De bestreden reclame-uiting
Het betreft een door klager ontvangen e-mail van adverteerder waarin zover voor de klacht relevant het volgende staat:
“Geachte heer/mevrouw,
Wij willen u ervan op de hoogte stellen dat wij een registratieverzoek hebben ontvangen voor www….com.
Aangezien dit verzoek ingediend is door iemand buiten uw organisatie stellen wij u hiervan op de hoogte.
Als het registratieverzoek wordt voortgezet, kan dit gevolgen hebben voor uw bedrijf. Uw klanten kunnen in de war raken omdat een ander bedrijf exact dezelfde domeinnaam gebruikt, maar met een andere extensie.
Daarom geven we u deze eenmalige aanbieding om deze naam zelf te registreren. Als u akkoord gaat met het voorstel, koppelen we www….com aan www….nl.
(…)
Bij akkoord wijzen de derde partij af (sic) en koppelen deze naam aan uw huidige website. Gaat u niet akkoord? Laat dit dan ook per mail weten. Wij zullen de derde partij hier dan van op de hoogte stellen en het registratieverzoek voortzetten voor de derde partij.”
De door klager gemaakte printscreen van de bestreden uiting is bij deze uitspraak gevoegd.
Samenvatting van de klacht
Klager ontving de bestreden uiting op het e-mailadres van zijn fotoclub. Klager vindt dat de e-mail mensen op een agressieve en misleidende wijze probeert ertoe te bewegen de .com domeinnaam te kopen.
Samenvatting van het verweer
Adverteerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid inhoudelijk te reageren op de klacht.
Het oordeel van de voorzitter
1. In de bestreden uiting wordt door adverteerder gesteld dat hij van een onbekende derde partij een registratieverzoek heeft ontvangen voor een .com domeinnaam die gelijk is aan de .nl domeinnaam van klager. Volgens adverteerder kan de registratie van de .com domeinnaam “gevolgen hebben voor het bedrijf” van adverteerder omdat klanten “hierdoor in de war kunnen raken omdat een ander bedrijf exact dezelfde domeinnaam gebruikt, maar met een andere extensie”. Adverteerder doet vervolgens een “eenmalige aanbieding” om de .com domeinnaam niet voor deze ongenoemde derde partij maar voor klager te registeren en om vervolgens de huidige .nl domeinnaam aan deze .com domeinnaam te koppelen. Verder onderaan de bestreden uiting stelt adverteerder vervolgens “het registratieverzoek voort te zetten voor de derde partij” indien klager niet akkoord gaat met deze eenmalige aanbieding. Klager vind de bestreden uiting een agressieve en misleidende poging om zijn fotoclub ertoe te bewegen de .com domeinnaam aan te schaffen.
2. Deze klacht slaagt. Adverteerder noemt niet in de bestreden uiting wie deze derde partij is noch bevat de uiting enig bewijs van het registratieverzoek. Zodoende is niet gebleken dat een derde partij daadwerkelijk exact dezelfde domeinnaam met een .com extensie bij adverteerder heeft willen registeren. Doordat adverteerder deze informatie – al dan niet doelbewust – niet aan de consument verstrekt, wordt de consument aangetast in zijn vermogen om een geïnformeerd besluit te nemen over de ‘’eenmalige aanbieding” in de uiting. Adverteerder oefent vervolgens druk uit op klager om akkoord te gaan met deze ‘’eenmalige aanbieding” door te stellen dat als klager niet akkoord gaat met dit aanbod, de derde partij de domeinnaam met een .com extensie registreert waardoor klanten van klager “in de war kunnen raken”.
3. De wijze waarop de bestreden uiting druk probeert uit te oefenen op de consument is aan te merken als ongepaste beïnvloeding in de zin van artikel 14.1 de Nederlandse Reclame Code. Adverteerder probeert op deze wijze de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot de in de bestreden uiting aangeboden dienst te beperken, waardoor de consument ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Op een dergelijke wijze reclame maken is in strijd met artikel 14.1 van de Nederlandse Reclame Code, dat agressieve reclame verbiedt. Dergelijk gedrag is onder alle omstandigheden agressief en in strijd met artikel 7 NRC. Derhalve oordeelt de voorzitter als volgt.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter oordeelt dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel 7 NRC en beveelt hem aan om niet meer in strijd met dit artikel te handelen door op een dergelijke wijze reclame te maken.