De bestreden reclame-uiting
Het betreft een reisgids van adverteerder, waarin een ’11- of 12-daagse Rondreis’ naar de Azoren wordt aangeboden.
De klacht
De Commissie vat de klacht als volgt samen.
Volgens de prijsbijlage wordt de reis aangeboden voor 15 of 12 dagen met vertrek op 3 mei 2010. Bij navraag bleek dat deze reis niet kon worden gemaakt omdat in de meivakantie slechts 8-daagse reizen mogelijk waren.
Gelet op het voorgaande acht klager de reclame-uiting misleidend. Hij is van mening dat de vertrekdatum uit de prijsbijlage dient te worden geschrapt.
Verweer
Samengevat stelt adverteerder zich op het standpunt dat zij niet in strijd handelt met de Reclamecode Reisaanbiedingen en verzoekt zij de Commissie om de klacht af te wijzen.
Voor zover van belang voor de beslissing zal de Commissie in het oordeel nader ingaan op het door adverteerder gestelde.
Het oordeel van de Commissie
Klagers bezwaar betreft het feit dat in de folder aangeboden 12-daagse reis naar de Azoren met vertrekdatum 3 mei in het geheel niet bleek te kunnen worden gemaakt. Adverteerder heeft hieromtrent in haar verweer onder meer meegedeeld dat de reis is komen te vervallen, na publicatie van de Prijswijzer. Adverteerder geeft niet aan waarom dat is gebeurd. Zij beroept zich onder meer op het feit dat de tarieven kunnen wijzigen en dat men voor de precieze reisaanbieding en prijsberekening naar het reisbureau of naar de website dient te gaan. De Commissie acht echter de vraag van belang of de consument uit de bewuste uiting kan opmaken dat de mogelijkheid bestond dat de aangeboden reis op de bewuste datum zonder redengeving in zijn geheel zou komen te vervallen, zoals in het geval van klager. Dit klemt te meer nu het om een reis in de meivakantie gaat, waarvoor naar redelijke verwachting wel belangstelling bestaat. De Commissie constateert dat men dit niet uit de uiting kan opmaken. Evenmin wordt in de bij het verweer overgelegde stukken gewezen op deze mogelijkheid. Adverteerder verwijst wel naar artikel 2.2 van de ANVR-Reisvoorwaarden, maar het feit dat daarin is bepaald dat het aanbod van de reisorganisator vrijblijvend is, betekent niet dat de reiziger in het geheel geen betekenis kan toekennen aan de inhoud van een reisgids als de onderhavige. De reisorganisator die een specifieke reis aanbiedt kan in redelijkheid dit aanbod niet zonder opgave van reden intrekken. Gelet hierop is naar het oordeel van de Commissie in de reisgids sprake van onjuiste informatie met betrekking tot een van de voornaamste kenmerken van de aangeboden reis, te weten de beschikbaarheid, als bedoeld in 8.2 onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door deze onjuistheid ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.