De bestreden reclame-uiting
Het betreft een aan klaagster gerichte e-mail van Koopjedeal, gedateerd 24 november 2022. Daarin staat onder meer:
“Goedemorgen toppers,
Om jullie te bedanken voor de geweldige inzet in deze bijzondere tijden, hebben we een speciale
Black Friday personeels-actie georganiseerd!
Jullie mogen als eerste profiteren van de extra hoge kortingen die we hebben doorgevoerd. De
kortingen lopen op tot wel 95%!
We hebben een speciale pagina waar jullie de aanbiedingen kunnen vinden:
https://www.koopjedeal.nl/black-friday/personeelskorting
Deze pagina is exclusief voor personeelsleden en mag uiteraard niet(!) gedeeld worden.
Alvast bedankt en veel succes met de laatste voorbereidingen!
We gaan er een geweldige Black Friday van maken voor onze klanten”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Volgens klager is deze e-mail over “hoge” kortingen, die bestemd is voor personeelsleden, met opzet verstuurd, teneinde de ontvanger te misleiden.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Helaas is er een fout gemaakt in het mailsysteem. De e-mail is naar adverteerders hele mailbestand gegaan, in plaats van alleen naar de collega’s. Gelukkig mochten de klanten ook van de actie gebruik maken, zodat het toch nog eerlijk is, aldus adverteerder.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt vast dat de bestreden e-mail soortgelijk is aan de reclame per e-mail van adverteerder waarover eerder een klacht is ingediend, namelijk in dossier 2022/00340. In dat dossier was immers sprake van het per ongeluk versturen van een e-mail aan een klant in plaats van aan een medewerker van adverteerder en mocht de klant van de ‘fout’ profiteren, in die zin dat hij een (prijs)voordeel had door de onjuiste adressering. De in dat dossier ingediende klacht luidt als volgt: ”Klager ontvangt stelselmatig e-mails van verweerder die ‘per ongeluk’ aan hem als klant zouden zijn gemaild. Eerst ging het om e-mails die zogenaamd waren bedoeld voor het personeel in verband met personeelskorting. Daarna betrof het een e-mail voor intern gebruik. Inmiddels heeft verweerder weer “iets nieuws bedacht”, namelijk een verkeerd vermelde prijs. Het is een misleidende manier van reclame maken om extra verkoop te genereren, aldus klager”.
In dossier 2022/00340 achtte de voorzitter van de Reclame Code Commissie het verweer dat sprake was van een fout niet geloofwaardig en overwoog daartoe: “Het moet (…) zeer onwaarschijnlijk worden geacht dat een intern bedoelde e-mail aan een willekeurige persoon uit een klantenbestand wordt gezonden, laat staan dat dit met enige regelmaat en telkens door een andere fout gebeurt waarvan dezelfde klant steeds kan profiteren. De voorzitter gaat (…) uit van een specifieke marketingstrategie van verweerder”. Vervolgens oordeelde de voorzitter dat in strijd was gehandeld met punt 21 van bijlage 1, behorende bij artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De strekking van deze bepaling is dat een adverteerder de consument niet bewust op het verkeerde been mag zetten met betrekking tot het commerciële doel van de uiting. Tegen deze uitspraak is geen bezwaar gemaakt zodat deze op het moment van verzenden van de bestreden e-mail (24 november 2022) onherroepelijk was.
Bovenbedoeld geval komt naar het oordeel van de Commissie op hetzelfde neer als het onderhavige geval; blijkens het verweer is de thans bestreden e-mail door een ‘fout’ naar adverteerders hele mailbestand gegaan, in plaats van alleen naar de collega’s, maar mochten de klanten ook van de actie gebruik maken. De Commissie verenigt zich met de hiervoor weergegeven overweging van de voorzitter en maakt deze tot de hare. Gelet hierop is er ook in dit geval sprake van misleidende reclame als bedoeld in artikel 8.5 in verbinding met bijlage 1 onder punt 21 en daardoor van oneerlijke reclame als bedoeld in artikel 7 NRC.
Aangezien de voorzitter van de Commissie adverteerder reeds op 17 oktober 2022 (dossier 2022/00340) heeft aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en deze aanbeveling kennelijk niet is opgevolgd, ziet de Commissie aanleiding om haar beslissing in het onderhavige dossier als “Alert” te laten verspreiden, teneinde deze uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en zal deze aanbeveling als een “Alert” laten verspreiden.