De bestreden reclame-uiting
Het betreft een telemarketinggesprek tussen klager en adverteerder.
Samenvatting van de klacht
Klager, die ondernemer is en natuurlijke persoon in de zin van de Code voor Telemarketing 2021 (CTM), acht het bestreden telemarketinggesprek in strijd met de CTM. Klager voert hiertoe het volgende aan.
Eind november 2023 werd klager ongevraagd gebeld door een medewerker van adverteerder. Deze medewerker zei een “bijzondere aanbieding” te hebben, die alleen van toepassing was op ondernemers in de regio Almere. Adverteerder zou “investeren in startende ondernemers” in klagers regio en klager zou geselecteerd zijn voor dit unieke en eenmalige aanbod.
Op dringend verzoek van adverteerder leidde het gesprek tot een ontmoeting tussen klager en adverteerder, ter toelichting van adverteerders aanbod betreffende de verzorging van online marketing. In het kader hiervan diende klager een document te ondertekenen, zonder dat klager de tijd kreeg om alles zorgvuldig te lezen. Ook werd klager geacht een positieve review te schrijven en enkele referenties te geven in de vorm van namen en adresgegevens van aan klager bekende ondernemers, dit door middel van een (bij de klacht overgelegd) formulier met de aanhef “grote referentie-actie”.
Pas later werd duidelijk dat klager op slinkse wijze in een overeenkomst was gelokt. Klager acht de onderhavige wijze van verkopen in elk geval in strijd met de CTM, meer in het bijzonder op de volgende punten:
a.
Ongeoorloofd bellen:
Klager had niet eerder te maken met adverteerder. Onduidelijk is hoe adverteerder aan klagers naam en contactgegevens is gekomen. Schijnbaar is klager als referentie opgegeven door een andere ondernemer. Klager heeft geen toestemming gegeven om voor de onderhavige kwestie benaderd te worden.
b.
Er is sprake van oneerlijke en misleidende benadering als bedoeld in de CTM. Zowel in het telemarketinggesprek als in het daaropvolgende verkoopgesprek worden beloftes gedaan die niet waargemaakt worden. Zo worden enorme successen beloofd, maar wordt in de praktijk geen resultaats- maar een inspanningsverplichting aangegaan. Verder is er geen sprake van een bijzondere en eenmalige aanbieding, omdat elke ondernemer precies hetzelfde aanbod krijgt.
Tot slot verzoekt klager de Commissie zich uit te spreken over:
? de ongevraagde telemarketing-aanpak van adverteerder;
? het onrechtmatig verzamelen van persoonsgegevens van ondernemers, inclusief die van klager;
? de wenselijkheid van duidelijkheid bij de wijze waarop adverteerder zich identificeert en
? de onwenselijkheid van misleiding in het aanbod.
Samenvatting van de reactie van adverteerder bij e-mail van 31 mei 2024
Naar de mening van adverteerder is er geen sprake van strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) en is de klacht ongegrond.
Samenvatting van e-mail van 3 juni 2024 van het secretariaat van SRC
Het secretariaat verzoekt klager om nog in te gaan op de vraag of klager toestemming heeft gegeven voor een telefoongesprek en of klager bijvoorbeeld al klant of donateur was. Zo ja, dan ontvangt het secretariaat hier graag een bewijs van.
Samenvatting van de reactie van adverteerder bij e-mail van 6 juni 2024
Adverteerder heeft -voor zover voor de klacht van belang- het volgende meegedeeld.
Helaas kan adverteerder niet exact aangeven hoe de afspraak tussen klager en de vertegenwoordiger van adverteerder tot stand is gekomen. De vertegenwoordigers van adverteerder vergaren informatie door middel van terreinprospectie en netwerken. Adverteerder kan daarom niet met zekerheid zeggen dat de vertegenwoordiger van adverteerder ongewenst heeft gebeld. Zeker is wel dat met volledige instemming van klager een afspraak is ingepland. Verder is klager vrijwillig akkoord gegaan met het aanbod dat namens adverteerder is gedaan.
Wat betreft het gebruik van persoonsgegevens houdt adverteerder zich aan de AVG. De gegevens van klager zijn gebruikt conform de privacyverklaring van adverteerder, die voldoet aan de wettelijke eisen.
Adverteerder betreurt het dat de geleverde diensten niet aan klagers verwachtingen voldoen en is bereid om de door klager (in correspondentie met adverteerder) genoemde tekortkomingen te herstellen.
Het oordeel van de voorzitter
1.
Aangezien klager zich in het kader van zijn klacht beroept op de CTM, vat de voorzitter de klacht op in die zin dat klager van mening is dat de artikelen 2 lid 1 en 10 CTM zijn overtreden. De voorzitter oordeelt hierover als volgt.
2.
Artikel 2 lid 1 CTM luidt:
“Telemarketinggesprekken door adverteerders of intermediairs zijn uitsluitend toegestaan als de betreffende adverteerder of intermediair kan aantonen dat de consument daarvoor voorafgaand toestemming heeft verleend”.
In het onderhavige geval heeft klager gesteld dat hij geen toestemming heeft gegeven voor het bestreden telemarketinggesprek. Gelet hierop lag het op de weg van adverteerder om aan te tonen dat klager voorafgaand toestemming heeft gegeven voor dit gesprek. Daarin is adverteerder niet geslaagd. Wat dit betreft kan in elk geval niet worden volstaan met de mededeling dat de vertegenwoordigers van adverteerder informatie vergaren door middel van terreinprospectie en netwerken.
Nu adverteerder niet heeft aangetoond dat klager vooraf heeft ingestemd met het onderhavige gesprek en ook niet is gebleken dat klager klant of donateur is als bedoeld in artikel 1 lid 2 CTM, is de bestreden uiting in strijd met artikel 2 lid 1 CTM.
3.
Artikel 10 CTM luidt:
“Oneerlijke en misleidende benadering is niet toegestaan. Hetgeen in de artikelen 7 en 8 Nederlandse Reclame Code staat, is onverkort van toepassing”.
Adverteerder heeft niet weersproken dat in het bestreden telemarketinggesprek sprake is geweest van een misleidende benadering, in die zin dat enorme successen worden beloofd, terwijl in werkelijkheid geen resultaats- maar een inspanningsverplichting wordt aangegaan, en er bovendien geen sprake is van een bijzondere en eenmalige aanbieding, omdat elke ondernemer precies hetzelfde aanbod krijgt.
Gelet op het bovenstaande acht de voorzitter de uiting ook in strijd met artikel 10 CTM.
4.
Voor zover klager een oordeel vraagt over (het volgens klager onrechtmatig) verzamelen van persoonsgegevens van ondernemers, overweegt de voorzitter dat deze kwestie buiten de beoordelingsbevoegdheid van de voorzitter valt.
Het andere verzoek van klager, betreffende “de wenselijkheid van duidelijkheid bij de wijze waarop adverteerder zich identificeert”, is een algemeen verzoek dat in het kader van deze klachtprocedure niet voor inwilliging in aanmerking komt. Klager heeft overigens ook niet gesteld dat tijdens het bestreden telemarketinggesprek niet duidelijk was wat de identiteit van adverteerder was.
5.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De voorzitter acht de uiting in strijd met de artikelen 2 lid 1 en 10 CTM. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst hij de klacht af.