclaimde CO2-reductie is berekend overeenkomstig een wettelijk gewaarborgd systeem dat onder toezicht staat van de overheid. Op hetgeen ter zitting is verklaard zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

 

Het oordeel van het College

1.  Appellant stelt dat een als diesel aangeduide brandstof nooit hernieuwbaar (renewable) kan zijn omdat er na verbranding van de energiedrager geen herbruikbare stof resteert. Daarbij maakt appellant een vergelijking met het afsteken van een lucifer, dat slechts één keer per lucifer kan. Dit is echter onvoldoende om te oordelen dat de uitingen een onjuiste milieuclaim bevatten. Bij de vraag of een uiting misleidend is, dient – ook bij een milieuclaim – te worden uitgegaan van de volledige uiting en de context waarin de mededelingen worden gedaan en de vermoedelijke verwachting van het gemiddelde lid van de doelgroep waarop de uiting is gericht. Indien de bestreden uitingen in hun geheel worden bekeken, is naar het oordeel van het College duidelijk dat de strekking daarvan is dat de daarin aangeprezen brandstof is gemaakt van hernieuwbare grondstoffen. Dit laatste blijkt met name uit de woorden “Gemaakt van (100%) hernieuwbare grondstoffen”. Neste geeft daarmee een invulling aan de term ‘renewable’ die duidelijk maakt hoe deze term is bedoeld in het kader van de duurzaamheidsclaim. Naar het oordeel van het College zal bij het gemiddelde lid van de zakelijke doelgroep geen verwarring over deze invulling bestaan. Dat, zoals appellant stelt, ook particulieren de brandstof van Neste kunnen tanken, geeft geen aanleiding om van een andere doelgroep uit te gaan. De uitingen zijn onmiskenbaar op een zakelijk publiek gericht, zoals blijkt uit het feit dat men in de radiocommercial wordt aangesproken als “ondernemer” respectievelijk uit de op de website afgebeelde bedrijfsvoertuigen.

2.  Neste stelt dat de in de uitingen gebruikte terminologie “renewable/hernieuwbaar” in overeenstemming is met het regelgevend kader van de Wet milieubeheer waarin Richtlijn (EU) 2018/2001 is geïmplementeerd. Appellant heeft dit niet weersproken. Evenmin is betwist dat de voor Neste MY Renewable Diesel gebruikte biomassa als een vorm van hernieuwbare energie in de zin van deze regelgeving kan worden gezien. Wel plaatst appellant vraagtekens bij het gebruik van vleesrestanten door Neste. Dit kan er echter niet aan afdoen dat dierlijke stoffen juridisch als een vorm van biomassa dienen te worden gezien. Het College verwijst naar punt 24 van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2018/2001, waar staat: “„biomassa”: de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van biologische oorsprong uit de landbouw, met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen (…)”.

3.  Dat het product in de uitingen wordt aangeduid als een vorm van diesel, kan niet onjuist worden geacht. Neste maakt daarmee voor de doelgroep duidelijk dat het om een product gaat dat een alternatief is voor fossiele diesel. De uitingen vermelden verder dat met het product tot 90% CO2-reductie kan worden bereikt. Neste heeft gemotiveerd gesteld dat bij de berekening van dit percentage rekening is gehouden met alle bronnen van CO2-uitstoot in verband met haar product, en zij verwijst naar regelgeving en overheidstoezicht hierop. Het College ziet geen aanleiding om te oordelen dat deze stellingen van Neste onjuist zijn. Appellant noemt enkele bronnen van CO2-uitstoot, maar heeft niet of onvoldoende betwist dat de CO2-uitstoot in de berekening van de gestelde CO2-besparing correct is meegewogen. Nu de grieven ook verder geen doel treffen, beslist het College als volgt.

 

De beslissing van het College van Beroep

Het College bevestigt de beslissing van de Commissie dat de klacht dient te worden afgewezen.

 

[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie [14 april 2022]

De bestreden reclame-uitingen

1. Het betreft een radiocommercial waarvan de tekst luidt:

“Natuurlijk wil je als ondernemer gas geven met je duurzaamheidsdoelen. Het liefst vandaag al. Daarom kies ik voor duurzaam dieselen met Neste MY Renewable Diesel. Dat is een fossielvrije diesel voor alle dieselmotoren. Gemaakt van hernieuwbare grondstoffen zoals gebruikt frituurvet. Het levert tot wel 90% CO2-reductie. En het mooie is: met Neste MY kun je direct overstappen met je hele wagenpark. Gewoon tanken en gaan! Ook direct duurzaam dieselen? Kijk op NesteMY.nl!”

2. een uiting op de website van Neste.nl, meer specifiek op de subpagina www.neste.nleste-my-renewable-diesel, waarin onder meer staat: “Neste MY Renewable DieselTM is fossielvrij* en levert een reductie van uitstoot van broeikasgassen tot wel 90%

Stap nu over

Gemaakt van 100% hernieuwbare grondstoffen; Tot wel 90% CO2 e-reductie vergeleken met fossiele diesel**; Geschikt voor alle dieselmotoren; Geen aanpassingen vereist.”

 

De klacht

Klager maakt bezwaar tegen de uitingen omdat diesel niet ‘hernieuwbaar’ is. Als diesel wordt verbrand is het gas, roet en fijnstof, en dus onbruikbaar om nieuwe diesel van te produceren. Daardoor is de term ‘hernieuwbaar’ misleidend. Verder is diesel pas ‘fossielvrij’ als deze is geproduceerd met 100% fossielvrije productiemethoden. Zolang de energie in Nederland niet 100% fossielvrij wordt geproduceerd kan er geen sprake zijn van ‘fossielvrije’ producten. In de reclamespotjes wordt niet uitgelegd hoe men tot die terminologie komt. Het onderliggende probleem is volgens klager dat bedrijven hun producten ten onrechte een ‘groen’ karakter willen geven. Volgens klager zijn in een eerdere procedure over dit onderwerp duidelijk interpretatiefouten gemaakt door de Commissie.

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

Neste MY Renewable diesel is gemaakt uit afval- en reststromen en andere ‘renewable’ grondstoffen. De diesel is ‘renewable’ (‘hernieuwbaar’) omdat zij is gemaakt van hernieuwbare grondstoffen en deze grondstoffen voldoen aan de wettelijke eisen die door de EU en in lokale wetgeving zijn vastgesteld. De termen ‘renewable’ en ‘hernieuwbaar’ zijn wettelijk voorgeschreven termen. Voorbeelden van hernieuwbare energiebronnen zijn windenergie, waterkracht, zonne-energie en energie uit biomassa. Neste voldoet aan de wettelijke eisen van Nederlands en Europees recht om de naam ‘renewable’/’hernieuwbaar’ te mogen voeren.

De term ‘hernieuwbaar’ ziet op het karakter van de grondstof die gebruikt wordt om de brandstof te maken, en niet op de brandstof zelf. In het kader van de ernstige klimaatverstoring en de noodzaak om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen, hebben de Europese wetgever, het bedrijfsleven en de politiek gekozen voor de term ‘renewable’/‘hernieuwbaar’ voor brandstoffen die juist geen fossiele brandstoffen zijn, maar voortkomen uit een hernieuwbare bron: wind, zon, water, biomassa. ‘Hernieuwbaar’ is een duidelijk gedefinieerde wettelijke term die gebruikt mag worden als is voldaan aan onder meer de eisen zoals vastgelegd in de Europese Richtlijn hernieuwbare energie (Richtlijn 2009/28/EG (RED)) en de herschikking van deze richtlijn: Richtlijn (EU) 2018/2001 (RED2). De definities in artikel 9.7.1.1 Wet milieubeheer verwijzen naar de definities in de RED. Hieruit volgt dat biobrandstof een vorm van hernieuwbare energie is. In de Wet milieubeheer staat ook: “hernieuwbare energie: energie uit hernieuwbare bronnen als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van de richtlijn hernieuwbare energie.” Dat klager van mening is dat de term ‘hernieuwbaar’ onjuist zou zijn, omdat hernieuwbare brandstof niet zou bestaan, is dus feitelijk onjuist: ‘hernieuwbare’/‘renewable’ diesel is een officiële term voor de brandstof. Het bestaat dus wel degelijk; de uitingen zijn feitelijk juist. Klager meent bovendien ten onrechte dat niet in de uitingen wordt uitgelegd hoe men tot die terminologie komt.  

Neste richt zich met de marketing van haar Neste MY Renewable Diesel op de zakelijke markt: bedrijven die beschikken over een groot assortiment aan dieselvrachtwagens, bijvoorbeeld bedrijven in de bouw, afvalverzameling en transport. In de radiocampagne worden teksten gebruikt als “Natuurlijk wil je als ondernemer gas geven met je duurzaamheidsdoelen”, en “[…] met je hele wagenpark”. Op de bestreden webpagina staan afbeeldingen van graafmachines, vrachtwagens, (gemeente)bussen, vuilniswagens en andere voertuigen voor de zakelijke markt. De pagina richt zich tot de zakelijke markt: “geen extra investeringen in wagenpark of infrastructuur nodig” en “weten hoe uw bedrijf profiteert?” Dit professionele publiek is bekend met de terminologie ‘hernieuwbaar’/‘renewable’. In dossier 2020/00521 heeft de Commissie beslist dat het aannemelijk is dat binnen de (professionele) doelgroep van de uiting de betekenis van ‘renewable’ brandstof als brandstof uit hernieuwbare bronnen voldoende bekend is. Die overweging is in deze zaak ook van toepassing.

Hernieuwbare diesel is gemaakt van niet-fossiele grondstoffen en is daarmee fossielvrij. De B2B-doelgroep zal ‘fossielvrij’ opvatten als “gemaakt van niet-fossiele grondstoffen”. Dat heeft de Commissie ook zo bepaald in dossier 2020/000521. Overigens heeft Neste eind 2021 zelfstandig al besloten om de term ‘fossielvrij’ niet meer te gebruiken in haar marketingcommunicatie. Naar aanleiding daarvan is de webpagina sindsdien overeenkomstig gewijzigd en zullen de overige webpagina’s te zijner tijd volgen. De radiocommercial zal niet meer worden uitgezonden. De laatste uitzending was op 26 november 2021.

Klager lijkt in zijn klacht te verwijzen naar de beslissing van de Commissie in dossier 2020/00521. Klager verzoekt om een heroverweging, maar dat is niet mogelijk: dossier 2020/00521 is ruim een jaar geleden definitief geworden, er is in de betreffende zaak geen beroep ingesteld.   

 

De mondelinge behandeling

Klager heeft zijn standpunt herhaald en benadrukt dat het feit dat er duurzame grondstoffen voor de diesel gebruikt worden niet betekent dat het eindproduct ook duurzaam is. Klager acht een herbeoordeling van de termen ‘hernieuwbaar’ en ‘fossielvrij’ op zijn plaats gelet op diverse beslissingen die de Commissie het afgelopen jaar heeft genomen in klachten over ‘greenwashing’. Het standpunt van Neste is ter zitting toegelicht aan de hand van een pleitnota. Op de inhoud hiervan en hetgeen verder aan de orde is geweest tijdens de mondelinge behandeling wordt, voor zover van belang, ingegaan in het oordeel van de Commissie.

 

Het oordeel van de Commissie

Klager maakt bezwaar tegen de termen ‘renewable’/‘hernieuwbare’ diesel en ‘fossielvrij’, zoals deze in de betreffende radiospot en de bewuste subpagina van de website neste.nl gebruikt worden.

De Commissie heeft bij beslissing van 30 maart 2021 (dossier 2020/00521) geoordeeld dat de begrippen ‘renewable’/’hernieuwbaar’ en ‘fossielvrij’ in de destijds bestreden uiting op Facebook niet misleidend waren. In deze beslissing heeft zij het volgende overwogen: “Niet is weersproken dat het gaat om een transportbrandstof en dat de uiting deel uitmaakt van een op de transportsector gerichte B2B-campagne. Naar het oordeel van de Commissie is voor het gemiddeld lid van deze doelgroep voldoende duidelijk welke specifiek duurzaamheidsvoordeel voor de brandstof van Neste wordt geclaimd. De aanduiding ‘fossielvrij rijden/tanken’ zal algemeen worden begrepen als een voordeel voor het milieu. Daarnaast acht de Commissie aannemelijk dat binnen de doelgroep van de uiting de betekenis van ‘renewable’ (hernieuwbare) brandstof als brandstof uit hernieuwbare bronnen voldoende bekend is. Aldus wordt voldaan aan de voorwaarde dat de gemiddelde consument voor wie de uiting is bestemd op grond van de uiting moet kunnen begrijpen welke invulling aan de geclaimde duurzaamheid wordt gegeven. In hoeverre het begrip “hernieuwbaar” correct Nederlands is en tevens begrijpelijk voor eenieder, ook buiten de doelgroep, kan daarmee in het midden worden gelaten.

Ten slotte is de Commissie van oordeel dat met de aanduidingen ‘duurzaam’ en ‘renewable’ geen onjuiste informatie wordt verstrekt. Neste heeft gemotiveerd en onweersproken gesteld dat het product Neste MY Renewable Diesel ‘renewable’ mag worden genoemd volgens de Europese en nationale regelgeving daaromtrent en dat het product voldoet aan de Europese duurzaamheidsnormen voor hernieuwbare brandstof.”

Met de huidige klacht maakt klager bezwaar tegen het gebruik van de begrippen ‘hernieuwbaar’ en ‘fossielvrij’ in twee andere uitingen, te weten in een radiospot en in een subpagina van de website www.neste.nl. In de radiospot wordt gezegd “Natuurlijk wil je als ondernemer gas geven met je duurzaamheidsdoelen” en: “Met Neste MY kun je direct overstappen met je hele wagenpark.”

Voor wat betreft de uiting op de website www.neste.nl merkt de Commissie op dat klager niet de gehele uiting heeft overgelegd, maar slechts het bovenste deel. Neste heeft bij haar verweer een volledige versie van deze uiting overgelegd. Hierop zijn onder meer afbeeldingen van een graafmachine, vrachtwagen, gemeente(bus), vuilniswagen en diverse bestelwagens te zien.   

De Commissie is van oordeel dat uit zowel de radiospot als de betreffende uiting op de website neste.nl voldoende duidelijk blijkt dat deze gericht zijn op de zakelijke markt en dat de doelgroep, zoals ook in dossier 2020/00521 is geoordeeld, zal begrijpen dat deze brandstof is gemaakt van hernieuwbare bronnen. Hierdoor treft de klacht geen doel. Voor zover klager een heroverweging van de termen ‘renewable’, ‘hernieuwbaar’ en ‘fossielvrij’ wenst omdat er volgens hem interpretatiefouten zijn gemaakt in dossier 2020/00521 en er sprake zou zijn van een veranderde tijdgeest, wijst de Commissie dit af. Klager heeft behalve het feit dat het hier andere uitingen betreft niets aangevoerd wat de beoordeling van de voornoemde termen anders maakt dan die waarover de Commissie reeds heeft beslist in dossier 2020/00521.  

Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken