a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Reizen en toerisme

Status:

Dossiernr:

2019/00541 - CVB

Datum:

17-12-2019

Uitspraak:

CVB Aanbeveling (gedeeltelijk) Vernietigd (gedeeltelijk) (=Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Reizen en toerisme

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

Het College van Beroep [17 december 2019]

De bestreden uitingen, de inleidende klacht en de beslissing van de Commissie

De klacht betreft de pagina op de website klmpackagedeals.klm.nl die men ziet nadat men voor een reis naar Las Vegas, met verblijf in het Circus Circus Las Vegas Hotel, de reisdatum, het aantal nachten, aantal personen en aantal kamers heeft ingevuld. Onder het “Totaalbedrag” van de reis staat onder meer: “Lokaal te betalen kosten – klik hier”. Door hierop te klikken ziet men de volgende tekst:
“Verplichte toeslagen
Sommige kosten, zoals toeristenbelasting en resort fees, kunnen niet worden inbegrepen in de totaalprijs. Een resort fee is een verplichte toeslag voor het gebruik van diensten of faciliteiten van een hotel. De volgende kosten dienen bij de accommodatie te worden betaald (totaalbedrag voor het gehele verblijf, te betalen in de lokale valuta): Fees: Resort Fee: 229,15 EUR”.

De inleidende klacht komt erop neer dat de resort fee ten onrechte niet is opgenomen in de geadverteerde totaalprijs. Dit is volgens de klacht in strijd met de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014 en met Nederlandse en Europese wetgeving. Doordat de resort fee niet in de totaalprijs is opgenomen, is de prijs kunstmatig laag en kan deze niet eerlijk worden vergeleken met die van andere reisaanbieders (bijvoorbeeld Booking.com en Expedia), die deze kosten wél in hun prijs opnemen. 

De Commissie heeft de klacht toegewezen omdat de resort fee op het moment dat het aantal reizigers en kamers zijn ingevuld, is te beschouwen als vaste onvermijdbare kosten. Nu de fee ten onrechte niet in de totaalprijs is verdisconteerd, is de uiting in strijd met artikel IV onder 1 RR 2014 in combinatie met artikel III onder 1 RR 2014. Verder acht de Commissie de wijze van bekendmaken van de resort fee niet transparant doordat men eerst een button moet aanklikken.

 

De grieven

Het College vat de grieven als volgt samen.
De resort fee is een variabele onvermijdbare kostenpost die niet door Airtrade wordt geheven en niet aan haar, maar ter plekke aan het hotel dient te worden betaald. Om deze redenen kan de resort fee niet in het winkelmandje worden opgenomen. De toeslag wordt niet per persoon maar per kamer geheven en wordt pas berekend nadat bekend is hoeveel personen de kamer willen boeken. Airtrade heeft geen andere keuze dan de resort fee, nadat de keuze is gemaakt met hoeveel personen de kamer geboekt gaat worden, bij de prijs te vermelden op de wijze zoals zij dat in de bestreden reclame-uiting doet, te weten door een link op te nemen naar lokaal te betalen kosten. Airtrade kan geen toeslag heffen die de reiziger niet aan haar betaalt. In dat geval zou de consument dubbel betalen. De Commissie heeft verder een te streng criterium aangelegd dat niet in overeenstemming is met het beleid van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) op het punt van prijstransparantie in de reisbranche. Op grond van het beleid van de ACM dient de resort fee als variabele onvermijdbare kostenpost op transparante wijze direct bij de advertentieprijs te worden weergegeven, inclusief de hoogte daarvan. Airtrade handelt naar de letter en geest van het ACM-beleid door de consument op heldere en transparante wijze te wijzen op het feit dat er bijkomende kosten zijn, waarbij men de hoogte met één klik kan zien. Airtrade wijst daarbij op de toetsing door de ACM van het prijsbeleid van Belvilla. Uit het desbetreffende door Airtrade overgelegde boetebesluit blijkt dat de ACM het vermelden van onvermijdbare variabele kosten onder een “i”-button (vergelijkbaar met ‘klik hier’) toelaat als dan de correcte toeslag zichtbaar is. Airtrade meent dat zij zich op deze praktijk mag beroepen en dat het niet aan de Commissie is om hiervan af te wijken. Dat zou een ongelijk speelveld tussen adverteerders in de reisbranche creëren en zowel rechtsongelijkheid als rechtsonzekerheid opleveren. Ook uit de ‘checklist’ van de Stichting Reclame Code volgt niet dat het vermelden van een specificatie achter een informatie-icoon nooit zou zijn toegestaan. Airtrade kan zich evenmin verenigen met het oordeel van de Commissie dat niet van belang is dat de toeslag aan het hotel moet worden betaald. Ook hier verliest de Commissie uit het oog dat het variabele onvermijdbare kosten zijn die afzonderlijk mogen worden vermeld op de wijze zoals Airtrade dat in de bestreden uiting doet.

