De bestreden reclames
Het gaat om de volgende reclames van adverteerder:
1.
De website van adverteerder www.eerlijkewoz.nl voor zover daarop een e-mailadres kan worden achtergelaten en staat:
“Vul uw e-mailadres in een bekijk direct uw gratis WOZ-advies
Wij sturen u deze ook per mail
[Voer uw e-mailadres in]
[…]
U ontvangt van ons geen ongevraagde e-mails.
Ik ga akkoord met het verwerken van mijn gegevens conform de Privacy Policy en Algemene Voorwaarden van Eerlijke WOZ.”
2.
Vijf door klager ontvangen e-mails van adverteerder en meer specifiek om de volgende tekst in drie van de e-mails:
“De overheid wil uw recht op gratis WOZ-rechtshulp wegbezuinigen. Zij wil dat u voortaan de rekening betaalt zodat minder mensen bezwaar maken. De overheid wil zo de werkdruk van gemeenten verlagen, ten koste van uw recht op gratis rechtsbescherming.
De plannen maken het voor Eerlijke WOZ onmogelijk om de WOZ Check en bezwaarservice gratis aan te blijven bieden. Gemiddeld lopen onze klanten dan een besparing van 296 euro per jaar mis.”
Samenvatting van de klacht
Klager heeft op de website van adverteerder een WOZ-check gedaan en het e-mailadres ingevuld om het resultaat van de WOZ-check te ontvangen. Het e-mailadres is alleen ingevuld om de WOZ waarde te krijgen. Adverteerder heeft bij het invullen van het e-mailadres geen recht van verzet geboden en toegezegd dat geen ongevraagde e-mails te sturen.
Klager heeft echter vijf e-mails ontvangen van adverteerder. Het gaat om de volgende e-mails.
Op 5 april 2023 heeft adverteerder aan klager een e-mail gestuurd ter promotie van de diensten van adverteerder. Op 24 augustus 2023 heeft adverteerder een e-mail gestuurd over de petitie van adverteerder tegen de hervormingen van de vergoedingen bij WOZ-bezwaar. Op 26 augustus 2023 heeft adverteerder nog een keer een e-mail verstuurd over de voornoemde petitie. Op 5 september 2023 heeft adverteerder per e-mail voor de derde keer een e-mail gestuurd over voornoemde petitie. Op 29 december 2023 heeft adverteerder opnieuw reclame per e-mail gestuurd.
De e-mails van 24 en 26 augustus en 5 september 2023 zijn misleidend, nu er staat dat de overheid WOZ-rechtshulp wil wegbezuinigen. De wetgever heeft slechts aangegeven de proceskostenvergoeding bij WOZ-zaken te verlagen. Het wetsvoorstel ziet erop om in WOZ-zaken aan de burger 25% uit te keren van het geldende liquide tarief in het geval het (eerdere) besluit wordt vernietigd of gewijzigd en 10% in de overige gevallen en om de vergoeding voor overschrijding per half jaar te verlaten naar € 50 per half jaar.
Adverteerder heeft in de drie voornoemde e-mails over de petitie hardnekkig en agressief aangedrongen om de petitie van adverteerder te ondertekenen en is er sprake van ‘spam’.
Samenvatting van het verweer
Als gevolg van een verkeerde release van de software was het selectievakje, waarmee de klant bij de aanmelding op de website akkoord geeft voor het toezenden van e-mails, tijdelijk niet zichtbaar. Deze fout is inmiddels hersteld. Wel wordt in iedere e-mail de mogelijkheid geboden om zich kosteloos en eenvoudig af te melden voor het ontvangen van e-mails. Dit geldt ook voor de e-mails die klager heeft ontvangen. Iedere e-mail bevat een ‘uitschrijf-knop’. Er is hierdoor op een juiste manier het recht van verzet geboden.
Klager stelt dat er in de bestreden e-mails onjuiste informatie wordt gegeven, maar onderbouwt dit verder niet. Alle genoemde feiten en cijfers zijn correct en op meerdere punten wordt ook via een hyperlink verwezen naar bronnen, waaruit de aangehaalde feiten en cijfers volgen. Adverteerder verwijst in dit verband naar eerdere uitspraken van de Reclame Code Commissie en dat hierin de klachten over vermeende misleiding zijn afgewezen.
Er is geen sprake van een agressieve handelspraktijk, zoals door klager is gesteld en genoemd in artikel 14 van de Nederlandse Reclame Code. Dit klachtonderdeel wordt door klager slechts onderbouwd met de stelling dat per e-mail hardnekkig en ongewenst wordt aangedrongen om de petitie te tekenen. Klager heeft op 24 augustus 2023 een bericht gekregen met informatie over de petitie voor het behouden van gratis WOZ-hulp. Vervolgens heeft klager in de weken daarna twee herinneringen ontvangen. Uit de tekst en context van de e-mails volgt geen beperking van de keuzevrijheid of vrijheid van handelen, of intimidatie of dwang. Klager is te allen tijde vrij geweest de petitie te tekenen en het wel of niet tekenen is zonder gevolgen voor de ondertekenaar. Niets in de e-mails geeft aanleiding te veronderstellen dat het doen of nalaten van enige actie rondom de petitie gevolgen zou kunnen hebben voor klager. Het sturen van een bericht met daarna twee positief geformuleerde, dus niet dwingende, herinneringen is een acceptabele manier om een zaak onder de aandacht te brengen. Ten overvloede wordt opgemerkt dat klager bij elke e-mail de gelegenheid had om zich voor verdere mails af te melden.
Tot slot stelt klager dat er sprake is van spam, maar er is geen sprake van bovenmatig c.q. het veelvuldig toezenden van e-mails.
Het oordeel van de voorzitter
1. In deze zaak gaat het om de volgende drie klachtonderdelen: het ontbreken van het recht van verzet zoals genoemd in artikel 1.3a van de Code e-mail, het geven van onjuiste informatie in de e-mails over de petitie van adverteerder over de vergoeding bij een WOZ-bezwaar en of er sprake is van agressieve reclame door hardnekkig en ongewenst aandringen per e-mail. Als eerste wordt ingegaan op het aanbieden van het recht van verzet bij het invullen van het e-mailadres op de website.
Het recht van verzet
2. Reclame via e-mail is toegestaan als hier door middel van een actieve handeling toestemming voor is verleend of als het e-mailadres is verkregen in het kader van verkoop of schenking en wordt gebruikt voor het aanbieden van eigen of gelijksoortige producten of diensten, waarbij er geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid zich af te melden (het recht van verzet). Dit volgt uit artikel 1.3a van de Code e-mail. In dit geval is het recht van verzet zoals genoemd in artikel 1.3a van de Code e-mail niet geboden en stond in de bestreden uiting ter aanprijzing van de dienst van adverteerder juist dat er geen ongevraagde e-mail, los van het gevraagde WOZ-advies, zou worden gestuurd. Het eerste klachtonderdeel is gegrond nu adverteerder in strijd met het voorgaande reclame via e-mail aan klager heeft verzonden. De voorzitter heeft kennis genomen van de stelling van adverteerder dat het ging om een fout en zal daarom een aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze e-mail te verspreiden doen voor zover nog nodig.
3. Nu al is vastgesteld dat er sprake is van het zonder toestemming toesturen van e-mail, behoeft de stelling van klager dat er sprake is van ‘spam’ geen aparte bespreking meer.
4. Hieronder wordt ingegaan op de onjuiste informatie in de bestreden e-mails en tot slot wordt ingegaan op het klachtonderdeel dat er per e-mail hardnekkig en agressief aangedrongen om de petitie van adverteerder te ondertekenen.
Onjuiste informatie in de bestreden e-mails
5. Over het klachtonderdeel dat in de drie e-mails van adverteerder over de petitie onjuiste informatie staat, wordt als volgt geoordeeld. Klager verwijst in dit verband naar de website van Rijksoverheid, waarin staat uitgelegd wat de veranderingen zijn bij WOZ-rechtshulp per januari 2024 en waarom deze wijzigingen worden doorgevoerd. Uit de website van de Rijksoverheid – waarnaar klager in zijn klacht verwijst- volgt dat per januari 2024 de vergoeding voor professionele rechtshulp bij WOZ-procedures voortaan lager is en deze vergoeding direct aan consumenten wordt uitbetaald. Hierbij is aangegeven dat het doel van de wetswijziging is dat het minder aantrekkelijk moet zijn voor bezwaarbureaus die burgers en bedrijven helpen (op basis van no cure, no pay) om zoveel mogelijk procedures te starten en deze procedures zo lang mogelijk te laten duren en er zo meer tijd is voor de behandeling van andere bezwaar- en beroepszaken. Er staat niet, in tegenstelling tot in de bestreden e-mails van adverteerder, dat het doel is dat er zo min mogelijk mensen bezwaar maken tegen WOZ-besluiten. De Rijksoverheid wil met de veranderingen bewerkstellingen dat er minder bezwaar wordt gemaakt door WOZ-bezwaarbureaus. Dit is wezenlijk iets anders dan in de bestreden e-mails van adverteerder staat en in zoverre is de tekst in de bestreden e-mails onjuist en schaadt dit het vertrouwen in reclame in de zin van artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Als een denkbeeld wordt geuit met het doel via de burger overheidsbeleid en wetgeving te beïnvloeden, dient de burger erop te kunnen vertrouwen dat een adequaat en feitelijk juist beeld wordt gegeven van de veranderingen en de redenen hiervoor. Dit klachtonderdeel wordt toegewezen en aanbevolen wordt niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
6. Tot slot wordt hieronder ingegaan op het klachtonderdeel dat er sprake is van hardnekkig en agressief aandringen per e-mail om de petitie van adverteerder te ondertekenen.
7. Tussen partijen staat vast dat klager in acht maanden tijd vijf e-mails heeft ontvangen van adverteerder, waarvan drie e-mails binnen een tijdsbestek van twee weken die zien op het tekenen van de petitie van adverteerder. Het klachtonderdeel wordt zo opgevat dat er sprake is van agressieve reclame door het hardnekkig en agressief aandringen per e-mail, zoals genoemd in bijlage 2 bij de Nederlandse Reclame Code en artikel 14.2 van de Nederlandse Reclame Code. In bijlage 2 staat dat onder alle omstandigheden het hardnekkig en agressief aandringen per e-mail wordt aangemerkt geldt als agressieve reclame. Kijkend naar de drie e-mails die zien op het tekenen van de petitie en die zijn verstuurd binnen een tijdsbestek van twee weken, is de voorzitter van oordeel dat er door de frequentie en de inhoud, sprake is van hardnekkig en ongewenst aandringen per e-mail, zoals genoemd in bijlage 2 bij de NRC. Dit klachtonderdeel is gegrond en adverteerder wordt aanbevolen niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van wat onder 2. is overwogen acht de voorzitter de bestreden reclame-uiting op de website van adverteerder door het ontbreken van het recht van verzet in strijd met artikel 1.3a van de Code e-mail. De voorzitter beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Op grond van wat onder 5. is overwogen is het vertrouwen in reclame geschaad in de zin van artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Op grond van wat onder 7. is overwogen is sprake van agressieve reclame in de zin van bijlage 2 bij de NRC in samenhang met artikel 14.2 van de Nederlandse Reclame Code. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.