De bestreden reclame-uitingen
Het betreft abriposters met de tekst “Wietoogst mislukt Hierrr met je rekening 538 betaalt” en met de tekst “Uitgekleed door stripper Hierrr met je rekening 538 betaalt”.
De klacht
Klaagster vindt de actie ‘tof’ maar de campagne smakeloos. De campagne draagt bij aan de vervaging van normen en waarden. Het op deze wijze inzetten van humor draagt bij aan het bagatelliseren, normaliseren en promoten van crimineel en/of onzedelijk gedrag.
Het verweer
Dit wordt als volgt samengevat. Door de uitingen wordt de luisteraar opgeroepen om mee te doen aan een actie waarbij een ingezonden rekening door adverteerder werd betaald. De campagne bestond uit in totaal 13 reclame-uitingen op abri’s en 8 reclame-uitingen door middel van digitale (snelweg)reclame waarbij werd ingespeeld op actuele gebeurtenissen. Verder verschenen tientallen uitingen op sociale media van adverteerder. De uitingen zijn bedoeld om de doelgroep te prikkelen hun verhaal achter de door hen in te sturen rekeningen met Radio 538 te delen. De uitingen zijn niet voorzien van afbeeldingen en bestaan slechts uit tekst. Zij hebben een ridicuul karakter. Adverteerder meent dat de uitingen de grenzen van het toelaatbare niet overschrijden.
Het oordeel van de voorzitter
1) De bestreden reclame-uitingen maken deel uit van een campagne die bestaat uit een groot aantal uitingen, maar dienen per uiting (derhalve los van de totale reclamecampagne) te worden beoordeeld nu zij elk afzonderlijk in het straatbeeld worden gepubliceerd.
2) Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen, zoals kennelijk met de klacht is bedoeld, stelt de voorzitter van de Reclame Code Commissie zich terughoudend op. Dit is het gevolg van het subjectieve karakter van die criteria. Met inachtneming van deze terughoudendheid oordeelt de voorzitter als volgt.
3) De uitingen zijn bedoeld om de aandacht te vestigen op een actie van adverteerder waarbij luisteraars de gelegenheid krijgen rekeningen in te zenden die door adverteerder kunnen worden vergoed. De uitingen roepen op deze rekeningen in te zenden op een wijze die onmiskenbaar humoristisch maar ook enigszins provocatief is. Er wordt immers verwezen naar een situatie waarin sprake is van het vergoeden van schade wegens een mislukte wietoogst respectievelijk door een stripper. De voorzitter oordeelt echter dat de wijze waarop adverteerder aldus luisteraars oproept een rekening in te zenden niet ontoelaatbaar is. Over de wenselijkheid van het vergoeden van een mislukte wietoogst kan men van mening verschillen evenals over het vergoeden van schade door een stripper, maar dat is, mede gelet op het ludieke karakter van de actie en de uitingen, onvoldoende om te oordelen dat in dit geval de grenzen zijn overschreden van hetgeen maatschappelijk toelaatbaar dient te worden geacht. De klacht wordt om die reden afgewezen.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.