Het College van Beroep [4 december 2018]
De inleidende klacht, de beslissing van de Commissie en de grieven
DeGoedeZaak biedt op haar website de mogelijkheid landelijke petities te steunen door deze te ‘ondertekenen’ met onder meer een e-mailadres. Appellant heeft blijkens de overgelegde stukken twee petities getekend, te weten “Ons geld naar de Groningers, niet naar Shell” en “Red het zonnepaneel”. DeGoedeZaak heeft dit telkens per e-mail aan appellant bevestigd en heeft hem daarbij de mogelijkheid geboden de desbetreffende campagnes via Facebook, Twitter of e-mail te delen. Appellant maakt bezwaar tegen het ontvangen van deze bevestigingsmail met de mogelijkheid om een campagne te delen Bij het ondertekenen van de petities heeft hij door middel van het ‘uitzetten van vinkjes’ kenbaar gemaakt dat hij geen reclame via e-mail wenst te ontvangen. Appellant stelt dat de onderhavige e-mails door de mogelijkheid van het delen van campagnes ‘spam’ zijn, en dat zij in strijd met de Code reclame via e-mail 2012 (Code e-mail) aan hem zijn verzonden.
De voorzitter van de Reclame Code Commissie heeft de klacht afgewezen omdat, kort samengevat, het bieden van de mogelijkheid om een landelijke petitie te delen past bij het doel en de strekking van zo’n petitie en kan worden beschouwd als een service die afzender biedt als onderdeel van de mogelijkheid om een landelijke campagne te steunen en het realiseren van het doel van de petitie te bevorderen. De Reclame Code Commissie heeft, nadat appellant tegen voormelde beslissing bezwaar had gemaakt, het oordeel van de voorzitter bevestigd met wijziging van gronden. De Commissie heeft, kort samengevat, geoordeeld dat de wijze waarop DeGoedeZaak in haar e-mails oproept om de campagne te steunen en de petitie verder te delen, het kader van een service te buiten gaat. De Commissie beschouwt de e-mails als reclame voor denkbeelden. Op het toezenden van ongevraagde reclame via e-mail is de Code e-mail van toepassing. De klacht is evenwel afgewezen omdat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zich bij het tekenen van de petitie heeft verzet tegen het ontvangen van deze reclame.
Appellant sluit zich aan bij het oordeel van de Commissie dat de bestreden e-mails reclame zijn. De Commissie heeft volgens hem echter ten onrechte geoordeeld dat het uitvinken van de twee opties bij het tekenen van de petitie geen verzet tegen reclame is. Dat verzet blijkt verder uit de berichten die klager eerder aan DeGoedeZaak heeft gezonden en die haar aanleiding gaven haar e-mails aan te passen.
Het antwoord in appel
Het verweer wordt als volgt samengevat. DeGoedeZaak is een kleine maatschappelijke burgerbeweging die opkomt voor de belangen van progressief Nederland. Haar belangrijkste campagnemiddel is het organiseren van petities. Het steunen van petities gebeurt door het ondertekenen van een webformulier. De ondertekenaar wordt daarbij verzocht een e-mailadres op te geven. Bij succesvolle ondertekening wordt een bevestiging aan dit adres verzonden waarbij gelegenheid wordt gegeven de steun voor een petitie te delen via sociale media en/of e-mail. Dit kan door een ’tell-a-friend-functie’ in de bevestigingsmails. Deze functie is onderdeel van het steunen van de petitie. DeGoedeZaak stuurt één bevestigingsmail per ondertekende petitie. Los daarvan biedt DeGoedeZaak ondertekenaars de mogelijkheid via nieuwsbrieven op de hoogte te blijven van ontwikkelingen met betrekking tot de ondertekende petitie en/of haar werkzaamheden. Hiervoor kan men zich aanmelden. DeGoedeZaak stelt primair dat de bevestigingsmails geen reclame zijn in de zin van artikel 1.2 Code e-mail. Daarbij verwijst zij naar de beslissing van de voorzitter. De Commissie heeft onvoldoende onderkend dat de tell-a-friend-functie niet als losstaand kan worden beschouwd. Het betreft een gevraagde en voorzienbare mededeling over de mogelijkheid de eigen steunbetuiging te delen met anderen als integraal onderdeel van het ondertekenen van de petitie. Het oordeel van de Commissie druist verder in tegen de bewegingsvrijheid waarover DeGoedeZaak dient te beschikken mede gelet op het feit dat haar handelwijze maatschappelijk aanvaardvaar is. Subsidiair stelt DeGoedeZaak dat appellant zich voorafgaand aan het verzenden van de onderhavige e-mails niet heeft verzet tegen de ontvangst van deze uitingen.
De mondelinge behandeling
Het standpunt van DeGoedeZaak is toegelicht mede aan de hand van overgelegde aantekeningen. In aanvulling daarop is namens DeGoedeZaak onder meer meegedeeld dat zij ervan uitgaat dat ondertekenaars van een petitie geen bezwaar hebben tegen het bieden van de mogelijkheid tot het delen van de desbetreffende campagne. Van deze mogelijkheid wordt ook gebruik gemaakt, waarbij het percentage schommelt tussen de 6% en 25% van de ondertekenaars.
Het oordeel van het College
1. DeGoedeZaak organiseert petities en stelt mensen aldus in staat zich landelijk als een groep met een politieke mening te presenteren om een bepaald doel (het onderwerp van de campagne) te bereiken. In verband daarmee biedt DeGoedeZaak in de e-mails die zij zendt ter bevestiging van het ondertekenen van een petitie ook de mogelijkheid de campagne op elektronische wijze te delen (door DeGoedeZaak aangeduid als ’tell-a-friend-functie’). Appellant maakt, onder verwijzing naar de Code e-mail, specifiek bezwaar tegen de ’tell-a-friend-functie’. Deze functie is in de bevestigingsmail met betrekking tot de petitie voor ‘Groningen’ als volgt toegelicht: “Hoe meer solidariteit we laten zien voor Groningen, hoe groter de kans dat het kabinet zal luisteren. Jij kunt helpen om deze actie nog groter te maken. Deel de campagne met iedereen die kan helpen!”. In de tekst die men volgens de suggestie in de bevestigingsmail naar vrienden kan mailen, staat onder meer: “Hoe meer mensen deze campagne steunen, hoe groter de kans dat we winnen”. Deze mededelingen, die qua inhoud en toon vergelijkbaar zijn met de inhoud van de bevestigingsmail voor de petitie “Red het zonnepaneel”, maken duidelijk dat het delen van de campagne die men voorafgaand aan het ontvangen van de onderhavige e-mails heeft gesteund door het ondertekenen van de petitie, bijdraagt aan het bereiken van het doel daarvan.
2. De ’tell-a-friend-functie’ in de bevestigingsmails dient blijkens het voorgaande ertoe degene die al een petitie heeft ondertekend in staat te stellen zijn persoonlijke mening over een politiek onderwerp aan anderen te uiten en daarbij op directe wijze steun voor deze mening te vragen met het oog op het bereiken van het door de ondertekenaar gewenste resultaat. Aan het bereiken van dit resultaat draagt bij dat anderen kennis nemen van de mening van de ondertekenaar en zij de petitie eveneens ondertekenen, nu het om een gezamenlijk doel gaat dat wordt nagestreefd, waarbij het aantal ondertekenaars van invloed is op de impact van de petitie. Niet kan worden aangenomen dat de Code e-mail is bedoeld om te voorkomen dat op deze wijze gelegenheid wordt gegeven tot het verspreiden van een politieke mening waarmee de ontvanger eerder zelf heeft ingestemd door het ondertekenen van een petitie. Nu de bevestigingsmails niet onder het toepassingsgebied van de Code e-mail vallen, beslist het College als volgt.
De beslissing van het College van beroep
Het College bevestigt de bestreden beslissing met enige wijziging van gronden
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie [27 september 2018]
De bestreden reclame-uiting
Het betreft de e-mail die DeGoedeZaak aan klager heeft gestuurd nadat hij op de website van DeGoedeZaak een petitie heeft getekend.
De klacht
Klager heeft een petitie getekend en daarbij “alle vinkjes uitgezet”. Desondanks ontving hij op 24 december 2017 en 15 januari 2018 “spam” van DeGoedeZaak. Na een klacht van klager heeft DeGoedeZaak haar beleid aangepast. Zij behoudt zich echter het recht voor om na het tekenen van een petitie een bevestigingsmail te sturen met daarin de mogelijkheid om deze petitie te delen. Dit laatste is volgens klager in strijd met de Code reclame via e-mail 2012 (Code e-mail).
Het verweer
DeGoedeZaak voert aan, kort samengevat, dat het sturen van een bevestigingsmail met de mogelijkheid een campagne te delen, geoorloofd is onder de privacywetgeving. Het betreft een gevraagde communicatiehandeling naar aanleiding van een bewuste handeling van een gebruiker van het platform van DeGoedeZaak. Wie een campagne steunt, moet zeker weten dat die handeling op juiste wijze is voltooid. Daarom bevestigt DeGoedeZaak dit in een e-mail. Doordat een gebruiker een campagne ondersteunt, mag worden aangenomen dat de gebruiker is gediend met de mogelijkheid die ondersteuning ook publiek te maken. Daarom wordt in de eenmalige bevestigingsmail de mogelijkheid geboden om de campagne te delen. Het betreft een service en geen reclame. Klager heeft zelf contact gezocht en de reactie van DeGoedeZaak is slechts gericht op het beantwoorden van deze handeling.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter heeft de klacht ongegrond verklaard. Daarbij heeft de voorzitter, gelet op de klacht, de beoordeling beperkt tot de vraag of DeGoedeZaak op grond van de Code e-mail aan de ondertekenaar van een petitie een bevestigingsmail mag sturen waarin de mogelijkheid is opgenomen om de petitie te delen. De voorzitter heeft, kort samengevat, overwogen dat het op zakelijke wijze bieden van de mogelijkheid om de campagne te delen op Facebook, Twitter en via e-mail in feite een service is die DeGoedeZaak biedt als onderdeel van de mogelijkheid om een landelijke campagne te steunen en zo het realiseren van het doel van de petitie te bevorderen. Het bieden van een dergelijke service valt naar het oordeel van de voorzitter niet onder het toepassingsgebied van de Code e-mail, zodat de klacht is afgewezen.
Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter
Klager stelt dat geen sprake is van een service, maar van reclame nu – conform de toelichting bij artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) – “een (georganiseerd) mechanisme kan worden beschreven door middel waarvan de directe of indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden plaatsvindt”. Er is volgens klager geen bepaling waarin staat dat (het toezenden van) reclame wel mag als deze het doel van de organisatie dient. Op verzoek van de Commissie heeft klager een kopie toegezonden van de in de petitie opgenomen opties die hij stelt te hebben uitgevinkt. Deze opties luiden:
“ Ja, ik hoor graag meer over DeGoedeZaak
Ja, ik word graag op de hoogte gehouden van deze campagne.”
Het oordeel van de Commissie
1. Niet is in geschil dat klager op de website van DeGoedeZaak een petitie heeft getekend en dat hij daarbij “alle vinkjes heeft uitgezet”. Gezien de nadere toelichting van klager gaat de Commissie ervan uit dat hij geen beperkende voorwaarden aan zijn ondertekening van de petitie heeft gesteld. Evenmin is in geschil dat DeGoedeZaak klager na het tekenen van de petitie per e-mail een ontvangstbevestiging heeft toegestuurd met daarin de mogelijkheid de petitie te delen via Twitter, Facebook en/of e-mail. De Commissie begrijpt de klacht zo dat het opnemen van deze mogelijkheid tot het delen van de petitie in de ontvangstbevestiging volgens klager betekent dat sprake is van het toezenden van ongevraagde reclame via e-mail, waarvoor hij zich bij het tekenen van de petitie stelt te hebben afgemeld. Hierdoor acht klager de uiting in strijd met (artikel 1.3 van) de Code e-mail.