 

Het antwoord in appel

Het standpunt van geïntimeerde strekt tot bevestiging van de beslissing van de Commissie. Op hetgeen geïntimeerde verder stelt zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

 

De mondelinge behandeling

Airtrade heeft het beroep toegelicht mede aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen. In aanvulling daarop is namens haar onder meer meegedeeld dat zij ervoor kiest de resort fee op de onderhavige wijze te tonen, omdat dit de technisch meest handige methode is om de uiteenlopende resort fees van diverse hotels weer te geven, zoals andere aanbieders ook doen. Deze handelwijze is in overeenstemming met de eisen voor informatie over variabele onvermijdbare kosten.
Hierna heeft geïntimeerde zijn standpunt toegelicht. Daarbij heeft hij onder meer meegedeeld dat de resort fee in de prijs dient te zijn inbegrepen om prijsvergelijking mogelijk te maken.

 

Het oordeel van het College

1. Kern van het geschil is of de resort fee van het betrokken hotel in de totaalprijs van de onderhavige reis had dienen te zijn verdisconteerd. Airtrade beschouwt de resort fee als variabele onvermijdbare kosten die niet in de totaalprijs hoeven te worden verdisconteerd. Dit betoog kan in het stadium waarin in deze zaak het aanbod wordt gedaan geen stand houden. De voor de berekening van de resort fee geldende variabelen zijn immers al ingevuld. Aan de hand van deze gegevens kan de resort fee exact worden berekend, zoals blijkt uit het bedrag dat men ziet door in de uiting te klikken op ‘klik hier’ voor de lokaal te betalen kosten. Airtrade had deze kosten niet apart dienen te noemen, maar in de totaalprijs behoren te verdisconteren. De kosten hebben immers door de invulling van de variabelen hun variabele karakter verloren en gelden daarom nu als vaste onvermijdbare kosten. De verplichting om laatstgenoemde kosten in de prijs te verdisconteren, volgt voor een uitnodiging tot aankoop in reclame, waarvan hier sprake is, uit het bepaalde onder III lid 1 RR 2014 in verbinding met het bepaalde onder IV lid 1 RR 2014.

2. Tevens wijst het College in verband met het voorgaande voor online aanbiedingen als de onderhavige op het bepaalde in artikel 8.4 aanhef en onder i Nederlandse Reclame Code, dat, kort gezegd, verplicht tot het noemen van een totaalprijs, met inbegrip van alle kosten die op dat moment kunnen worden berekend. Een vergelijkbare verplichting tot het vermelden van een totaalprijs volgt voor een pakketreis waarvan hier blijkbaar sprake is, meer specifiek uit artikel 7:502 lid 1 aanhef en onder c BW. Dat de resort fee ter plaatse dient te worden betaald, doet aan het voorgaande niet af. Ook vaste onvermijdbare lokaal te betalen kosten dienen in de totaalprijs te worden verdisconteerd. Het is vervolgens aan de adverteerder om in de uiting aan de consument duidelijk te maken welk gedeelte van de totaalprijs aan haar dient te worden betaald en welk gedeelte lokaal dient te worden betaald.

