De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial van VakantieDiscounter waarin een gezin te zien is dat bezig is met de voorbereidingen voor kerst. Het dochtertje besteedt daarbij speciale aandacht aan haar opa, door onder meer een kerstbal voor hem op te hangen en een tekening van haar opa te maken. Hierna komt een foto in beeld van het dochtertje en de opa, waarna de vader het volgende zegt tegen zijn dochter: “Liefje. Ik moet je wat vertellen over opa. Opa is op een betere plek. Een plek waar hij eindelijk de rust krijgt die hij verdient.”
Hierna komt de opa in beeld, liggend in een hangmat op een strand met een cocktail in zijn hand. Via een voice-over is daarbij de volgende tekst te horen: “Kijk, opa is een VakantieDiscounter. Die snapt vakantie.” Daarbij komt het logo van de VakantieDiscounter in beeld.
Samenvatting van de klacht
Voor veel mensen zijn de feestdagen een moeilijke tijd omdat ze een dierbare moeten missen. In het begin van de reclame lijkt het alsof daarnaar verwezen wordt, een kerst zonder opa. Hierna blijkt dat opa niet is overleden, maar geen kerst komt vieren omdat hij op vakantie is op een tropisch eiland. Klager vindt dit een “onsmakelijke reclame”.
Het oordeel van de voorzitter
De reclame is onmiskenbaar bedoeld om op een humoristische wijze de vakanties van VakantieDiscounter onder de aandacht van de consument te brengen. Dit gebeurt aan de hand van een verhaallijn waarin te zien is dat opa door het gezin gemist zal worden bij kerst. Onderdeel van het ludieke karakter van de televisiecommercial is dat de opa in eerste instantie overleden lijkt te zijn, maar dat hierna blijkt dat met de “betere plek”, “waar hij eindelijk de rust krijgt die hij verdient” wordt verwezen naar de vakantiebestemming waar hij zich bevindt. Hier is duidelijk sprake van een grap. De voorzitter heeft begrip voor het feit dat niet iedereen deze grap kan waarderen. Dit geeft geen aanleiding om te oordelen dat naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de uiting de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. Dat sommigen door de uiting in beginsel emotioneel extra geraakt kunnen worden, leidt niet tot een andere afweging. De voorzitter beslist daarom als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.