De bestreden reclame-uiting
Het betreft een uiting in een (online) reclamefolder van Kruidvat, waarin een “Nike Academy T-shirt en short” wordt aangeprezen, voor zover daarin staat:
“Nike Academy T-shirt en short
S t/m XXL
Elders 19,99 9,99”
In de uiting zijn 2 T-shirts en daarnaast 2 shorts afgebeeld.
De klacht
Door de tekst “Nike Academy T-shirt en short” wordt volgens klager de suggestie gewekt dat hij het t-shirt en de short voor de prijs van € 9,99 kan kopen. Op de website blijkt echter dat dit het T-shirt of een short is. Volgens klager is sprake van misleidende reclame.
Het verweer
Er is geen sprake van misleiding. Het is volgens adverteerder duidelijk dat zowel één T-shirt als één short wordt aangeboden voor elk € 9,99. Dit is niet gezamenlijk en als dit gezamenlijk zou zijn dan zou dit resulteren in een prijs van € 5,- per stuk.
Volgens adverteerder vat een gemiddeld geïnformeerde consument door het enkele woordje ‘en’ het aanbod niet op als zijnde een gezamenlijk aanbod. Door het woordje ‘en’ wordt aangegeven dat naast een T-shirt ook een short van het merk wordt aangeboden. Dit volgt ook uit de betreffende pagina in de folder, in haar geheel bezien en waarin ook polo’s en een short van verschillende merken worden aangeboden.
Het is niet reëel om door het woordje ‘en’ de aanbieding als een gezamenlijk aanbod aan te merken. De gemiddeld geïnformeerde consument zou moeten begrijpen dat producten van Nike per stuk nooit € 5 zouden zijn. Overigens meent adverteerder dat een consument bij het zien van de aanbieding in de folder (ook al zou men dit opvatten als een gezamenlijk aanbod), nog steeds een weloverwogen besluit neemt om naar de website te gaan en een dergelijk product te kopen, ook als dan voor de consument blijkt dat dit € 9,99 per stuk zou zijn. Volgens adverteerder is nog steeds sprake van een scherpe actie.
Repliek
Uit het verweer van adverteerder maakt klager op dat adverteerder van mening is dat de gemiddelde consument de aanbieding niet als een gezamenlijk aanbod zal opvatten. Klager wijst erop dat adverteerder er desalniettemin voor heeft gekozen om in de nieuwe folder een soortgelijk product van het merk Nike aan te bieden met daarbij het woordje ‘of’ (in plaats van ‘en’). Hierbij is tevens een prijsvoorbeeld opgenomen. Ook vraagt klager zich af waarom een geïnformeerde consument zou moeten begrijpen dat producten van Nike per stuk nooit € 5,- zouden kosten.
Dupliek
Er worden verschillende aanprijzingen gehanteerd en de uiting waar klager naar verwijst is daar een voorbeeld van. Dit neemt niet weg dat, ondanks dat een klacht door adverteerder niet gegrond wordt geacht, het niet zo is dat zij hier niets mee zou doen. Alle klachten worden in overweging genomen en doorgestuurd naar de betreffende afdelingen.
Het oordeel van de Commissie
1. Klager maakt bezwaar tegen de uiting en in het bijzonder tegen de mededeling: “Nike Academy T-shirt en short”, nu de actie geen gezamenlijk aanbod betreft maar het T-shirt en de short apart gekocht moeten worden. De Commissie merkt hierbij op dat zij de beoordeling beperkt tot de door klager overgelegde uiting. De Commissie oordeelt hierover als volgt.
2. De Commissie acht het aannemelijk dat door de mededeling “Nike Academy T-shirt en short” bij de gemiddelde consument de indruk zal ontstaan dat het T-shirt en de short tezamen als set worden verkocht. Door het woordje ‘en’ wordt de suggestie gewekt dat deze artikelen bij elkaar horen als een gezamenlijk aanbod. Voor zover adverteerder aanvoert dat de gemiddelde consument zal begrijpen dat het gezien de prijs geen gezamenlijk aanbod betreft, is de Commissie van oordeel dat weliswaar sprake is van een lage prijs, maar deze niet zo onwaarschijnlijk laag is dat de gemiddelde consument zal begrijpen dat geen sprake is van een reëel aanbod.
3. Op basis van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat in de bestreden uiting op onduidelijke en dubbelzinnige wijze essentiële informatie over het aanbod is verstrekt die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te nemen over een transactie. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC), en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De Commissie beslist als volgt.
De beslissing van de Commissie
De Commissie acht de bestreden uiting in strijd met artikel 7 NRC en zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.