3. Nu Airtrade de resort fee niet in de totaalprijs heeft verdisconteerd, heeft zij, zoals de Commissie heeft beslist, gehandeld in strijd met het bepaalde onder III lid 1 RR 2014 in verbinding met het bepaalde onder III lid 1 RR 2014. De hierna volgende overweging van de Commissie dat de wijze waarop Airtrade de onvermijdbare kosten van de resort fee bekend maakt niet transparant is, en dat de uiting ook om die reden in strijd met genoemde bepalingen is, verdraagt zich niet met het oordeel dat Airtrade verplicht is deze kosten in de totaalprijs te verdisconteren. De Commissie had om die reden dienen te volstaan met de constatering dat Airtrade de resort fee ten onrechte niet in de prijs heeft verdisconteerd in plaats van te toetsen of de informatie transparant is. In zoverre dient de beslissing te worden gecorrigeerd.

4. Dit laatste impliceert tevens dat niet wordt ingegaan op de stellingen van Airtrade met betrekking tot het boetebesluit van de ACM inzake Belvilla. Dat besluit betrof, voor zover hier relevant, de wijze van bekendmaking van variabele onvermijdbare kosten waarvan de hoogte nog niet kon worden berekend. Deze situatie doet zich in deze zaak niet voor. Nu de stellingen van Airtrade ook verder niet tot een andere uitkomst leiden, en meer in het bijzonder de wijze waarop andere adverteerders de resort fee in reclame-uitingen verwerken niet kan afdoen aan de verplichtingen uit de RR 2014, beslist het College als volgt.

 

De beslissing van het College van Beroep

Het College bevestigt de bestreden beslissing voor zover de Commissie heeft beslist dat de bestreden reclame-uiting in strijd is met het bepaalde onder III lid 1 RR 2014 in verbinding met het bepaalde onder III lid 1 RR 2014.
Vernietigt de beslissing voor zover de Commissie heeft overwogen dat de wijze waarop Airtrade de kosten van de ‘Resort fee’ bekend maakt niet transparant is, nu dit gedeelte van de beslissing achterwege had dienen te blijven.

 

[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie [16 oktober 2019]

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op de website www.klmpackagedeals.klm.nl, voor zover daarop een reis naar Las Vegas, met verblijf in het Circus Circus Las Vegas Hotel wordt aangeprezen. Onder het kopje “Reisoverzicht” staat:
“03 sep. – 10 sep.                  2 reizigers
7 nachten                               1 kamer(s)

Prijs per persoon                    € 825,06

€ 1652,61 Totaalbedrag         Selecteer
Totaalprijs voor alle reizigers, inclusief € 2,50 calamiteitenfonds en eventuele kinder- of babykorting. Exclusief € 10,- boekingskosten
Lokaal te betalen kosten – klik hier”.

Wanneer op de button “klik hier” geklikt wordt, verschijnt een tekstblok met de volgende tekst:  
“Verplichte toeslagen
Sommige kosten, zoals toeristenbelasting en Resort Fees, kunnen niet worden inbegrepen in de totaalprijs. Een Resort Fee is een verplichte toeslag voor het gebruik van diensten of faciliteiten van een hotel.

De volgende kosten dienen bij de accommodatie te worden betaald (totaalbedrag voor het gehele verblijf, te betalen in de lokale valuta):
Fees: Resort Fee: 227.60 EUR”.

 

De klacht

De klacht, zoals klager deze in eerste instantie en in repliek heeft geformuleerd, wordt als volgt samengevat. Klager maakt bezwaar tegen het feit dat niet alle verplichte, onvermijdbare hotelkosten, zijn opgenomen in de geadverteerde totaalprijs. Klager noemt in dit verband (de kosten van) de “Resort Fee”, die volgens hem door bijna alle hotels in Las Vegas wordt toegepast, zo ook door het Circus Circus Las Vegas Hotel. Volgens klager is het niet doorberekenen van deze kosten in strijd met de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014 en met Nederlandse en Europese wetgeving. Adverteerder zou deze kosten in de totaalprijs moeten opnemen, zodat de prijs eerlijk kan worden vergeleken met die van andere reisaanbieders (bijvoorbeeld Booking.com en Expedia), die deze kosten wél in hun prijs opnemen. 

