Samenvatting van de klacht

De brievenbus van klager is voorzien van een NEE/JA-sticker. Desondanks ontving klager een ansichtkaart van afzender in zijn brievenbus. De ansichtkaart moet worden gezien als ongeadresseerd reclamedrukwerk. De ansichtkaart is ten onrechte verspreid bij klager die een brievenbus heeft met een NEE/JA-sticker.

Samenvatting van het verweer

Afzender maakt veel gebruik van vrijwilligers. Dat is ook gebeurd bij het verspreiden van de bestreden ansichtkaart. Bij vrijwilligers wordt benadrukt dat geen ansichtkaarten mogen worden verspreid bij adressen met een NEE/NEE- of NEE/JA-sticker op de brievenbus. Dit kan desondanks fout gaan. Dat betreurt afzender. Afzender heeft besloten om te stoppen met het versturen van de bestreden ansichtkaarten.

Het oordeel van de voorzitter

1) De bestreden uiting bevat de mededeling ‘Fijne Sinterklaas’, afkomstig van een lokale politieke partij. Gelet op de gehele inhoud van deze uiting is er sprake van reclame voor denkbeelden in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de uiting ongeadresseerd is, betreft het ongeadresseerd reclamedrukwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (hierna: de Code VOR).    

2) Met betrekking tot de klacht oordeelt de voorzitter als volgt. Er is vast komen te staan dat het van afzender afkomstige drukwerk is gedeponeerd in de brievenbus van klager, die is voorzien van een NEE/JA-sticker in de zin van de Code VOR. Met deze sticker wordt kenbaar gemaakt dat de bewoner geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen. Nu desondanks het bewuste drukwerk in de brievenbus van klager is gedeponeerd, is artikel 3.1 van de Code VOR overtreden. Ingevolge dit artikel dienen afzenders en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de op bijlage 1 bij de Code VOR vermelde stickers te bereiken en voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.

Met voorgaand oordeel wordt volstaan nu afzender heeft meegedeeld dat is besloten om te stoppen met het versturen van de bestreden ansichtkaarten.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 van de Code VOR.