Omschrijving:Het betreft een advertentie van Shell International B.V., waarin staat: |
De klacht Klager acht de uiting in strijd met de artikelen 2, 3 en 10 van de Milieu Reclame Code (MRC). De uiting is misleidend in de zin van artikel 2 MRC omdat in werkelijkheid geen bloemen uit de schoorsteen komen maar luchtvervuilende, schadelijke stoffen. “Gooi niets weg, weg bestaat niet” suggereert dat adverteerder een grote bijdrage levert aan het milieu. De twee voorbeelden over tuinders en beton lossen een miniem deel van de milieuproblemen op die adverteerder veroorzaakt en de verwerking van zwavelafval tot beton verkeert zelfs nog in een experimenteel stadium. De voorbeelden worden te nadrukkelijk gepresenteerd als een doorbraak. Er zijn integendeel legio voorbeelden te geven van Shell praktijken waarin juist geen sprake is van hergebruik. De uiting bevat de navolgende claims die door het publiek als absolute claims worden begrepen in de zin van artikel 3 MRC: “Tuinders gebruiken onze CO2 om bloemen te kweken. En ons zwavelafval wordt verwerkt tot supersterk beton”. Adverteerder suggereert hiermee dat weliswaar niet alles kan worden hergebruikt maar dat het met CO2 en zwavel voor een goed deel op weg is. Dit is echter alleen al in Nederland geenszins het geval. De zin “Real energy solutions for the real world”, gecombineerd met de bloemen, suggereert dat adverteerder wereldwijd aan de verbetering van het milieu werkt. Ook dit is echter geenszins het geval. De uiting is in strijd met artikel 10 MRC omdat hergebruik van CO2 en zwavelafval in werkelijkheid voor adverteerders producten nauwelijks plaats vindt. Klager legt een aantal bijlagen over om zijn stellingen te onderbouwen. |
Het verweer De advertentie schetst een denkbeeldige wereld, zowel in beeld als in woord. Die wereld wordt vervolgens gesteld tegenover de werkelijkheid, gevolgd door een positieve boodschap en twee voorbeelden van creatieve manieren van hergebruik. De twee voorbeelden strekken slechts ter illustratie van de positieve boodschap dat er creatieve manieren zijn om de milieuproblematiek te lijf te gaan. Het voorbeeld van CO2 en tuinders levert een significante besparing van gas en reductie van CO2 op. Het gaat daarbij om 3% van de CO2-emissies van Shell Nederland Raffinaderij BV. Dit percentage is geenszins verwaarloosbaar. Het betonproduct dat door een bedrijf van raffinaderijresidu (met onder meer zwavel) wordt gemaakt, wordt commercieel toegepast. Het residu vervangt cement. Bij verbranding van residu komt CO2 en SO2 vrij en bij de productie van cement komt CO2 vrij. Het gebruik van residu als bindmiddel levert dus dubbel voordeel op en het voorbeeld met zwavel vormt een treffende illustratie van de boodschap dat milieuproblemen (op het terrein van CO2 en SO2) met behulp van innovatieve technieken moeten en kunnen worden aangepakt. Er zijn nog vele andere voorbeelden te geven. |
De mondelinge behandelingToelichting van klager Toelichting van adverteerder
|
Het oordeel van de Commissie De Commissie acht de mededeling “Tuinders gebruiken onze CO2 om bloemen te kweken. En ons zwavelafval wordt verwerkt tot supersterk beton” een milieuclaim die in strijd is met de artikelen 2 en 3 MRC. Zij overweegt daartoe dat “onze CO2” en “ons zwavelafval” te absoluut is geformuleerd. Onduidelijk is of hiermee al het CO2 en al het zwavelafval dat adverteerder produceert, wordt bedoeld. Voorts is onvoldoende duidelijk dat het hier slechts om voorbeelden gaat. De uiting bevat aldus een misleidende milieuclaim. Artikel 10 MRC is niet van toepassing omdat dit artikel onder meer ziet op milieuclaims die betrekking hebben op het hergebruik van producten zelf. |
Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 van de Milieu Reclame Code. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af. |
Regeling: artikelen 2 en 3 MRC |