De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial van Zeeman waarin haar handdoeken worden aangeprezen. De commercial toont twee vrouwen die aan het boksen zijn. Daarna is te zien hoe een witte handdoek in een wasmachine draait waarbij de indruk wordt gewekt dat de handdoek bebloed is. Vervolgens is te zien hoe een van de vrouwen in de kleedkamer zit en haar gezicht droogt met een handdoek. Daarbij is te zien dat haar gezicht gehavend is. Afsluitend worden verschillende handdoeken van Zeeman getoond.
Samenvatting van de klacht
De reclame-uiting bevat gewelddadige beelden met brute kracht. Deze reclame-uiting wordt redelijk vroeg in de avond uitgezonden zonder waarschuwing dat er geweld wordt getoond, zoals bij films wel wordt gedaan.
Het oordeel van de voorzitter
1. De voorzitter vat de klacht van klaagster zo op dat zij de televisiecommercial in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen, als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (een van) de criteria van artikel 2 NRC, stelt de voorzitter zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter hiervan. Beoordeeld wordt of de uiting naar de huidige maatschappelijke opvattingen de grens van het toelaatbare te buiten gaat, mede gelet op de wijze waarop de uiting is gepubliceerd en het effect dat deze daardoor op het publiek heeft. Tevens wordt rekening gehouden met de vrijheid van meningsuiting van adverteerder, wat betekent dat moet worden beoordeeld of sprake is van een dringende maatschappelijke behoefte om de uiting te weren. Met inachtneming van voornoemde uitgangspunten overweegt de voorzitter als volgt.
2. In de televisiecommercial prijst adverteerder handdoeken aan door het tonen van het gebruik hiervan in het kader van een bokswedstrijd. Boksen is een sport waaraan geweld inherent is. Het laten zien van beelden van een bokswedstrijd maakt echter niet dat de reclame daardoor al ontoelaatbaar is. De beelden gaan, hoewel zij indringend zijn, het kader van de sportieve context niet te buiten. Voor zover in de televisiecommercial een verwijzing naar bloed wordt gemaakt, is die vooral suggestief (de beelden van een handdoek in de wasmachine). Anders dan klaagster stelt, doet het ontbreken van een waarschuwing verder niet af aan de toelaatbaarheid van de reclame-uiting. Nu er geen sprake is van zodanig heftige beelden dat de televisiecommercial de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat, ook voor zover deze overdag is uitgezonden, beslist de voorzitter als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.