De bestreden reclame-uiting

Het betreft de website van U-OV (www.dalurenactie.nl) voor zover daarop het volgende staat:
“U-OV Dal Voordeel
40% korting op saldoreizen in alle bussen en trams van U-OV en Syntus in de provincie Utrecht.
(…)
Vanaf €9,99 per jaar
<Nu aanvragen>.”

Na het klikken op de link “Nu aanvragen” komt onder meer de volgende tekst in beeld:
“Korting in de daluren
Wanneer je vaak buiten de spits reist, is het U-OV Dal Voordeel echt iets voor jou. Sluit je hem in september af? Dan betaal je slechts € 9,99 in plaats van € 16,80 per jaar. (…).”

De klacht

In de reclame-uiting wordt het dalurenabonnement van adverteerder aangeprezen waarbij een korting wordt aangeboden (€9,99 per jaar in plaats van €16,80) bij het afsluiten van dit abonnement in september. Naar aanleiding hiervan heeft klager dit abonnement afgesloten in september om zo gebruik te kunnen maken van de korting. Adverteerder heeft echter de volledige prijs in rekening gebracht bij klager omdat zijn abonnement pas in oktober inging. Uit de reclame-uiting blijkt niet dat de ingangsdatum van het abonnement in september moet liggen, maar slechts dat het aanbod in september aanvaard moet worden. Klager vindt dit oneerlijk en misleidend.

Het verweer

Adverteerder neemt de klacht serieus op en zal de uiting aanpassen om verwarring in de toekomst te voorkomen. Bij een volgende actie wordt de zin “Sluit je hem in september af?” vervangen door de tekst “Laat je abonnement in september 2024 ingaan, dan kun je gebruikmaken van deze actie.”           

Het oordeel van de voorzitter

Uit de reclame-uiting moet duidelijk blijken wat het aanbod inhoudt, om te voorkomen dat de gemiddelde consument op het verkeerde been wordt gezet. Aan deze voorwaarde is in de bestreden uiting niet voldaan. Dat de consument bij bestelling van het abonnement een ingangsdatum in september moet kiezen om gebruik te kunnen maken van de aangeboden korting, betreft essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. De consument moet daarom in de uiting zelf op deze informatie attent worden gemaakt. Nu de gemiddelde consument door het ontbreken van essentiële informatie in de bestreden uiting ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Hierdoor is de reclame-uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De voorzitter heeft kennis genomen van de mededeling van adverteerder dat zij reeds heeft besloten om een aanpassing van toekomstige uitingen in gang te zetten en ziet daarin aanleiding een aanbeveling achterwege te laten. De voorzitter beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter

De voorzitter acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC.