De klacht
Klager maakt bezwaar tegen het ontvangen van bedoelde e-mail omdat deze volgens hem “spam” betreft. Afzender is volgens klager wederom niet in staat gebleken hem te vrijwaren van spam en neemt niet de moeite dit structureel op te lossen. Klager verzoekt om een alert.
Het verweer
Op de reactie van afzender zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
1) Niet betwist is dat de onderhavige e-mail mede als een reclame-uiting dient te worden aangemerkt. Weliswaar is deze blijkens het onderwerp bedoeld om klager inzage te bieden in de diensten waarop hij is geabonneerd en zijn gegevens, maar de e-mail bevat ook een aanprijzing van diensten waarop klager nog niet is geabonneerd in de vorm van het woord “Bestellen?” bij die diensten met een link naar de website voor meer informatie. Nu klager zich blijkbaar heeft afgemeld voor gebruik van zijn e-mailadres voor het toezenden van reclame, heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 5.1 Code reclame via e-mail 2012.
2) Klager verzoekt om een alert in verband met eerdere aanbevelingen die tegen afzender zijn gedaan. De voorzitter stelt dienaangaande voorop dat het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep niet voorziet in de mogelijkheid voor een klager om een alert te verzoeken. Op een dergelijk verzoek hoeft derhalve niet afzonderlijk te worden beslist. Dit neemt niet weg dat een klager wel de (voorzitter van de) Reclame Code Commissie kan attenderen op het feit dat een afzender een eerdere aanbeveling niet navolgt. In zoverre overweegt de voorzitter als volgt. De voorzitter begrijpt dat afzender niet heeft onderkend dat de onderhavige uiting naast de opsomming van de diensten die klager van afzender afneemt en zijn gegevens, ook een aanprijzing bevat van diensten waarop hij nog niet is geabonneerd. Uit de reactie van afzender blijkt voorts dat zij zonder meer gevolg wenst te geven aan eerdere aanbevelingen, maar dat in het onderhavige geval blijkens het voorgaande sprake is geweest van een vergissing omtrent de aard van de uiting. De voorzitter neemt nota van de mededeling van afzender dat zij inmiddels maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen.
3) De voorzitter oordeelt op grond van dit alles dat op dit moment onvoldoende aanleiding bestaat om deze beslissing als een alert onder de aandacht van een breed publiek te brengen. Tevens oordeelt de voorzitter dat onder deze omstandigheden kan worden volstaan met de aanbeveling te doen voor zover nog nodig.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 5.1 Code reclame via e-mail 2012. De voorzitter beveelt, voor zover nog nodig, afzender aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.