De bestreden reclame-uiting
Het betreft de website van Stip Reizen voor zover daarop een “Cruise Oostelijke Middellandse Zee” werd aangeboden (https://www.stipreizen.nl/costa-cruises/cruise-oostelijke-middellandse-zee) voor de vanafprijs van € 999,-. Daarnaast was men voor deze cruise “Service Charges” verschuldigd die elders op de website werden gespecificeerd.
Samenvatting van de klacht inclusief de repliek
Adverteerder doet een uitnodiging tot aankoop voor een achtdaagse cruise, maar verzwijgt daarbij € 154,- aan servicekosten (de hotelservicebijdrage). Dit bedrag is onlosmakelijk aan de geadverteerde cruise verbonden. Daardoor handelt adverteerder in strijd met het bepaalde onder III sub 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR). Dat artikel schrijft voor dat aanbieders hun prijzen publiceren, al of niet gespecificeerd, inclusief de hen op het moment van publicatie bekende vaste onvermijdbare kosten die voor de aangeboden diensten moeten worden betaald. De Consumentenbond verzoekt om de volgende reden om een Alert. Ondanks de heldere en unanieme uitspraken van de Commissie en het College van Beroep, houden diverse aanbieders van cruisereizen zich niet aan de RR als het gaat om de manier waarop onvermijdbare kosten worden getoond.
Samenvatting van het verweer inclusief de dupliek
Ten tijde van de uiting was het herziene beleid van de Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) over het vermelden van bijkomende kosten in reclame voor reisaanbiedingen nog niet in werking getreden. De ACM had eerder erkend dat het berekenen en vermelden van een totaalprijs vaak pas aan het einde van het boekingsproces mogelijk is. Adverteerder had daarom ervoor gekozen bij de prijs goed zichtbaar te vermelden welke kosten er voor de consument nog bijkomen. Adverteerder geeft daarmee de prijzen correct en in overeenstemming met de RR weer. Inmiddels is het mogelijk geworden om, overeenkomstig het herziene beleid van de ACM, alsnog de servicekosten (ook wel ‘Hotel Service Charge’ genoemd) in de reissom te verdisconteren nu de servicekosten onherroepelijk zijn geworden en niet meer ter discussie gesteld kunnen worden. In een subsidiair kader licht adverteerder toe waarom zij de hotelservicebijdrage eerder niet in de prijs kon verdisconteren. Er is gezien het voorgaande geen valide reden voor een Alert.
Het oordeel van de voorzitter
1) De klacht heeft betrekking op de hotelservicebijdrage die men verschuldigd is bij het boeken van de in de uiting genoemde cruise. De Consumentenbond stelt dat het hier om vaste onvermijdbare kosten gaat die op grond van het bepaalde onder III sub 1 RR in de prijs inbegrepen hadden dienen te zijn. Adverteerder heeft dit onvoldoende betwist. De voorzitter gaat daarbij ervan uit dat zich hier een vergelijkbare situatie voordoet als aan de orde in dossier 2019/00255, waarin het College heeft geoordeeld dat een ‘hotel service charge’ die standaard in rekening wordt gebracht, een vaste onvermijdbare kostpost is die in de geadverteerde prijs dient te zijn verdisconteerd.
2) Inmiddels neemt adverteerder, naar zij voldoende aannemelijk heeft gemaakt door middel van een screenshot van haar website, de hotelservicebijdrage op in de prijs. Zij is hiertoe overgegaan kort na het indienen van de klacht. Daarmee heeft zij de fout hersteld. Onder deze omstandigheden ziet de voorzitter geen aanleiding om te veronderstellen dat de Commissie het gevraagde alert zou hebben toegewezen. In plaats daarvan zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te oordelen als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde onder III sub 1 RR.