2. In de eerste plaats dient te worden beoordeeld of sprake is van reclame in de zin van artikel 1 NRC. Krachtens dit artikel wordt onder reclame verstaan: de openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door of ten behoeve van een adverteerder. De Commissie is van oordeel dat de aan klager gezonden e-mail reclame voor denkbeelden bevat. Dat geldt niet voor dat deel van de e-mail waarin het ondertekenen van de petitie wordt bevestigd. Dat deel van de e-mail bevat een louter zakelijke ontvangstbevestiging van de ondertekening van de petitie door klager, zonder enig aanprijzend element. De bevestiging valt derhalve niet onder de Code e-mail. Naast de bevestiging van de ontvangst wordt in de e-mail echter gezegd dat hoe meer mensen de campagne steunen, hoe groter de kans is dat we een verschil kunnen maken/kunnen winnen (of woorden van gelijke strekking). Daarna volgt de oproep “Deel de campagne met iedereen die (ons) kan helpen”, met daaronder de mogelijkheden om te delen op Facebook en op Twitter. Om de campagne via e-mail te kunnen delen, is een tekst opgenomen die in een e-mail kan worden gekopieerd. In deze tekst staat een link naar de betreffende petitie op de website van DeGoedeZaak. De e-mail wordt afgesloten met de dank voor de actie/steun die DeGoedeZaak uitspreekt tegenover de ondertekenaar van de petitie. Anders dan de voorzitter is de Commissie van oordeel dat de hiervoor beschreven wijze waarop DeGoedeZaak in haar e-mail oproept om de campagne te steunen en mogelijkheden biedt om de petitie op haar website verder te delen, het kader van een service te buiten gaat. De Commissie beschouwt de e-mail als reclame (voor denkbeelden) in de zin van artikel 1 NRC. Op het toezenden van ongevraagde reclame via e-mail is de Code e-mail van toepassing.
3. De klacht dat het toezenden van de e-mail door DeGoedeZaak aan klager in strijd is met de Code e-mail, kan echter niet slagen. Op grond van artikel 1.3 Code e-mail is reclame via e-mail in beginsel toegestaan – voor zover hier van belang – indien het e-mailadres van de geadresseerde is verkregen in het kader van een verkoop aan of schenking door de geadresseerde en wordt gebruikt voor het aanbieden van eigen gelijksoortige producten of diensten (inclusief het vragen van schenkingen), waarbij geen gebruik gemaakt is van het recht van verzet. DeGoedeZaak heeft klagers e-mailadres verkregen door de ondertekening van de petitie, wat valt aan te merken als een schenking door klager van zijn stem. DeGoedeZaak heeft klager de ontvangstbevestiging met daarin reclame in het kader van deze relatie toegezonden. De Commissie acht niet aannemelijk gemaakt dat klager zich bij het tekenen van de petitie heeft verzet tegen het ontvangen van deze reclame. Het uitvinken (of niet aanvinken) van de opties “Ja, ik hoor graag meer over DeGoedeZaak” en “Ja, ik word graag op de hoogte gehouden van deze campagne” betekent niet dat verzet wordt aangetekend tegen het toezenden van een ontvangstbevestiging van de petitie met daarin de mogelijkheid de petitie te delen.
4. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat DeGoedeZaak door het toezenden van een ontvangstbevestiging voor zover daarin de mogelijkheid de petitie via Facebook, Twitter of e-mail te delen staat, niet in strijd met artikel 1.3 Code e-mail heeft gehandeld. Zoals reeds overwogen valt het toezenden van een louter zakelijke ontvangstbevestiging niet onder de Code e-mail.
5. Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie
De Commissie bevestigt, met wijziging van gronden, de beslissing van de voorzitter tot afwijzing van de klacht.
Beslissing voorzitter (VAF) d.d. 31-07-2018
De klacht
Klager heeft een petitie getekend en daarbij “alle vinkjes uitgezet”. Desondanks ontving hij op 24 december 2017 en 15 januari 2018 “spam” van afzender (DeGoedeZaak). Na een klacht van klager heeft afzender haar beleid aangepast. Zij behoudt zich echter het recht voor om na het tekenen van een petitie een bevestigingsmail te sturen met daarin de mogelijkheid om deze petitie te delen. Dit laatste is in strijd met de Code reclame via e-mail 2012 (Code e-mail).
Het verweer
Dit wordt als volgt samengevat. Het sturen van een bevestigingsmail met de mogelijkheid een campagne te delen, is geoorloofd onder de privacywetgeving. Het betreft een gevraagde communicatiehandeling naar aanleiding van een bewuste handeling van een gebruiker van het platform van afzender. Wie een campagne steunt, moet zeker weten dat die handeling op juiste wijze is voltooid. Daarom bevestigt afzender dit in een e-mail. Doordat een gebruiker een campagne ondersteunt, mag afzender aannemen dat deze is gediend met de mogelijkheid die ondersteuning ook publiek te maken. Daarom wordt in de eenmalige bevestigingsmail de mogelijkheid geboden om de campagne te delen. Het betreft een service en geen reclame. Klager heeft zelf contact gezocht en de reactie van afzender is slechts gericht op het beantwoorden van deze handeling.
Het oordeel van de voorzitter
1) De klacht is gericht tegen e-mails die klager ontving nadat hij een petitie had ondertekend. In deze e-mails wordt, voor zover hier van belang, de ontvanger de mogelijkheid geboden de petitie te delen die men heeft gesteund. De voorzitter heeft in verband met de klacht ambtshalve kennis genomen van de website van afzender. Hier wordt immers de mogelijkheid geboden bepaalde campagnes te steunen en de voorzitter begrijpt uit de klacht dat klager naar aanleiding van het bezoeken van deze website en het steunen van een daarop genoemde petitie de e-mails ontving waartegen hij in deze procedure bezwaar maakt. Daarbij betreft het bezwaar niet de bevestiging van het steunen van het initiatief als zodanig, maar is de klacht uitsluitend gericht tegen het daarbij noemen van de mogelijkheid de petitie te delen. De voorzitter zal, gelet hierop, de beoordeling beperken tot de vraag of afzender na het tekenen van de petitie op grond van de Code e-mail aan de ontvanger een bevestigingsmail mag sturen met de mogelijkheid om deze petitie te delen.
2) Uit de website van afzender blijkt dat zij mensen steunt “die in actie komen voor een eerlijker, duurzamer en inclusiever Nederland”. Adverteerder doet dit door mensen in staat te stellen initiatieven te steunen in de vorm van petities die men kan ’tekenen’ door op de website naam, e-mailadres, telefoonnummer en postcode in te vullen. Het steunen van een landelijke petitie dient alleen zinvol te worden geacht indien deze een grote groep mensen bereikt die bereid is de petitie te ’tekenen’. Afzender mag, naar zij terecht stelt, ervan uitgaan dat degenen die een initiatief steunen daarom bereid zijn anderen op de campagne te wijzen. Het bieden van de mogelijkheid om een landelijke petitie te delen past bij het doel en strekking van zo’n petitie en kan worden beschouwd als een onderdeel daarvan. Afzender faciliteert dit in de bestreden e-mails. De wijze waarop afzender dat in de bestreden e-mails doet, is zakelijk en blijft beperkt tot het bieden van de mogelijkheid de campagne verder te steunen door de campagne te delen op Facebook, Twitter en via e-mail. Bij petities als de onderhavige kan het op deze wijze bieden van de mogelijkheid om de campagne te delen in een e-mail die men als reactie op het ondertekenen van die campagne ontvangt, niet in strijd met de Code e-mail worden geacht. In feite gaat het om een service die afzender biedt als onderdeel van de mogelijkheid om een landelijke campagne te steunen en zo het realiseren van het doel van de petitie te bevorderen. Het bieden van een dergelijke service valt niet onder het toepassingsgebied van de Code e-mail. Om die reden beslist de voorzitter als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.