Het betreft een billboard-affiche voor de voorstelling “Smoke and Mirrors”, geplaatst aan de Erasmusweg in Den Haag.
Op de affiche staat een foto van twee mannen en een vrouw. Vooraan is het blote bovenlichaam van een man te zien. Daarachter het tot en met haar borsten ontblote bovenlichaam van een vrouw. De vrouw houdt haar rechterhand voor haar rechteroog. Achteraan, tussen eerdergenoemde man en vrouw is het gezicht van een andere man te zien.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
De reclame-uiting toont demonstratief de blote borsten van een vrouw. Klager wil dit niet zien op straat. De “scène” bestaat uit 3 personen die “nogal indringend van dichtbij gefotografeerd zijn”, aldus klager.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter heeft de klacht direct afgewezen. Hij heeft daartoe het volgende overwogen:
“Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen, zoals u kennelijk met uw klacht bedoelt, stelt de voorzitter van de Reclame Code Commissie zich terughoudend op. Dit is het gevolg van het subjectieve karakter van die criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid oordeelt de voorzitter als volgt.
Op de billboardposter zijn een aantal personen te zien waaronder een vrouw met een blote borst die een hand voor een oog houdt. De afbeelding op de poster heeft door zijn vormgeving onmiskenbaar een artistiek karakter hetgeen blijkbaar is bedoeld om aan te sluiten bij de aangeprezen voorstelling.
De uiting is blijkens de foto in de middenberm van een doorgaande weg geplaatst.
Naar het oordeel van de voorzitter is het, rekening houdend met de hiervoor bedoelde terughoudend- heid, alsmede met de aard van de uiting, de vormgeving en de plaatsing daarvan, niet in strijd met hetgeen naar hedendaagse maatstaven toelaatbaar dient te worden geacht om op een dergelijke wijze een dansvoorstelling aan te prijzen. Dat niet iedereen de uiting zal waarderen nu sprake is van een blote vrouwenborst, leidt niet tot een ander oordeel. De klacht wordt op grond van het voorgaande afgewezen”.
Het bezwaar tegen de directe afwijzing door de voorzitter
Klagers bezwaar wordt als volgt samengevat.
De voorzitter noemt:
1. het subjectieve karakter van de criteria goede smaak en fatsoen;
2. het artistieke karakter van de uiting en
3. de plaatsing van de uiting op de middenberm van een doorgaande weg.
Ad 1.
Klager pleit ervoor om “de blokkade van het subjectieve karakter te doorbreken” en voortaan “een gedragslijn” te hanteren waarbij “dat bloot in de openbare ruimte niet hoort” en “motivatie of doel” er niet toe doen. Jonge mensen die de bestreden reclame op straat zien, zullen zich niet afvragen wat de context van het getoonde bloot is, aldus klager.
Ad 2.
Voor klager verergert “het artistieke karakter van de uiting” eerder “de lading van het bloot”, dan dat “dat karakter die lading vermindert”. Er is duidelijk sprake van “een pose waar mogelijk lang op geoefend is”, aldus klager. Deze pose komt heel onnatuurlijk over. Klager stelt:
“De indringende ogen waarmee in de camera gekeken wordt, die vragen ‘kijk naar ons!’. Er is iets met ons! De hand voor het oog zegt mij ‘ik weet dat ik iets doe wat fout is, maar doe een oog(je) dicht! Zie mijn ongepast optreden over het hoofd…’”.
Ad 3.
Klager vindt de plaatsing op de middenberm van een doorgaande weg nogal “flauw” om als argument te hanteren. De reclame heeft op allerlei plaatsen gehangen. Klager zag de uiting voor het eerst in een andere stad dan Den Haag, maar hij weet niet meer precies waar.
Tot slot maakt klager een algemene opmerking. Het gaat hem ook om de reclame- uitingen die mogelijk de komende zomer volgen, bijvoorbeeld van Radio 538 of van Suit Supply. Klager zoekt naar houvast, om dergelijke uitingen zo mogelijk te voorkomen.
De reactie van adverteerder op het bezwaar
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
Nederlands Dans Theater (hierna: NDT) betreurt de door klager geuite onvrede over de uiting voor de voorstelling “Smoke and Mirrors”. NDT kan zich in geen van de vaststellingen en oordelen van klager vinden. De uiting is niet aanstootgevend bedoeld. Leidraad voor de vormgeving van voorstellingsposters zijn de artistieke koers van het gezelschap en de keuzes ten aanzien van de artistieke inhoud van de betreffende voorstelling. De artistieke vrijheid van het gezelschap van NDT, in al haar uitingen, laat zich niet inperken door morele oordelen als die van klager. NDT sluit zich daarom aan bij de beslissing van de voorzitter.
NDT nodigt klager uit om één van haar voorstellingen bij te wonen in de overtuiging dat klager zal inzien dat NDT een verrijking en geen verarming is van en voor het Haagse culturele landschap.
De mondelinge behandeling
Klager heeft zijn standpunt nader toegelicht. Hij maakt er met name bezwaar tegen dat “de jeugd” met de onderhavige uiting wordt geconfronteerd. In dit verband legt hij afdrukken over van www.kijkwijzer.nl, waaronder een pagina met de aanhef “CLASSIFICATIES UITGELEGD”, welke pagina betrekking heeft op -samengevat- “Seksualiteit in de media”. Ook legt klager een stuk over van de “COUNCIL OF EUROPE” met de aanhef:
“Resolution 2119 (2016)1
FIghting the over-sexualisation of children”.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie begrijpt dat klager de bestreden reclame-uiting niet kan waarderen, reeds omdat hij vindt dat “dat bloot in de openbare ruimte niet hoort”.
De Commissie oordeelt als volgt over de bewuste billboard-affiche. Op deze affiche staan twee mannen en een vrouw, waarbij van de vrouw het tot en met haar borsten ontblote bovenlichaam is afgebeeld. De Commissie stelt voorop dat zij geen aanleiding ziet om een reclame-uiting waarin een ontbloot of deels ontbloot lichaam is afgebeeld, reeds om die reden in strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) te achten. De Commissie beoordeelt steeds per geval of de betreffende reclame in overeenstemming is met de NRC, waarbij de uiting in haar geheel in het oordeel wordt betrokken.
Evenals de voorzitter van de Commissie stelt de Commissie zich terughoudend op bij de beoordeling of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen, op welke criteria klager zich kennelijk beroept. De uitkomst van deze beoordeling hangt namelijk sterk af van de persoonlijke zienswijze van degene die met de betreffende reclame wordt geconfronteerd.
Ter zitting heeft klager zijn klacht toegespitst op de vraag hoe jonge mensen de uiting zullen ervaren en in dit verband heeft hij gewezen op (informatie op www.kijkwijzer.nl over) “seksualiteit in de media” en op “over-sexualisation of children”. Voor zover men in de onderhavige uiting al een verwijzing naar seksualiteit zal zien, acht de Commissie de uiting in haar geheel beschouwd niet van dien aard dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden. In de uiting zijn in iedere geval geen seksuele handelingen te zien. Ook is de uiting, waarin alleen volwassenen zijn afgebeeld, niet op kinderen gericht.
Overigens rechtvaardigt de inhoud van het ter zitting door klager overgelegde stuk van www.kijkwijzer.nl met de aanhef “CLASSIFICATIES UITGELEGD” niet klagers conclusie ter zitting dat Kijkwijzer beelden met ontbloot bovenlichaam als seks beschouwt. In het betreffende stuk staat voor zover hier van belang:
“In inhoudsanalyses over de aard en frequentie van seks in de media wordt geconstateerd dat er aan het eind van de jaren negentig meer seks in de media aanwezig is dan ooit tevoren en dat de seks ook nadrukkelijker in beeld wordt gebracht (Donnerstein en Smith, 2001; Kunkel et al., 2005). Opgemerkt moet echter worden dat het begrip seks in deze inhoudsanalyses ruim is geïnterpreteerd. Het gaat bijvoorbeeld om handelingen als strelen, kussen, en geslachtsgemeenschap, maar ook om afbeeldingen van schaars of uitdagend geklede personages, en om gesprekken over seks”.
Uit het bewuste stuk valt niet op te maken dat Kijkwijzer diezelfde ruime uitleg van het begrip seks hanteert.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en wijst de klacht af.