a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Financiele) dienstverlening

Dossiernr:

2012/00987

Datum:

17-12-2012

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

(Financiele) dienstverlening

Motivatie:

Strijd met wet

Medium:

Overige

De bestreden uitingen

 

Het betreft:

1.

Een brief van PME -naar klager stelt- “aan werkgevers” van december 2011 met de aanhef:

“Onderwerp: IAS 19 en RJ 271.

Deze brief vangt aan met:

“De pensioenregeling van PME kwalificeert zich, eveneens onze aanvullende regelingen, onder IAS 19 en RJ 271 ons inziens als een toegezegde bijdrageregeling

(Defined Contribution)”.

2.

Een brochure van PME -naar klager stelt- “aan (Engelstalige) werknemers”, getiteld: “Welcome to PME

 Your pension in a nutshell” van maart 2012.

In deze brochure staat:

“As the payment you receive has already been fixed, we call your pension scheme a defined benefit agreement”.

 

De klacht

 

Deze kan als volgt worden samengevat.

Het bedrijfstakpensioenfonds PME kent twee soorten potentiële klanten: werknemers en werkgevers. Om beiden over de streep te trekken, dient PME zich met reclame zo aantrekkelijk mogelijk te presenteren.

De bestreden uitingen zijn in strijd met de artikelen 2, 5, 7 en 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC); de uitingen zijn in strijd met de wet en de waarheid, beschamen het vertrouwen in reclame en zijn oneerlijk en misleidend. Klager voert hiertoe het volgende aan.

 

PME meldt aan werknemers die (potentiële) deelnemers bij PME zijn, dat hun pensioenregeling een zogenaamde DB of Defined Benefit regeling is en tegelijkertijd aan werkgevers die (potentiële) klanten bij PME zijn, dat diezelfde regeling een zogenaamde DC of Defined Contribution regeling is.

 

Volgens de Pensioenwet dient elke pensioenovereenkomst te worden gekwalificeerd als:

  1. een uitkeringstoezegging (DB of Defined Benefit),
  2. een kapitaaltoezegging, of
  3. en premietoezegging of  (DC of Defined Contribution).

De risico’s liggen in de DB regeling bij de werkgever en in de DC regeling bij de werknemer.

 

Het verweer

 

De bestreden uitingen zijn geen reclame in de zin van artikel 1 NRC, omdat er geen sprake is van een aanprijzing. Om die reden is de Commissie niet het gremium om klachten over deze uitingen te behandelen. 

Uiting 1 betreft een formele brief van het pensioenfonds die, op verzoek van de reeds aangesloten werkgever, specifiek naar de betreffende werkgever wordt verzonden. Uiting 2 is een voorlichtingsbrochure voor reeds aangesloten deelnemers aan het fonds. 

Beide uitingen bevatten louter feitelijke informatie.

 

Los van het bovenstaande gaat verweerder beknopt in op de inhoud van de klacht.

 

In de brochure staat dat de pensioenregeling een defined benefit (DB) regeling is, in het Nederlands: “uitkeringsovereenkomst”. Dit betekent dat voor het vaststellen van de pensioenopbouw niet de betaalde premie van belang is, maar het aantal deelnemersjaren, het genoten pensioengevend salaris en het in de regeling vastgelegde jaarlijkse opbouwpercentage. Dit is de feitelijke situatie bij PME. Verweerder verwijst naar artikel A.I.8 van het pensioenreglement van PME, waarin staat dat de pensioenregeling het karakter heeft van een uitkeringsovereenkomst.

 

In de brief aan een bij het fonds reeds aangesloten werkgever staat dat de pensioenregeling van PME voor wat betreft de verwerking in de jaarverslaglegging van de betreffende onderneming kan worden aangemerkt als een DC (defined contribution) regeling. Dit is niet in strijd met het feit dat de regeling volgens de Pensioenwet een DB regeling is.

Dat de PME-regeling uitsluitend voor de verwerking in de jaarrekening kan worden gezien als een DC-regeling is afgeleid van nationale en internationale wet- en regelgeving (IAS 19 en RJ 271).

 

 

De mondelinge behandeling

 

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.

 

Klager benadrukt dat de brief reclame is, voor zover daarvan kennis wordt genomen door ondernemers die hun eigen pensioenfonds willen beëindigen en een keuze moeten maken tussen het onderbrengen van de pensioenverplichtingen bij een verzekeraar dan wel een bedrijfstakpensioenfonds.

 

Verweerder handhaaft zijn standpunt dat er geen sprake is van reclame, nu de uitingen zijn bedoeld voor reeds aangesloten werkgevers en werknemers. 

 

Het oordeel van de Commissie

 

Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of de bestreden uitingen kunnen worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 NRC. De Commissie beantwoordt die vraag in negatieve zin. Zij overweegt daartoe het volgende.

 

Met betrekking tot de brief (uiting 1) is niet komen vast te staan dat deze door PME is verstuurd aan anderen dan reeds bij PME aangesloten werkgevers. De inhoud van de brief heeft betrekking op de wijze waarop een reeds bij PME lopende pensioenregeling volgens PME in het kader van de jaarverslaglegging kan worden gekwalificeerd. Van een aanprijzing als bedoeld in artikel 1 NRC is naar het oordeel van de Commissie geen sprake.

 

Ten aanzien van de brochure (uiting 2) is niet komen vast te staan dat PME deze heeft doen toekomen aan anderen dan reeds bij PME aangesloten werknemers. De brochure met de titel:

 “Welcome to PME

 Your pension in a nutshell”, waarvan verweerder een volledig exemplaar in kopie bij het verweer heeft overgelegd, houdt een uitleg in van -zoals hoofdstuk 1 is aangeduid- “Your pension PME”. Van een aanprijzing als bedoeld in artikel 1 NRC is geen sprake.  

 

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.  

 

De beslissing

 

De Commissie wijst de klacht af.

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken