a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2021/00002

Datum:

30-03-2021

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Vervoer

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de uiting op de website van Shell, waarin staat:

“Rij CO2-neutraal met compensatieAAN

 Je CO2-uitstoot compenseren wordt nog makkelijker met compensatieAAN van Shell. Daarmee rij

 je automatisch CO2-neutraal. Zo vergeet je het nooit meer!

 Compenseer automatisch je uitstoot

 We zijn veel onderweg. Werken, boodschappen doen, onze kinderen naar de sportclub brengen.  

 Het blijft belangrijk om CO2-uitstoot zo veel mogelijk te voorkomen. Lukt jou dat niet? Kies er dan

 voor CO2-neutraal te rijden en je CO2-uitstoot te compenseren. Dit kon al aan de kassa, maar

 wordt nu nog makkelijker met compensatieAAN van Shell. Daarmee rij je automatisch CO2-

 neutraal.”

(www.shell.nl/consumenten/co2-neutraal-rijden/mogelijkheden-co2-neutraal-rijden.html).

 

De klacht

Klager stelt dat Shell met de uiting “Rij CO2-neutraal met compensatieAAN” en ‘compenseer automatisch je uitstoot’ een boodschap verkoopt die misleidend is. Het product waarvoor Shell hier reclame maakt, houdt in dat één cent per liter brandstof wordt gedoneerd aan twee organisaties die boskap in Peru en Indonesië tegengaan. Hoewel klager dit op zich een mooi doel vindt, is dit geen compensatie van het eigen brandstofverbruik. Preventie van bomenkap is geen compensatie, aanplant van nieuwe bomen is dat wel. De consument wordt voorgehouden dat zijn of haar CO2-uitstoot geen kwaad kan omdat er minder bomen worden gekapt. Klager vindt dit misleidend.

 

Het verweer

Het standpunt van Shell, zoals weergegeven in het schriftelijke verweer en nader toegelicht ter zitting, wordt als volgt samengevat.

In de uiting worden de termen ‘compensatie’ en ‘CO2-neutraal’ gebruikt om aan te geven dat Shell bij deelname door een klant aan het compensatieAAN-programma ervoor zorgt dat de gehele CO2-uitstoot die vrijkomt bij winning, productie, distributie en verbruik van de gekochte brandstof wordt gecompenseerd. De klant betaalt bij deelname één cent extra per liter brandstof, waarmee de CO2-uitstoot van de aangekochte brandstof, die met het rijden wordt verbrand, wordt gecompenseerd (‘tank-to-wheel’). Shell betaalt daarnaast de compensatie van de CO2-uitstoot vanaf de winning van de olie tot aan de benzinepomp (‘well-to-tank’). Tezamen wordt een CO2-compensatie ‘well-to-wheel’ bereikt. Om deze compensatie te realiseren, koopt Shell CO2-credits uit natuurprojecten die – naast verschillende andere standaarden – voldoen aan internationale carbon standaarden, bijvoorbeeld de op dit moment wereldwijd meest gebruikte Verified Carbon Standard (VCS/Verra, tot 2014 ‘Voluntary Carbon Standard’-maatregel geheten). CO2-credits worden verhandeld tussen overheden en bedrijven. Om de kwaliteit en integriteit van de CO2-credits te waarborgen, is er een robuust programma van normen, verificatieprocessen en registers van derden.

Een CO2-credit staat voor het vermijden of verwijderen van één ton CO2 uit de atmosfeer. Het verwijderen van CO2 wordt bereikt door opslag daarvan door natuurlijke (groei)processen van planten en bomen, terwijl het vermijden van CO2 wordt gerealiseerd door te voorkomen dat als gevolg van ontbossing een hoeveelheid CO2 in de atmosfeer belandt die zonder boskap in dat bos opgeslagen zou blijven. Zowel herstelieuwe aanplant van bos als bescherming van bestaand bos kan worden gebruikt om uitgestoten CO2 te compenseren. Dat beide opties deel uitmaken van het compensatie-AAN programma, wordt door Shell uitdrukkelijk op haar website vermeld in de toelichting op het programma en in (artikel 2.3 van) de deelnamevoorwaarden.

