Samenvatting van de klacht
Klager heeft geen toestemming gegeven om benaderd te worden door afzender.
Samenvatting van de reactie van afzender
De e-mail is geen reclame. Er vindt geen aanprijzing van producten of diensten plaats en ook is er geen sprake van een georganiseerd mechanisme en/of van een openbare uiting gedaan door afzender. Bovendien is klager niet persoonlijk gecontacteerd, maar haar bedrijf. Op de website van haar bedrijf staat dat je voor meer vragen contact mag opnemen met het betreffende e-mailadres van klager erbij.
Samenvatting van de reactie van klager
De bestreden e-mail is persoonlijk aan klager gericht met als aanhef “Beste [naam klager]”. In de door afzender verzonden e-mail wordt wel degelijk reclame gemaakt. Het merk en de producten van afzender worden aanprezen door de volgende tekst: “Wij verkopen ons merk veelal aan cattery’s en bieden speciale prijzen. Met name onze kattenbakvulling is veel gekocht door cattery’s.” De e-mail bevat aldus reclame in de zin van artikel 1.2 van de Code reclame via e-mail.
Het oordeel van de voorzitter
1. De voorzitter vat de klacht op in die zin dat de bestreden e-mail in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail is verzonden omdat klager geen toestemming voor ontvangst van reclame via e-mail aan afzender heeft gegeven. Gelet op het verweer – inhoudende dat de e-mail niet als reclame kan worden aangemerkt – dient in de eerste plaats te worden beoordeeld of er sprake is van reclame via e-mail in de zin van artikel 1.2.a Code e-mail. De voorzitter oordeelt hierover als volgt.
2. In de e-mail van 15 februari 2024, met onderwerp: ”Cattery – Kattenproducten”, staat:
“Beste [naam], Wij verkopen ons merk veelal aan cattery’s en bieden speciale prijzen. Met name onze kattenbakvulling is veel gekocht door cattery’s. Is het mogelijk dat we eens contact met elkaar hebben? Best regards, [naam]”. Nu wordt gewezen op “speciale prijzen” die afzender kan bieden aan bedrijven zoals die van klager, prijst de e-mail de producten van afzender uitdrukkelijk aan. Om die reden dient de bestreden e-mail, anders dan afzender veronderstelt, te worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1.2.a van de Code E-mail.
3. Gelet op het voorgaande dient de bestreden e-mail getoetst te worden aan de Code e-mail. Artikel 1.3.a Code e-mail stelt voorop dat het verzenden van reclame via e-mail alleen is toegestaan na actieve toestemming vooraf of indien het e-mailadres is verkregen in het kader van een verkoop of schenking en wordt gebruikt voor het aanbieden van eigen gelijksoortige producten of diensten, waarbij er geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid zich af te melden. Indien niet aan een van deze voorwaarden is voldaan, is het toezenden van reclame via e-mail altijd in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail.
4. Klager heeft gesteld dat hij niet bekend is met afzender en aan haar geen toestemming heeft gegeven om benaderd te worden via e-mail. Afzender heeft daarentegen niet gesteld dat klager aan haar actieve toestemming zou hebben gegeven voor het ontvangen van reclame via e-mail dan wel dat er sprake is van een bestaande klantrelatie tussen klager en afzender. Nu klager onweersproken heeft gesteld dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het mogen toezenden van reclame via e-mail aan hem, heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail. Dat de e-mail is gericht aan een zakelijk e-mailadres dat kennelijk ook openbaar vindbaar is, maakt dit oordeel niet anders. Ook zakelijke individuele ontvangers van ongewenste reclame via e-mail kunnen zich immers op de Code e-mail beroepen.
5. Gelet op het voorgaande beslist de voorzitter als volgt.
De beslissing
Afzender heeft gehandeld in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail. De voorzitter beveelt afzender aan om niet meer in strijd met dit artikel te handelen.