De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiereclame.
Bij de beelden van een medewerkster in een kantoor, die de verlichting uitzet, wordt gezegd:
“Oh jee, weer één die geld probeert te besparen op de energiekosten”. Vervolgens is te zien dat twee andere medewerkers, een man en een vrouw, die eerst via een trap naar beneden lopen -de man met een dossier in de hand- kennelijk als gevolg van het uitzetten van het licht, van de trap zijn gevallen, en op de grond terecht zijn gekomen. Daarbij ligt de man op zijn buik en bevindt zijn hoofd zich onder de rok van de vrouw, die, moeilijk kijkend, wijdbeens tegen de muur zit.
Intussen wordt gezegd: “Bestel liever LED-licht bij Lampdirect en bespaar 70%. Ja perfect, Lampdirect”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Klaagster zag de reclame om 17.25 uur. Zij is zeer verbaasd dat deze reclame op dit tijdstip wordt uitgezonden. Zij vindt het “A” een “bizarre reclame”, en “B” vraagt zij zich af of “half zes” niet een beetje te vroeg is voor “dit soort reclames”.
Het verweer
Het verweer, schriftelijk en mondeling ter zitting, wordt als volgt samengevat
Klaagster stelt het tijdstip van uitzenden van de bestreden reclame ter discussie. Naar de mening van adverteerder is dit tijdstip niet discutabel. Zij voert hiertoe het volgende aan.
Het onderhavige verhaal toont duidelijk aan dat het uitzetten van de verlichting niet de juiste manier is om geld te besparen. Deze boodschap probeert adverteerder via een humoristische invalshoek over te brengen. In het geacteerde verhaal gaat er dan ook iets fout, waarbij twee mensen in een zeer ongelukkige situatie terecht komen. Adverteerder probeert niets anders dan dat uit te beelden. De scène is duidelijk geacteerd en als grap bedoeld. Daarbij is sprake van overdrijving. Het komt adverteerder voor dat met name volwassenen zich aan de reclame storen.
Overigens hebben de betreffende televisiezenders deze reclame op voorhand ontvangen en plaatsen zij deze vervolgens in de reclameblokken, aldus adverteerder.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie vat de klacht ruim op, en wel in die zin dat klaagster niet alleen bezwaar maakt tegen het tijdstip van uitzenden van de onderhavige reclame, maar ook tegen (de inhoud van) deze reclame op zichzelf, daar waar zij stelt: “A. is dit een bizarre reclame”. De Commissie gaat ervan uit dat klaagster de uiting in strijd vindt met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code, zeker voor zover deze wordt uitgezonden rond 17.30 uur, en oordeelt hierover als volgt.
In de reclame wordt tot uitdrukking gebracht dat het enkele uitzetten van de verlichting geen verstandige wijze is om energie te besparen, en wordt in plaats daarvan het bestellen van LED-licht aangeraden. Dit gebeurt op duidelijk humoristisch bedoelde, en absurdistische wijze.
De Commissie heeft er begrip voor dat de uiting, die een zekere seksuele lading heeft, niet door iedereen wordt gewaardeerd, maar dat betekent nog niet dat zij de uiting in strijd acht met de NRC, ook niet voor zover deze wordt uitgezonden rond 17.30 uur.
Ten overvloede overweegt de Commissie dat adverteerder verantwoordelijk is voor het tijdstip van uitzenden van haar reclame, ongeacht de omstandigheid dat de betreffende televisiezenders deze reclame op voorhand ontvangen en in de reclameblokken plaatsen, zoals adverteerder stelt. De Commissie kan derhalve, indien zij dat nodig acht, voorwaarden stellen aan het tijdstip van uitzenden van de reclame, gericht aan adverteerder.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.