Het gebruik van CO2-credits om CO2-neutraliteit te bereiken, is conform de Industrie Standaarden PAS 2060 en ISO 14021, die ‘CO2-neutraal’ definiëren. Zo vermeldt onderdeel 7.17.3 van ISO 14021 (vertaald): “Ten aanzien van een product, vereist “CO2-neutraliteit” dat alle broeikasgasemissies (…) van alle fasen van de (levens-)cyclus van het product, en binnen het betreffende productsysteem, zijn verminderd, verwijderd of verwerkt door middel van een systeem van compensaties of credits, of op andere manieren.” En onderdeel 9.1.1. van PAS 2060 luidt (vertaald): “Het bedrijf zal de benodigde hoeveelheid CO2-credits in overeenstemming brengen met dat wat nodig is om de broeikasgas-emissies te compenseren, zodat de status van CO2-neutraliteit wordt bereikt.” Voorbeelden van toegestane maatregelen om dergelijke ‘carbon credits’ te genereren, zijn vermeld in tabel C2 van PAS 2060. Hier wordt onder andere de ‘Voluntary Carbon Standard’-maatregel (thans Verified Carbon Standard/Verra genaamd) vermeld, waartoe de beide door klager genoemde projecten in Peru en Indonesië behoren. Deze projecten, die bomenkap tegengaan, voldoen ook aan de in ISO 14021 opgenomen definitie van ‘compensatie’: “een mechanisme om de CO2-voetafdruk van een product te compenseren door middel van preventie, reductie of verwijdering van een gelijkwaardige hoeveelheid broeikasgasemissies in een proces, buiten de grens van het productsysteem.” Vermeden ontbossing is een voorbeeld van preventie. Ook de (geciteerde) voorschriften voor de VCS/Verra-maatregel staan toe dat vermeden ontbossing wordt gebruikt voor het genereren van ‘carbon credits’, en het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) erkent dat verminderde en vermeden ontbossing een methode is om klimaatverandering te bestrijden. Shell investeert alleen in programma’s die volgens de internationale standaarden zijn ingericht en daardoor een correcte en betrouwbare manier geven om CO2 mee te compenseren.

Shell concludeert dat de bestreden uiting niet misleidend is, nu over de betekenis van het begrip (CO2-)compensatie zowel in de uiting als in het normale spraakgebruik (‘tegen elkaar opwegen’ of ‘goedmaken’) geen verwarring kan bestaan en de feitelijke inhoud van de betreffende CO2-compensatieprogramma’s correct is.

Ten slotte merkt Shell op dat, anders dan klager meent, nergens in de uitingen betreffende het ‘Rij CO2-neutraal programma’ wordt gesteld dat de uitstoot van CO2 geen kwaad kan omdat er minder bomen worden gekapt.

 

Het oordeel van de Commissie

1.

De klacht betreft de uiting op de website van Shell waarin het programma ‘Rij CO2-neutraal met compensatieAAN’ wordt aangeprezen. Dit programma houdt in – kort samengevat – dat Shell belooft om de CO2-uitstoot van de door een deelnemer aan het programma gekochte brandstof ‘well-to-wheel’ te compenseren, waardoor de deelnemer CO2-neutraal rijdt.

2.

De Commissie stelt voorop dat klager niet bestrijdt dat compensatie van CO2-uitstoot daadwerkelijk tot CO2-neutraal rijden kan leiden. Klagers bezwaar betreft de in de uiting genoemde compensatie van CO2-uitstoot door middel van projecten in Peru en Indonesië die ontbossing tegengaan. Anders dan nieuwe aanplant van bomen kan preventie van bomenkap volgens klager niet tot compensatie van CO2-uitstoot leiden. De Commissie overweegt als volgt.

3.

Gebleken is dat Shell (een equivalente hoeveelheid) CO2-credits aankoopt om de compensatie van de CO2-uitstoot te realiseren, waarbij één CO2-credit staat voor het onttrekken van één ton CO2 uit de atmosfeer. Shell heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het gebruik van CO2-credits om CO2-neutraliteit te bereiken in overeenstemming is met de geldende Industrie Standaarden (ISO 14021 en PAS 2060) en dat de onttrekking van CO2 uit de atmosfeer zowel uit aanplant van nieuw bos als uit bescherming van bestaand bos kan bestaan. In het laatste geval wordt voorkomen dat door ontbossing een hoeveelheid CO2 in de atmosfeer belandt die zonder boskap in dat bos opgeslagen blijft. De Commissie acht voldoende onderbouwd dat de projecten in Peru en Indonesië, die ontbossing moeten voorkomen en waarin Shell in het kader van het compensatieAAN-programma investeert, onderdeel zijn van de VCS/Verra-tabel. Ook de voorschriften van deze grootste wereldwijde standaard staan toe dat voor het genereren van CO2-credits ‘vermeden ontbossing’ wordt gebruikt, terwijl deze voorschriften bovendien waarborgen dat zonder ingrijpen door middel van carbon credits wel sprake zou zijn geweest van ontbossing.

4.

Nu voldoende aannemelijk is geworden dat compensatie van CO2-uitstoot ook (deels) kan worden gerealiseerd door preventie van ontbossing, naast het in de uiting genoemde aanplanten van bomen, kan de klacht niet slagen. Verder is de Commissie van oordeel dat in de bestreden uiting niet wordt gesteld of gesuggereerd dat CO2-uitstoot ‘geen kwaad kan omdat er minder bomen worden gekapt’. Zoals ook reeds overwogen in de uitspraak in dossier 2019/00292 zal de gemiddelde consument begrijpen dat autorijden schadelijk is voor het milieu, maar dat door deelname aan het compensatieAAN-programma kan worden bijgedragen aan het initiatief van Shell om in ieder geval de CO2-uitstoot van de verbruikte brandstof te compenseren.  

In de bestreden uiting wordt hierover opgemerkt: “Het blijft belangrijk om CO2-uitstoot zo veel mogelijk te voorkomen.”

5.

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken