a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Financiele) dienstverlening

Dossiernr:

2013/00985

Datum:

20-02-2014

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

(Financiele) dienstverlening

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De klacht

Klager stelt, kort samengevat, dat hij voor zichzelf en zijn vrouw bij afzender een “bonus” heeft aangevraagd, maar geen toestemming heeft gegeven voor “spam” aan het gebruikte

e-mailadres. Toch stuurt afzender op 28 november 2013 naar dat adres reclame per e-mail, waarvan klager een kopie overlegt. Klager had eerder al aan afzender gemeld dat dergelijke e-mails niet gewenst zijn. Voorts heeft klager geen toestemming verleend bedoeld adres aan derden te verstrekken. Klager had daarom op dit adres geen e-mail van Menzis verwacht.

Het verweer

Afzender heeft op de klacht gereageerd. Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

De nadere reacties van partijen

Partijen handhaven hun standpunten.

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

Niet in geschil is dat afzender ten onrechte reclame via e-mail aan het betrokken e-mailadres heeft verzonden, nu gebruik is gemaakt van het recht van verzet als bedoeld in artikel 5.1 van de Code reclame via e-mail 2012 (Code e-mail 2012). Ingevolge deze bepaling diende afzender, die kennelijk tevens bestandseigenaar is, zich te onthouden van het toezenden van reclame via e-mail aan het desbetreffende e-mailadres, alsmede ervoor te zorgen dat derden (Menzis) geen reclame per e-mail aan klager zouden toezenden. Tevens brengt het voorgaande mee dat niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 1.3 van de Code e-mail 2012 waaronder het is toegestaan reclame via e-mail aan de geadresseerde te zenden.

 

Dat, zoals afzender voldoende aannemelijk heeft gemaakt, sprake is van een menselijke fout en een samenloop van omstandigheden, doet aan het voorgaande niet af. Wel neemt de voorzitter op grond van de stellingen van afzender aan dat inmiddels voldoende maatregelen zijn getroffen om een herhaling te voorkomen. Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in de artikelen 1.3 en 5.1 van de Code e-mail 2012. De voorzitter beveelt afzender, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken