a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Financiele) dienstverlening

Status:

Dossiernr:

2016/00392

Datum:

14-07-2016

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

(Financiele) dienstverlening

Motivatie:

Misleiding Ontbrekende informatie

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden uiting

Het betreft een uiting op de website van verweerder https://www.pfwz.nl/over-ons/Pagina’s/pagina’s-homepage/Samen-is-slim-en-levert-meer-op”. Hierin staat, voor zover hier van belang:

“Waar we in Nederland vinden dat je met zeventig procent van je laatstverdiende loon een goed pensioen hebt, ontvangen de meeste deelnemers van PFZW op dit moment een fors hoger pensioen: tussen de 80 en 120 procent van het laatstverdiende salaris, afhankelijk van de sector”. 

 

De klacht

De tekst suggereert een (onvergelijkbaar) veel betere pensioenregeling (80-120% van het laatstverdiende salaris) bij Pensioenfonds Zorg & Welzijn (hierna: PFZW) dan andere pensioenfondsen bieden (70% van het huidige salaris). De reclame gaat gepaard met onduidelijke en dubbelzinnige informatie en suggereert een bepaald voordeel van PFZW ten opzichte van andere fondsen. De pensioenregeling van PFZW wijkt nauwelijks af van die van andere Nederlandse pensioenfondsen, hetgeen blijkt uit de “Brochure Pensioen opbouwen bij PFZW”. Hierin staat – voor zover hier van belang –: “Heeft u 40 jaar pensioen opgebouwd bij PFZW? Heeft u altijd voor hetzelfde aantal uren gewerkt? En is uw carrière daarnaast gemiddeld verlopen? Dan kan uw totale inkomen (AOW en pensioen van PFZW) bij pensionering uitkomen op ongeveer 70% van uw gemiddelde salaris”. 

 

Het verweer

Verweerder heeft de bestreden uiting na ontvangst van deze klacht van haar website gehaald om deze nader te onderzoeken.

Het is correct dat de meeste deelnemers van PFZW na pensionering een pensioeninkomen ontvangen tussen 80% en 120% van het laatstverdiende loon. Indien verweerder voor haar actieve deelnemers (met uitzondering van deelnemers met 0-uren-contracten en deelnemers met meer dan één dienstverband) de te bereiken bruto pensioeninkomens conform het uniform pensioenoverzicht (hierna: UPO) vergelijkt met de actuele bruto salarissen, dan heeft 69% van de deelnemers zicht op een pensioeninkomen van meer dan 80% van het actuele salaris. Het gemiddelde vervangingspercentage over de hele populatie is 102%.

In Nederland is het gebruikelijk het woord “pensioen” te hanteren in de betekenis van de optelsom van de AOW en het werkgeverspensioen. Bij de meeste deelnemers van PFZW neemt de AOW een belangrijk deel van het totale pensioen in. Dit komt doordat de inkomens binnen zorg en welzijn relatief bescheiden zijn, maar vooral doordat de meeste deelnemers in deeltijd werken. Bij een dienstverband in deeltijd geldt een evenredige deeltijdsfranchise, terwijl na pensionering uiteraard sprake is van de reguliere AOW, zonder relatie met de omvang van het voorafgaande dienstverband. De informatie op de website heeft niet ten doel om PFZW te vergelijken met andere fondsen. Dat zou ook niet zinvol zijn, want verreweg de meeste deelnemers van PFZW – in totaal 95 % – zijn verplicht aangesloten bij dit pensioenfonds en hebben niet de keuze om bij een ander fonds pensioen op te bouwen. Het doel van de informatie op de website van verweerder was om de deelnemers van verweerder gerust te stellen. Mensen kunnen dagelijks in de krant lezen dat het slecht met hun pensioen is gesteld en verweerder weet uit onderzoek dat veel mensen vrezen dat er straks helemaal geen pensioen meer voor hen is. Dit is een voorstelling van zaken die volgens verweerder geen recht doet aan de werkelijkheid. Deelnemers van PFZW zijn van huis uit vaak in beperkte mate in financiële informatie geïnteresseerd. Dat is de reden dat verweerder haar boodschap zo kort en eenduidig mogelijk heeft gehouden.

Verweerder erkent dat “de nuance” op haar website “beter had gekund”. Zij is voornemens om na uitspraak van de Commissie de bestreden uiting op haar website terug te zetten, maar wel in gewijzigde vorm:

Verweerder biedt meer duidelijkheid door de rol van de AOW in het pensioenresultaat toe te voegen.

Verweerder vervangt de woorden “laatstverdiende salaris” door “huidige salaris”.

Verweerder plaatst de informatie niet langer in de context van “samen slim”, zodat niet de indruk wordt gewekt dat het genoemde resultaat een gevolg is van schaalvoordelen of solidariteit.

De mondelinge behandeling

Klager heeft zijn standpunt nader toegelicht aan de hand van een pleitnotitie en heeft verder nog het volgende aangevoerd:

PFZW staat er slecht voor. In de uiting wordt gezegd dat de ambitie van PFWZ hoger ligt dan bij andere pensioenfondsen omdat verweerder niet uit gaat van de gebruikelijke 70% van je huidige salaris, maar de lat hoger lijkt te leggen, namelijk 80-120% van je laatstverdiende salaris. Echter deze vergelijking gaat mank, want in de uiting staat ten onrechte dat dit hoge percentage slaat op het laatstverdiende salaris, terwijl dit het huidige salaris moet zijn. Hiermee wordt ten onrechte de suggestie gewekt dat PFZW ambitieuzer is en het ook beter doet dan andere pensioenfondsen, terwijl PFZW volgens klaagster eerder minder ambitie heeft en het slechter doet dan andere pensioenfondsen.

Verweerder handhaaft haar standpunt en voert voorts nog het volgende aan.

Anders dan klager in haar pleitnotitie stelt erkent verweerder niet dat sprake is van reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code. Verweerder meent dat er geen sprake is van reclame. 95% van de deelnemers van PFZW zijn verplicht aangesloten bij dit specifieke pensioenfonds en hebben niet de keus om zich elders aan te sluiten. De resterende 5% van de deelnemers zijn mensen die zich vrijwillig bij PFZW hebben aangesloten. Het is juist dat 80-120% van het “laatstverdiende salaris” niet klopt, deze tekst wordt gewijzigd in: “huidige salaris”, zoals ook reeds in het verweerschrift is aangekondigd.

 

Het oordeel van de Commissie

De Commissie stelt voorop dat de bestreden uiting dient te worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC). De mededeling: “Waar we in Nederland vinden dat je met zeventig procent van je laatstverdiende loon een goed pensioen hebt, ontvangen de meeste deelnemers van PFZW op dit moment een fors hoger pensioen: tussen de 80 en 120 procent van het laatstverdiende salaris, afhankelijk van de sector”, houdt door zijn strekking, waarop hierna onder 2. nader wordt ingegaan, onmiskenbaar een aanprijzing van diensten in door verweerder. Dat de meeste deelnemers van PFZW verplicht bij dit pensioenfonds zijn aangesloten, leidt niet tot een ander oordeel.

Klager stelt, kort samengevat, dat de bestreden uiting misleidend is doordat hierin door de mededeling dat de consument bij PFZW 80 tot 120 procent van zijn laatstverdiende salaris ontvangt, terwijl zeventig procent van het laatstverdiende loon in Nederland als een goed pensioen wordt beschouwd, de indruk wordt gewekt dat PFZW het in verhouding beter doet dan andere pensioenfondsen. De Commissie acht deze stelling juist. Dat het volgens verweerder niet de bedoeling is om PFZW te vergelijken met anderen fondsen, neemt niet weg dat de gemiddelde consument de bestreden mededeling vermoedelijk zo zal uitleggen dat men als verzekerde bij PFZW een aanzienlijk beter pensioen ontvangt dan andere verzekerden. Het pensioen dat men bij PFZW ontvangt is immers volgens de uiting qua percentage aanzienlijk hoger, te weten 80 tot 120 procent van het laatstverdiende salaris, in plaats van 70 procent van dat salaris. Deze conclusie wordt ondersteund door de stelling van adverteerder dat deelnemers van haar pensioenfonds vaak beperkt geïnteresseerd zijn in financiële informatie. Hierdoor zullen die deelnemers snel de nuance ontgaan dat het hoge pensioen niet aan de prestaties van adverteerder is te danken, maar aan de hoogte van de AOW in verhouding tot het opgebouwde pensioen.

Verder stelt klager dat in de uiting ten onrechte staat dat het hoge percentage van 80% tot 120% slaat op het laatstverdiende salaris, terwijl dit het huidige salaris moet zijn. Hierdoor wordt ook ten onrechte de suggestie gewekt dat PFZW ambitieuzer is en het ook beter doet dan andere pensioenfondsen. Adverteerder erkent dat het in de uiting genoemde percentage van 80-120 procent geen betrekking heeft op het laatstverdiende salaris, maar ziet op het huidige salaris, en dat dit zal worden veranderd.

Nu de uiting waartegen de klacht zich richt door het ontbreken van de hiervoor bedoelde informatie onjuiste verwachtingen kan wekken over de prestaties van verweerder, is sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC) alsmede strijd met artikel 8.2 aanhef NRC vanwege het verstrekken van onjuiste informatie. Hierdoor kan de gemiddelde consument ertoe worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen. De Commissie acht de klacht derhalve gegrond. De Commissie heeft nota genomen van de door adverteerder aangekondigde wijzigingen, maar dat doet aan vorenstaande oordeel niets af.

De Commissie heeft er nota van genomen dat adverteerder vindt dat “de nuance” op haar website “beter had gekund” en dat zij voornemens is om na uitspraak van de Commissie de bestreden uiting op haar website terug te zetten, maar wel in gewijzigde vorm. Dit voornemen brengt in het vorenstaande echter geen verandering.

Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken