De bestreden reclame-uiting
Het betreft de mededelingen in “de shop” en op de website van adverteerder in verband met de “extra Air Miles korting”. Op de website staat onder meer dat men tot maximaal € 50,– extra korting op de brandstofprijs kan ontvangen door 10.000 Air Miles in te wisselen.
De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat het bij een tankstation van Shell in Amsterdam niet moge¬lijk was om het maximale aantal Air Miles in te wisselen zoals op de website werd ge¬noemd. In plaats daar¬van kon hij slechts 3.000 Air Miles inwisselen. Elk Shell station kan blijkbaar de regels zon¬der opgave van redenen wijzigen. Dit is volgens klager misleidend.
Het verweer
Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
1) Aangezien geen kopieën of foto’s van de door klager bedoelde mededelingen in “de shop” zijn over¬gelegd, kan de voorzitter in zoverre niet over de klacht oordelen. De voor¬zitter gaat daarom aan de mededelingen “in de shop” voorbij en zal uitsluitend oordelen over de bestre¬den me-dedelingen op de website die in geprinte vorm door klager zijn overgelegd. Niet in geschil is in dit verband dat klager bij het door hem genoemde tankstation (een dealer van adver¬teer¬der) op grond van de mededelingen op de website tot maximaal 10.000 Air Miles per tankbeurt had moeten kunnen inwisselen, maar dat dit ten onrechte werd geweigerd.
Nu de actie geldt voor alle be¬mande tankstations, brengt het feit dat een van deze tank¬stations geen juiste uitvoe¬ring aan de actie heeft gegeven volgens adverteerder echter niet mee dat de uiting misleidend is.
2) De voorzitter onderschrijft het standpunt van adverteerder dat de uiting niet mislei¬dend is wegens het feit dat één individuele dealer geen juiste uitvoering aan de landelijke actie geeft. Dit is immers op zichzelf genomen onvoldoende om de uiting waarin deze actie wordt om¬schre¬¬ven onjuist of mislei¬dend te achten. Wel brengt het feit dat een dealer van deze actie is af¬ge¬weken mee dat adver¬teer¬der onvol¬doende maatregelen heeft getroffen om een juiste uit¬voe¬ring van de actie door haar dealers te waar¬borgen. De voorzitter begrijpt dat ook dit as¬pect in de klacht ligt besloten, nu klager met name bezwaar maakt te¬gen het feit dat een individueel tankstation is afgeweken van de lan¬delijke actie.
3) Het feit dat een dealer van adverteerder is afgeweken van de voorwaarden van de lan¬delijke actie, impliceert dat niet is voldaan aan de Algemene Aanbeveling sub h (recla¬me voor filiaal-bedrij¬ven). Ingevolge deze aanbeveling dient een adver¬teerder immers bij een landelijke ac¬tie ervoor in te staan, en dient de consument erop te kunnen vertrouwen, dat bij alle dealers tegen dezelfde voor¬waar¬den van die actie gebruik kan wor¬den ge¬maakt. Nu ad¬verteerder niet aan de hier bedoelde verplich¬ting heeft voldaan (in zoverre dient het hande¬len van de dea¬ler aan adver-teer¬der te worden toegerekend), is in strijd met genoem¬de alge¬mene aan¬be¬veling ge¬han¬deld, waar¬door het ver¬trouwen in reclame is geschaad als bedoeld in artikel 5 van de Neder¬landse Reclame Code (NRC). In zoverre is de klacht gegrond.
4) De voorzitter neemt kennis van het feit dat adverteerder de desbetreffende dealer heeft aan-gesproken op de onjuiste nakoming van de actie. De voorzitter verwijst naar de e-mail van 14 februari 2014 die adverteerder bij haar laatste brief heeft overgelegd. De voorzitter gaat ervan uit dat dit ertoe zal lei¬den dat de dealer alsnog een juiste uitvoe¬ring aan de lan¬de¬lijke actie zal geven. De voorzitter ziet hierin aanleiding de aan¬beveling te doen uitsluitend voor zover nog nodig.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande oordeelt de voorzitter dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in Algemene Aanbeveling sub h in verbinding met artikel 5 NRC. De voorzitter beveelt adver¬teerder, uitsluitend voor zover nog nodig, aan te bewerkstelligen dat niet meer op een dergelijke wijze reclame wordt gemaakt.