De bestreden reclame-uiting
Het betreft de aanbieding van de 7-daagse reis naar hotel Row NYC op adverteerders website www.expedia.nl. Met betrekking tot de prijs wordt vermeld:
“€ 882 € 763
per persoon, incl. Vlucht + Hotel,
belastingen & toeslagen”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Op 16 januari 2017 heeft klaagster de 7-daagse reis met verblijf in hotel Row NYC in New York geboekt via Expedia Vlucht+Hotel. Pas bij ontvangst van de bevestigingse-mail bleek klaagster dat in het hotel nog € 196,90 aan toeslagen moet worden betaald. Tijdens de boeking op de website wordt steeds gezegd dat de prijs van de reis inclusief alle toeslagen is vermeld. Alleen indien op de betalingspagina een ‘dropdown menu’ wordt aangeklikt, wordt de mededeling getoond dat in het hotel nog een resorttoeslag moet worden betaald en wat de hoogte daarvan is. Klaagster acht deze presentatie van de resorttoeslag niet juist.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Expedia is bekend met het bepaalde in de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014, meer in het bijzonder met de bepaling dat prijzen inclusief de vaste onvermijdbare kosten moeten worden vermeld. Expedia erkent dat momenteel bij reizen die door reizigers zelf worden samengesteld de resort fee, die in sommige hotels in de Verenigde Staten ter plekke aan die hotels moet worden betaald, niet altijd in de totaalprijs is opgenomen. Voor de bestreden uiting geldt dat ook, waardoor deze uiting niet in overeenstemming is met het bepaalde in de RR. Expedia zal dit herstellen en niet meer op een dergelijke wijze reclame maken.
Het oordeel van de voorzitter
1. De bestreden uiting, waarin een reis naar New York met bijbehorende prijs wordt getoond en doorgeklikt kan worden naar het boekingsformulier, is een uitnodiging tot aankoop gericht op de Nederlandse markt betreffende reisdiensten en is aldus aan te merken als een uiting waarop – naast de andere bepalingen van de Nederlandse Reclame Code (NRC) – de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014 van toepassing is. Krachtens artikel IV lid 1 RR moeten op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 RR correcte en duidelijke prijzen worden gehanteerd. Dit betekent – kort samengevat – dat de prijs van een reisdienst moet worden gepubliceerd inclusief de op het moment van publicatie bekende vaste onvermijdbare kosten. Indien sprake is van variabele onvermijdbare kosten die niet reeds in de geadverteerde prijs (per persoon) kunnen worden verdisconteerd, dan dient direct bij de genoemde prijs in de uiting op transparante wijze informatie te worden gegeven over het bestaan van deze kosten en de (berekening van de) hoogte daarvan, zodat de consument in één oogopslag kan zien welk bedrag aan extra kosten hij verschuldigd is.
2. In de bestreden uiting wordt een prijs geadverteerd “per persoon, incl. Vlucht + Hotel, belastingen & toeslagen”. Expedia heeft erkend dat in de geadverteerde prijs niet de onvermijdbare resorttoeslag is opgenomen. Uit de door klaagster overgelegde print van de informatie die wordt getoond indien aan het eind van het boekingsproces, op de betaalpagina, het ‘dropdown menu’ wordt aangeklikt, leidt de voorzitter af dat de resorttoeslag per accommodatie per nacht geheven wordt. Omdat niet tevoren vast staat voor hoeveel personen de accommodatie zal worden geboekt, betreft de resorttoeslag variabele onvermijdbare kosten die niet reeds in de geadverteerde prijs per persoon kunnen worden verdisconteerd. Op grond van de hiervoor genoemde regelgeving dient echter wel direct bij de geadverteerde prijs duidelijke informatie te worden gegeven over het bestaan en de hoogte van deze kosten. In de bestreden uiting ontbreekt de vermelding van de bovenop de prijs verschuldigde resorttoeslag.
3. Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de uiting in strijd met artikel IV sub 1 RR 2014 in verbinding met artikel III sub 1 RR 2014.
In de mededeling van adverteerder dat zij de reclame-uiting zal aanpassen en niet meer op een dergelijke wijze reclame zal maken, ziet de voorzitter aanleiding om gebruik te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege te laten.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel IV sub 1 RR 2014 in verbinding met artikel III sub 1 RR 2014.