Omschrijving:

Het betreft een televisiereclame van Vrije Radio Omroep Nederland B.V. h,.o.d.n. Radio 538 met tag-on waarin beelden van een toespraak van de paus zijn te zien. Bij de beelden is een Nederlandstalig gesproken tekst met een Italiaans accent gemonteerd. De tekst luidt: “Lieve mensen. Jullie gaan nooit geloven wat ik nu weer heb gehoord. Met Radio 538, daar kun je kaartjes winnen voor die concert van die Robbie Williams ….in Australië. Maar die krijg je natuurlijk niet voor niks. Daar moet je wat voor doen. Luisteren 1 tot 3 december naar Radio 538! Dank u”.
Halverwege de toespraak verschijnen er beelden van de achterzijde van een schaarsgeklede vrouw die een string draagt, met haar billen schudt en door het publiek wordt toegejuicht.
De uiting sluit af met de geschreven en gesproken tekst: “538=heilig”.

In de tag-on lopen de paus en een hoge geestelijke de trap op van een vliegtuig. Daarbij is een Nederlandstalig fictief gesprek tussen de paus en de andere geestelijke gemonteerd waarin de geestelijke vraagt om een kaartje voor het concert van Robbie Williams.

De klacht

Het gebruik van authentieke opnames van de paus gecombineerd met blote billen om een onbenullige zender te promoten vindt klager getuigen van wansmaak en vindt hij een belediging voor gelovigen. De uiting is in strijd met de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Het verweer

Adverteerster heeft niet tot doel gehad mensen te kwetsen of te beledigen. De uiting is humoristisch bedoeld. Over smaak en humor valt niet te twisten.
Voor een gemiddelde kijker en in het licht van wat kijkers gewend zijn, is de uiting niet te schokkend. Er zijn vele voorbeelden te geven van parodieën op paus, politici en andere bekende personen die op de Nederlandse televisie zijn geweest.

Het oordeel van de Commissie

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria.

In het onderhavige geval overweegt de Commissie dat de uiting onmiskenbaar humoristisch is bedoeld en dat de paus in de uiting niet in diskrediet wordt gebracht. Hoewel de Commissie er begrip voor heeft dat niet iedereen het beoogde humoristische effect waardeert, acht de Commissie de grenzen van hetgeen toelaatbaar moet worden geacht niet overschreden.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.