De bestreden reclame-uitingen
Het betreft een reclamecampagne voor festivals van Radio 538, welke campagne bestaat uit twee versies van twee abriposters. De kop van alle posters luidt: “Luister nu en win tickets om hard te gaan op de vetste festivals”.
Op poster 1 zijn onder deze tekst twee (jonge) vrouwen afgebeeld, waarbij in de ene versie (1a) is te zien dat zij aan de worst van een hotdog likken, en in de andere versie van deze poster (1b) de hotdog is ‘gescrambled’.
Op poster 2 is een man afgebeeld die gekleed op een toilet zit. In de ene versie van deze poster (2a) is te zien dat hij een flesje in zijn hand houdt ter hoogte van zijn kruis, in de andere versie (2b) is het flesje ‘gescrambled’.
De klacht
De abriposters betreffen een soort pseudo-porno. In de uiting waarin niet is te zien waaraan de twee vrouwen likken, wordt orale seks gesuggereerd. In de uiting waarin niet is te zien wat de man vasthoudt, wordt masturbatie gesuggereerd. De campagne is walgelijk, pervers en aanstootgevend.
Het verweer
In de periode 15 tot en met 22 juli 2014 heeft Radio 538 een landelijke advertentiecampagne gevoerd met abriposters waarop twee vrouwen zijn afgebeeld die aan een hotdog likken of waarop een zittende man is afgebeeld met een flesje in beide handen. Ongeveer 50% van de abriposters is (gedeeltelijk) gecensureerd weergegeven, in die zin dat de hotdog respectievelijk het flesje niet zichtbaar is.
Met de uitingen, waarin wordt opgeroepen naar Radio 538 te luisteren om tickets te winnen voor festivals, wordt de doelgroep (luisteraars van 20-45 jaar) op een opvallende en humoristische wijze benaderd. De uitingen zijn sensueel en wellicht uitdagend van aard, maar er is geen sprake van pornografie of expliciete seksualiteit. Er zijn geen nadrukkelijke seksuele handelingen afgebeeld en er wordt geen naakt getoond. Het feit dat er twee versies van de uitingen zijn gemaakt, versterkt het humoristische element. Bovendien is het in de festivalcultuur gebruikelijk dat foto’s, posters of andere uitingen (gedeeltelijk) gecensureerd worden. Er wordt verhuld wat niet verhuld hoeft te worden, waardoor wordt gesuggereerd dat er iets ontoelaatbaars gebeurt, wat in werkelijkheid niet het geval is. De uitingen zijn met een knipoog naar seksualiteit bedoeld en in geen geval seksistisch of neerbuigend ten opzichte van vrouwen. De vrouwen zijn als moderne, onafhankelijke en zelfverzekerde personen afgebeeld en niet als lustobject. De personen zijn afgebeeld in een jolige, feestelijke sfeer die past bij de campagne voor de (zomer)festivals van Radio 538.
Naar de huidige maatschappelijke opvattingen van (jong) volwassenen is de reclame niet in strijd met de goede smaak, het fatsoen of de goede zeden. Adverteerder verwijst in dit verband naar eerdere uitspraken van de Commissie, waarin klachten over strijd met de goede smaak zijn afgewezen omdat geen sprake was van nadrukkelijke, expliciete seksuele handelingen of seksualiteit. Hetzelfde geldt voor de onderhavige uitingen.
De mondelinge behandeling
Klager voert – kort samengevat – aan dat de in het verweer gestelde “knipoog naar seksualiteit” een onjuiste typering van de campagne is. Door de combinatie van de in de uitingen gebruikte fallussymbolen en de tekst “om hard te gaan”, roepen de uitingen op tot een associatie met porno. Daarbij is het gebruikte medium van belang: de posters bevinden zich in abri’s in de openbare ruimte, waardoor niet alleen de doelgroep van Radio 538 ermee wordt geconfronteerd.
Het standpunt van Radio 538 is gehandhaafd. Ter vergadering zijn de originele posters getoond.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de posters in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC. Bij de toetsing van een reclame-uiting aan criteria als de goede smaak en/of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. De Commissie beoordeelt of de uiting naar de huidige maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. Hierbij wordt, zoals vermeld in de toelichting bij artikel 2 NRC, rekening gehouden met de wijze waarop de uitingen zijn geopenbaard en het effect dat zij daardoor op het publiek hebben. Bij een uiting die op zodanige wijze wordt gepubliceerd dat het publiek zich niet aan confrontatie daarmee kan onttrekken, zijn de grenzen van hetgeen toelaatbaar kan worden geacht eerder overschreden dan bij uitingen die op een andere wijze worden gepubliceerd.
Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid en rekening houdend met het feit dat de onderhavige uitingen in de publieke ruimte geplaatste abriposters betreffen, is de Commissie van oordeel dat de posters aangeduid met 1a, 1b en 2b de grenzen van hetgeen volgens huidige maatschappelijke opvattingen toelaatbaar is, overschrijden. Anders dan Radio 538 kennelijk meent, zijn voor deze beoordeling niet alleen de maatschappelijke opvattingen van haar doelgroep van (jong) volwassenen van belang. De posters zijn immers op straat geopenbaard, waar iedereen ongewild met de uitingen kan worden geconfronteerd. Naar het oordeel van de Commissie roepen genoemde posters door de combinatie van de afbeelding en de tekst “om hard te gaan” een zo duidelijke associatie met pornografie op, dat de Commissie deze in het straatbeeld getoonde uitingen in strijd met de goede smaak acht.
Dit oordeel geldt niet met betrekking tot de met 2a aangeduide poster. De twee versies van de reclame-uitingen, waarvan niet is gesteld of gebleken dat deze altijd tegelijkertijd kunnen worden gezien, dienen op zichzelf staand aan de NRC te worden getoetst. Op poster 2a is duidelijk te zien dat de man gekleed op een toilet zit met een flesje in zijn handen. Deze versie van de poster roept niet een zo duidelijke associatie met pornografie op als waarvan naar het oordeel van de Commissie sprake is bij de gescramblede versie (poster 2b). In zoverre wordt de klacht afgewezen.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uitingen aangeduid met 1a, 1b en 2b in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wordt de klacht afgewezen.