Het College van Beroep [16 juni 2020]
De bestreden uiting, de inleidende klacht en de beslissing van de Commissie
De klacht is gericht tegen een abriposter van Radio 538 met de tekst: “Druiper van je ex? Hierrr met je rekening 538 betaalt”.
Klager maakt bezwaar tegen de abriposter omdat deze ranzig, vrouwonvriendelijk en kwetsend zou zijn.
De Commissie heeft zich bij de toetsing van de uiting terughoudend opgesteld wegens de vrijheid van meningsuiting van adverteerder en het feit dat het om een norm gaat waarvan de invulling afhankelijk is van persoonlijke waarderingen en opvattingen. Met inachtneming hiervan heeft de Commissie geoordeeld dat de wijze waarop Radio 538 luisteraars oproept een rekening in te zenden toelaatbaar is.
De grieven (zakelijke weergave)
De Commissie had zich veel minder terughoudend moeten opstellen en moeten oordelen dat de abriposter niet in overeenstemming is met de goede smaak. Als Radio 538 zijn doelgroep met seksistische en ranzige humor wil bereiken, moeten er grenzen aan de vrijheid van de meningsuiting worden gesteld. Dit geldt ook voor de plekken waar geadverteerd wordt. De uiting hoort niet in een bushokje waar je, als het regent, “met je regenjas tegen een druiper aan kan leunen”. De doelgroep van de uiting gaat een belangrijke sociale functie vervullen en zij zijn de dupe van Radio 538 die hen via de poster tot ongewenst gedrag aanzet.
Het antwoord in appel
Het standpunt van Radio 538 strekt tot bevestiging van de beslissing van de Commissie. Daarnaast stelt zij dat appellant zich op onrechtmatige wijze over haar uitlaat en stukken van deze zaak publiceert inclusief persoonsgegevens van betrokkenen. Op hetgeen Radio 538 stelt, zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
De mondelinge behandeling
In aanvulling op zijn beroepschrift heeft appellant, samengevat, meegedeeld dat hij de abriposter vernederend en seksistisch vindt omdat de man tot wie de actie zich richt de ‘druiper’ van een vrouw heeft gekregen, die zelf echter weer het slachtoffer is van een man met een geslachtsziekte. Ook acht appellant de uiting discriminerend voor vrouwen omdat zij volgens hem zijn uitgesloten van de actie.
Het oordeel van het College
1. Het College verwijst naar het toetsingskader dat is weergegeven in overweging 2 van de (op de website van de Stichting Reclame Code gepubliceerde) beslissing van het College in dossier 2017/00640. Gelet op het daar omschreven toetsingskader en de inleidende klacht, zal in de eerste plaats worden beoordeeld of de uiting door zijn verschijningsvorm aanstootgevend is voor het publiek. Zoals volgt uit eerdergenoemde beslissing geeft het College hierover een mening op basis van een eigen inschatting.
2. De uiting bestaat uit een tekst die onmiskenbaar humoristisch is bedoeld. Hierin wordt opgeroepen de rekening van de behandeling van een seksueel overdraagbare aandoening (soa) in de vorm van een “druiper van je ex” aan Radio 538 toe te zenden om deze te laten vergoeden. Het College acht het aannemelijk dat een deel van het publiek de uiting als platvloers zal beschouwen, enerzijds door de wijze waarop naar een soa wordt verwezen (“druiper van je ex”) anderzijds door de suggestie de behandeling daarvan door Radio 538 te laten vergoeden. Dit alles is echter onvoldoende om de uiting ontoelaatbaar te achten. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat van het publiek enig incasseringsvermogen mag worden verwacht met betrekking tot een licht provocatieve reclame-uiting als de onderhavige, ook indien men in een bushokje daarmee wordt geconfronteerd.
3. De overige bezwaren van appellant tegen de uiting treffen evenmin doel. Voor zover appellant stelt dat de uiting vernederend, seksistisch, discriminerend en kwetsend is, berust deze grondslag van de klacht op een gekunstelde beredenering waarvoor de uiting geen aanleiding geeft. In de enkele mededeling “druiper van je ex” ligt immers geen boodschap besloten over de positie van man en vrouw, terwijl de uiting slechts een voorbeeld noemt van een situatie waarin men een rekening kan inzenden. Dat appellant het met het oog op jongeren niet wenselijk acht dat adverteerder reclame maakt voor het vergoeden van een rekening wegens een soa, kan evenmin tot het oordeel leiden dat de reclame in strijd met de NRC is.
4. Het College neemt nota van hetgeen Radio 538 stelt over de wijze waarop appellant zich over haar uitlaat en de wijze waarop hij stukken van deze zaak publiceert. Het College is echter niet bevoegd op dit punt bepaalde maatregelen te treffen. Overigens heeft appellant bij e-mail van 1 april 2020 aan het College verklaard: “U kunt mijn verontschuldigingen overbrengen. Ik wist niet dat ik de naam onder het verweerschrift niet mocht publiceren.” Radio 538 is hierover geïnformeerd.
5. Op grond van het voorgaande beslist het College als volgt.
De beslissing van het College van Beroep
Het College bevestigt de bestreden beslissing.
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie [10 maart 2020]
De bestreden reclame-uiting
Het betreft een abriposter met de tekst:
“DRUIPER VAN JE EX?
HIERRR MET JE REKENING
538 BETAALT”.
De klacht
Klager vindt dat er met de abriposter sprake is van een “stuitende onpasselijk makend reclame-uiting”. Daarbij vindt klager het een “ranzige” en vrouwonvriendelijke uiting, die getuigt van “boreale” en kwetsende humor.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat. Radio 538 voerde de zogenaamde stationsactie “Hierrr Met Je Rekening!” waarmee de radiozender bijzondere rekeningen van luisteraars zou betalen. De campagne ter promotie van deze actie bestond uit in totaal 5 reclame-uitingen. Op de abri’s werden in enkele woorden humoristische en ridicule scenario’s geschetst als mogelijke oorzaken voor onvoorziene kosten, met daaronder de tekst “Hierrr Met Je Rekening”, “538 Betaalt” die de luisteraars opriep mee te doen aan de actie. De campagne was gericht op de luisteraars van de radiozender, de luisteraars van 20-24 jaar in het bijzonder. Radio 538 wilde deze groep op originele en humoristische wijze aanspreken en probeerde dit door middel van vaak absurdistische en ‘over the top’ scenario’s. Radio 538 gaf de scenario’s weer in tekst met een strikt neutrale opmaak om het droog geformuleerde, ridicule karakter van de uiting te versterken. Radio 538 is van mening dat de bestreden uiting naar de huidige maatschappelijke opvattingen van volwassenen en jongvolwassenen niet in strijd is met de goede smaak, het fatsoen of goede zeden en dat de grenzen van het toelaatbare niet zijn overschreden.
Het oordeel van de Commissie
1) De bestreden reclame-uiting maakt deel uit van een campagne die bestaat uit meerdere uitingen, maar dient als zelfstandige uiting, los van de totale reclamecampagne te worden beoordeeld, nu de uiting afzonderlijk in het straatbeeld wordt gepubliceerd.
2) Krachtens artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) moet een reclame-uiting in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. Bij de toetsing aan deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op. Dit is het gevolg van de vrijheid van meningsuiting van adverteerder en het feit dat het om een norm gaat waarvan de invulling afhankelijk is van persoonlijke waarderingen en opvattingen. De Commissie beoordeelt of er een dringende maatschappelijke behoefte bestaat dat de betreffende reclame-uiting niet langer wordt gepubliceerd. Bij deze beoordeling let de Commissie op alle omstandigheden van het geval, zoals de inhoud en de vorm van de uiting en de wijze van openbaarmaking daarvan. Aan de hand van deze maatstaf overweegt de Commissie in deze zaak als volgt.
3) De uiting is bedoeld om de aandacht te vestigen op een actie van adverteerder waarbij luisteraars de gelegenheid krijgen rekeningen in te zenden die door adverteerder kunnen worden vergoed. De uiting roept op deze rekeningen in te zenden op een wijze die onmiskenbaar humoristisch bedoeld maar ook enigszins provocatief is. Er wordt immers verwezen naar een situatie waarin sprake is van het vergoeden van schade wegens het oplopen van een seksueel overdraagbare aandoening. De Commissie oordeelt dat de wijze waarop adverteerder aldus luisteraars oproept een rekening in te zenden niet ontoelaatbaar is. Over de vraag of wenselijk is dat de kosten van behandeling van een medische aandoening – in dit geval een seksueel overdraagbare aandoening – in het kader van een humoristisch bedoelde campagne worden vergoed, kan vanzelfsprekend verschillend worden gedacht. Dat leidt er echter niet toe dat de Commissie tot de slotsom komt dat met de uiting, gelet op het hiervoor weergegeven toetsingskader de grenzen zijn overschreden van hetgeen maatschappelijk toelaatbaar dient te worden geacht. De klacht wordt om die reden afgewezen.
De beslissing van de Reclame Code Commissie
Gelet op het bovenstaande wijst de Commissie de klacht af.