De bestreden reclame-uiting
Het betreft een rode raamsticker op de ruit van een toegangsdeur van een winkelfiliaal van Hans Anders waarop, in witte letters, staat:
“2e + 3e
Bril gratis
————
BIJ EEN COMPLETE BRIL”
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat. Klaagster maakt bezwaar tegen de uiting omdat zij drie brillen heeft aangeschaft en, in tegenstelling tot wat er in de uiting staat, de tweede en derde bril niet gratis kreeg. Volgens klaagster zijn er in de uiting geen beperkende voorwaarden opgenomen, maar werd haar desondanks bij het bestellen van de brillen verteld dat de actie alleen geldig is op enkelvoudige glazen. Volgens klaagster moest zij ook een toeslag voor een merkmontuur en een toeslag voor speciale glazen betalen.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat. Volgens Hans Anders klopt het dat er op de raamsticker geen voorwaarden worden vermeld. De communicatie in de etalages is volgens haar een combinatie van een raamsticker met posters van de actie of, zoals in de winkel waar klaagster haar brillen heeft aangeschaft, digitale uitingen van de actie. Volgens adverteerder staat op de posters en digitale uitingen altijd “vraag naar de voorwaarden”. Ook ligt in elke winkel op de verkooptafel een placemat waarop de actie wordt uitgelegd en waarop de voorwaarden voor de klant te zien zijn. Volgens adverteerder staat van elke actie altijd de complete uitleg op de website, inclusief alle voorwaarden.
Het oordeel van de Commissie
Het betreft een uiting op de ruit van een toegangsdeur van een winkelfiliaal van Hans Anders. In die uiting wordt uitdrukkelijk vermeld dat de tweede en derde bril gratis zijn bij aanschaf een complete bril. Niet is vermeld dat deze korting niet geldt op multifocale brillen en merkmonturen, noch dat aan de korting beperkende voorwaarden (kunnen) zijn verbonden. Dit is een belangrijke beperking van het aanbod en betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen en die daarom in de uiting duidelijk moet(en) worden vermeld.
Op grond van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat in de uiting sprake is van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Om die reden wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.