De bestreden reclame-uiting

Het betreft het ontvangen van een reclame-uiting betreffende Audi die geadresseerd is aan de vorige bewoner van klagers adres, te weten Sint-Jobskade 680, te Rotterdam.

De klacht

Klager heeft eerder, op 15 maart 2015, bezwaar gemaakt tegen het feit dat op zijn adres van verweerder afkomstig reclamedrukwerk, wordt gezorgd dat bestemd is voor de vorige bewoner van de Sint-Jobskade 680 te Rotterdam. Verweerder heeft bij brief van 30 maart 2015 meegedeeld dat sinds februari 2015 de adreswijziging van de vorige bewoner is  doorgevoerd en dat klager geen Audi-post meer van verweerder zal ontvangen. Desondanks ontving klager op 14 april 2015 het Audi-kwartaal magazine. Reden waarom klager nogmaals verzoekt om te bewerkstelligen dat hij voortaan geen Audi-post meer ontvangt.

Het verweer

Verweerder betreurt dit incident. De verzending van het Audi-magazine heeft de getroffen maatregel gekruist. Klagers adres is geblokkeerd voor selecties van direct mailings zodat er niets meer naar dit adres wordt gestuurd. De adresselectie voor het magazine was echter toen al gemaakt en al bij de drukker aangeleverd. In dat bestand was het desbetreffende  adres nog aanwezig. Voortaan zal klager, zoals reeds toegezegd, geen Audi-post meer ontvangen.

Het oordeel van de voorzitter

De gewraakte reclame-uiting is een geadresseerde reclame, waarop de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Respons Advertising (CBR) van toepassing is. Ingevolge artikel 14 CBR dient de opdrachtgever van geadresseerde reclame er zorg voor te dragen dat, indien een ontvanger heeft laten weten geen geadresseerd reclame-

drukwerk meer te willen ontvangen, deze wens zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval

binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van het verzoek, wordt ingewilligd.

Klagers eerste verzoek om geen reclame-drukwerk van Audi meer te ontvangen dateert van begin september 2014 aangezien verweerder bij e-mail van 2 september 2014 aan klager laat weten de desbetreffende naam en adresgegevens te hebben verwijderd en aan klager meedeelt dat hij geen Audi magazine meer zal ontvangen. Nu klager op 14 april 2015 wederom een Audi magazine heeft ontvangen heeft verweerder gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 14 CBR.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het vorenstaande is de voorzitter van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 14 CBR en beveelt hij verweerder, voor zover nodig, aan om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.