De bestreden reclame-uiting
Het betreft een geel bordje dat in een winkel van Jumbo hangt bij een pak koffie en waarop het volgende staat:
“Dit is géén aanbieding
Dit product is weer verkrijgbaar.
We hebben ons bij de leverancier hard gemaakt voor lagere prijzen. Soms is een product er daarom even niet, maar nu is het weer volop beschikbaar. Met één verschil:
de prijs is een stuk lager.
Niet tijdelijk, maar gewoon elke dag.
Elke dag
Lage prijzen
(…)
13.38 [dit bedrag is doorgestreept]
11.88”.
Hiernaast hangt het prijsbordje onder het koffieproduct met een bedrag van 12.52.
Samenvatting van de klacht
De reclame-uiting wekt de indruk dat Jumbo harde onderhandelingen heeft gevoerd en daardoor de prijzen in haar winkel heeft verlaagd en voor lange tijd de prijzen niet zal verhogen, althans minimaal. De prijs bedraagt echter niet meer €11,88 maar €12,52. Dat is een prijsverschil van 74 cent met nu nog maar een totale prijsverlaging van 86 cent. Klager vraagt zich af hoe het kan dat een product dat een tijd niet verkrijgbaar was door sterke onderhandelingen nu alweer een prijsstijging van bijna 7 procent heeft doorgemaakt, terwijl in de uiting staat dat de prijs blijvend verlaagd is. Jumbo adverteert met blijvende prijsverlagingen terwijl de prijzen wel degelijk snel weer stijgen. Dit is volgens klager een vorm van oplichting die onwenselijk is.
Samenvatting van het verweer
Het is gebruikelijk dat prijsverlagingen bij supermarkten een korte duur hebben, van één of enkele weken. De gemiddelde consument is hier dan ook aan gewend. De betreffende aanbieding heeft daarentegen voor een langere tijd vastgestaan, namelijk voor een periode van twee maanden. Daarom kan Jumbo gerechtvaardigd spreken van “dit is géén aanbieding”. De gemiddelde consument zal bij de bestreden uiting niet verwachten dat de verlaagde prijs van dit product altijd hetzelfde zal blijven. De gemiddelde consument zal namelijk begrijpen dat prijzen eventueel op termijn weer verhoogd kunnen worden, zoals in dit geval is gebeurd. De verhoging zit nog wel onder het initiële niveau van € 13,38. De consument begrijpt dat de verkoopprijzen afhankelijk zijn van wijzigende inkoopprijzen. Deze wijzigingen zijn afhankelijk van factoren waar Jumbo geen invloed op heeft, zoals grondstofprijzen, energieprijzen en oorlog. Verkoopprijzen zullen dus inderdaad niet voor altijd vaststaan.
Toen Jumbo wist dat zij genoodzaakt was om de prijs te verhogen naar € 12,52, is vooraf de instructie naar alle Jumbo-winkels uitgegaan om het bordje in kwestie met daarop de oude prijs van € 11,88 te verwijderen. Door een incidentele procesfout is het bordje in de betreffende winkel niet op tijd weggehaald, waardoor twee verschillende prijzen naast elkaar te zien zijn geweest en begrijpelijkerwijs verwarring is ontstaan bij klager.
Inmiddels heeft Jumbo besloten dat de prijzen van dergelijke aanbiedingen voortaan voor een periode van drie maanden zullen vaststaan. Dit proces is al in werking getreden. Met een dergelijk lange termijn, die in de supermarktbranche zeer ongebruikelijk is, wordt de klant niet misleidt. Jumbo verzoekt om de klacht ongegrond te verklaren en verwijst in dat verband naar een vergelijkbare zaak met dossiernummer 2024/00195.
Het oordeel van de Commissie
1. Kern van de klacht is dat in de bestreden reclame-uiting ten onrechte de indruk wordt gewekt dat de prijs van het betreffende product blijvend is verlaagd, omdat de prijs inmiddels alweer (aanzienlijk) is gestegen. Volgens Jumbo gold de gecommuniceerde prijsverlaging voor een periode van twee maanden en mag daarom worden gesproken van “dit is geen aanbieding”. De wijziging in inkoopprijzen (waar Jumbo geen invloed op heeft) zorgt er voor dat verkoopprijzen niet voor altijd vast kunnen staan, hetgeen de gemiddelde consument zal begrijpen.
2. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument niet verwachten dat een verlaagde prijs voor een product voor altijd zal blijven gelden en zal de consument begrijpen dat verkoopprijzen in de supermarkt om verschillende redenen onderhevig zijn aan veranderingen, zoals tevens is overwogen door de voorzitter in de beslissing waar klager naar verwijst in dossiernummer 2024/00195. De Commissie acht het echter niet juist dat een prijsverlaging onder de aandacht van de consument wordt gebracht als “niet tijdelijk, maar gewoon elke dag” terwijl de prijsverlaging daarentegen wel degelijk tijdelijk van aard is doordat deze blijkbaar geldt voor een vaststaande periode van twee maanden. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument er op grond van de bestreden uiting vanuit gaan dat de prijsverlaging geen tijdelijke aanbieding betreft, maar dat de standaard verkoopprijs van dit product voor een langere, onbepaalde periode wordt verlaagd. Nu de prijs in werkelijkheid vaststaat voor een vooraf bepaalde periode van twee maanden (en in de toekomst kennelijk drie maanden), wordt de gemiddelde consument naar het oordeel van de Commissie op het verkeerde been gezet.
3. Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daardoor oneerlijk als bedoeld in artikel 7 NRC. Hetzelfde geldt voor de tekst op het gele bordje waarvan adverteerder heeft erkend dat deze een onjuiste prijs vermeldde. Dat sprake was van een incidentele omissie maakt het oordeel niet anders.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.