a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Niet)-commerciele reclame

Status:

Dossiernr:

2024/00038

Datum:

13-02-2024

Uitspraak:

Vrijblijvend advies (gedeeltelijk)

Product/dienst:

(Niet)-commerciele reclame

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Ongeadresseerd drukwerk

De bestreden uiting

Het betreft een huis-aan-huis bezorgde flyer met de volgende tekst:

Voorzijde:

“Zou jij mij waarschuwen.nl

Zou jij mij waarschuwen

als ik zonder het te weten

in groot gevaar was?”

Achterzijde:

“Wil je meer weten over

het gevaar waar ik je

voor wil waarschuwen?

Kijk op de website

zoujijmijwaarschuwen.nl”.

Met een pijl wordt verwezen naar een naast de tekst staande QR-code.

Samenvatting van de klacht

Klager heeft de volgende bezwaren tegen de uiting:

1.

De flyer moet worden gezien als ongeadresseerd reclamedrukwerk. De flyer is verspreid bij brievenbussen met een NEE/NEE-sticker, waaronder die van klager. Dit is in strijd met de Algemeen Plaatselijke Verordening van Arnhem en de Code verspreiding ongeadresseerd reclamedrukwerk (hierna: de Code VOR).  

2.

In de flyer ontbreken de naam, het adres en de woonplaats van de afzender. Ook dit is in strijd met de Code VOR.

3.

Verder komt de inhoud van de flyer dreigend over. Het vermeende gevaar speelt zich af in de persoonlijke beleving van de afzender en is geen algemeen geldende opvatting. De identiteit en achtergrond van de boodschap worden pas duidelijk bij een bezoek aan de website.

Samenvatting van het verweer

Afzender vindt het vervelend dat flyers zijn bezorgd bij adressen met NEE/NEE-stickers. Er is achterhaald wie de bezorger was van de flyers en diegene is daarop aangesproken. De invloed van afzender op het onjuist verspreiden van de flyers is verder beperkt. Afzender stelt voorts dat het webadres van de organisatie op de flyer staat. Op die manier is het mogelijk contact op te nemen met afzender. Tot slot vindt afzender niet dat de inhoud van de flyer strijdig is met de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC). In dit kader wijst afzender op een eerdere uitspraak van de Reclame Code Commissie over een campagne van de Evangelische Omroep (dossier 2010/00018). In die zaak werd de klacht afgewezen. Afzender vindt dat haar boodschap niet heel anders is dan de uiting die in die uitspraak ter discussie stond.

Het oordeel van de voorzitter

1) De bestreden uiting verwijst voor verdere informatie naar de website zoujijmijwaarschuwen.nl. Deze website blijkt betrekking te hebben op de ‘eindtijd’ zoals deze in de bijbel wordt beschreven, zodat sprake is van een uiting met een religieus karakter. Aldus is sprake van reclame voor een denkbeeld in de zin van artikel 1 NRC. Verder is niet in geschil dat de uiting is aan te merken als ongeadresseerd reclamedrukwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Code VOR. 

2) Met betrekking tot de verschillende bezwaren oordeelt de voorzitter als volgt.

Ad.1

Er is vast komen te staan dat het van afzender afkomstige drukwerk is gedeponeerd in de brievenbus van klager, die is voorzien van een NEE/NEE-sticker in de zin van de Code VOR. Met deze sticker wordt kenbaar gemaakt dat de bewoner geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen. Nu desondanks het bewuste drukwerk in de brievenbus van klager is gedeponeerd, is artikel 3.1 van de Code VOR overtreden. Ingevolge dit artikel dienen afzenders en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de op bijlage 1 bij de Code VOR vermelde stickers te bereiken en voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.

Ad.2

Tevens heeft afzender in strijd gehandeld met artikel 1.2 van de Code VOR. Op grond van dit artikel dient de afzender zich zodanig te identificeren dat hij gemakkelijk en daadwerkelijk bereikbaar is voor de ontvanger. Daartoe dienen naam, adres en woonplaats van de afzender in het ongeadresseerde drukwerk te zijn vermeld. De flyer van afzender, waarin alleen een website wordt genoemd, voldoet niet aan deze bepaling.

Ad.3

De voorzitter begrijpt de klacht zo dat klager de flyer in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC. Bij de beoordeling van dit punt stelt de voorzitter zich terughoudend op, nu sprake is van de aanprijzing van een denkbeeld en de inhoud van de folder in beginsel onder de vrijheid van meningsuiting valt. Met inachtneming van deze terughoudendheid is de voorzitter van oordeel dat de flyer niet van dien aard is, dat daardoor naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare te buiten worden gegaan.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in de artikelen 1.2 en 3.1 van de Code VOR. De voorzitter adviseert afzender om niet meer op een dergelijke wijze reclame te verspreiden. Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken