De gewraakte reclame-uiting
Het betreft een advertentie in de ‘Postiljon’ van 13 mei 2010 met de titel:“Persbericht Slim Belly onderzoek 2”
De klacht
De klacht luidt, samengevat, als volgt.
In de advertentie wordt de indruk gewekt dat adverteerder 100 deelnemers zoekt voor een onderzoek. Toen klager telefonisch nadere informatie opvroeg, bleek echter dat het gaat om een cursus die € 79,50 kost per 4 weken. Gelet op het voorgaande acht klager de advertentie misleidend.
Het verweer
In alle andere advertenties voor “Slim Belly” werd altijd een prijs vermeld. Het was adverteerders bedoeling om het onderhavige persbericht vergezeld te laten gaan van een advertentie, waarin wel de prijs stond. Deze advertentie is een week later wel in de Postiljon verschenen. Voorts zijn er 16.500 flyers in Zoetermeer verspreid, waarop ook de deelnemersbijdrage staat. Op 26 mei stond er in ‘Het Streekblad’ eveneens een advertentie over ‘Slim Belly’, waarbij de prijzen zijn vermeld. Adverteerder legt kopieën van de genoemde advertenties over.
Adverteerder stelt tot slot dat deelnemers aan de test geen lid worden van de sportclub, maar dat het gaat om een test van 4 weken.
Aldus is duidelijk dat adverteerder nooit de bedoeling heeft gehad om misleidende reclame te maken.
Het oordeel van de Commissie
Niet in geschil is dat het onderhavige ‘persbericht’, een reclame-uiting is voor een test, waarbij men, tegen betaling, 4 weken deelneemt aan trainingen in de sportschool van adverteerder. Naar door adverteerder is erkend, wordt in het bericht niet vermeld dat de deelname aan dit onderzoek € 19,90 per week (naar klager stelt € 79,50 voor een maand) kost. De gemiddelde consument zal, nu het volgens het persbericht gaat om deelname aan een ‘onderzoek naar lokaal afslanken’, er niet op bedacht zijn dat aan deelname hieraan kosten zijn verbonden. Deze kosten hadden naar het oordeel van de Commissie in de uiting vermeld moeten worden. Nu dit niet het geval is, is sprake van een omissie dan wel te laat verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor er toe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Gelet op het voorgaande is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
De reclame-uiting is in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.