 

Het verweer

Het verweer, zoals adverteerder dat bij e-mail van 10 september 2019, en in dupliek, bij e-mail van 23 september 2019 heeft geformuleerd, wordt als volgt samengevat. De Resort Fee geldt per kamer en niet per persoon. Adverteerder heeft een voorbeeld overgelegd waarin de Resort Fee voor de kamer € 230,14 bedraagt, ongeacht de groepsgrootte, aldus adverteerder. Onder de prijs per persoon staat “local fees apply”. Als op deze button wordt geklikt, verschijnt de hoogte van de toeslag. De toeslag varieert per hotel en geldt voor de hotelkamer ongeacht het aantal personen. De prijzen in de uiting zijn per persoon, maar de Resort Fee is per kamer. Daarom kan de toeslag niet in de prijs per persoon meegenomen worden. De Resort Fee kan niet worden afgerekend bij Airtrade, maar moet ter plekke aan het hotel worden voldaan. De Resort Fee kan daarom niet in de prijs worden opgenomen. Volgens adverteerder gaat het om variabele onvermijdbare kosten en is de vermelding ervan in lijn met de RR en met de Aandachtspunten voor handhaving van prijstransparantie in de reisbranche van ACM. Airtrade verwijst in dit verband  naar de volgende passage uit deze aandachtspunten: “[…] De onvermijdbare kosten die variabel zijn worden in een oogopslag op duidelijke wijze bij de advertentieprijs weergegeven, bijvoorbeeld direct er onder of direct er naast. De consument heeft dus meteen een totaalbeeld van alle onvermijdbare kosten. Deze kosten worden in beginsel zo transparant mogelijk weergegeven voor de consument. Met andere woorden, de consument moet direct kunnen bepalen wat het totaalbedrag wordt. Onvermijdbare kosten zijn alle kosten die verbonden zijn met het afnemen van het aanbod zoals gepresenteerd en waar de consument niet omheen kan. Indien deze kosten een vast bedrag per persoon zijn, moet dit bedrag bij de advertentieprijs zijn inbegrepen. Indien deze kosten variabel zijn — bijvoorbeeld per boeking — dan moet direct bij de advertentieprijs duidelijk aangegeven worden welke variabele onvermijdbare kosten er nog bij komen alsmede de hoogte van deze kosten of, als het voorgaande niet kan, de wijze waarop de consument deze kan berekenen.”

 

Het oordeel van de Commissie

In de uiting staat dat de prijs voor een verblijf van 7 nachten voor 2 personen op 1 kamer  € 1652,61 is. In het tekstblok “Verplichte toeslagen” staat vervolgens dat de Resort Fee € 227,60 bedraagt. Niet in geschil is dat de Resort Fee onvermijdbare kosten zijn.

Volgens adverteerder gaat het om variabele onvermijdbare kosten, omdat deze niet per persoon, maar per kamer berekend worden. Dat neemt niet weg dat op het moment dat het aantal reizigers en kamers is ingevuld (zoals in de uiting reeds is gebeurd), de prijs bekend per persoon bekend is, en de Resort Fee in deze prijs verdisconteerd dient te worden.  

Het verweer dat het bedrag van € 227,60 niet in de prijs kan worden opgenomen, omdat het ter plekke bij het hotel moet worden betaald, treft geen doel. Dat een deel van de hotelkosten (de ‘Resort Fee’) kennelijk ter plekke betaald moet worden, ontslaat adverteerder niet van de verplichting om in haar uitingen duidelijke prijzen te hanteren en onvermijdbare kosten in de prijs op te nemen indien deze vast zijn, of op het moment dat de hoogte daarvan per persoon bekend is. De wijze waarop Airtrade de onvermijdbare kosten van de ‘Resort Fee’ bekend maakt acht de Commissie overigens niet transparant als bedoeld in artikel III onder 1 RR. Die kostenpost is namelijk niet direct naast of onder de geadverteerde prijs opgenomen, maar achter een button die de consument moet aanklikken voordat de hoogte van de Resort Fee bekend wordt.   

Gelet op dit alles is sprake van het hanteren van een onduidelijke prijs als bedoeld in de RR, en is de uiting in strijd met artikel IV onder 1 RR, in combinatie met artikel III onder 1 RR.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing van de Reclame Code Commissie

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel IV sub 1 en III sub 1 RR. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.     

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken