De bestreden reclame-uiting
Het betreft de website van adverteerder (www.specsavers.nl) voor zover het gaat om de actie “2e bril gratis bij monturen vanaf €59”. In verband met deze actie wordt meegedeeld: “Kies twee brillen uit onze collectie vanaf €59, en betaal er slechts één.Inclusief merkmonturen Ook met varifocale glazen.”
De klacht
Klager stelt dat in de reclame-uiting staat dat hij voor de prijs van minimaal € 59,– de tweede bril gratis krijgt, ook als het gaat om varifocale glazen. In de winkel bleek echter dat klager voor varifocale glazen € 69,– moest bijbetalen. Volgens klager is de aanbieding daarom niet zoals ze op de website van adverteerder staat.
De reactie van adverteerder
Adverteerder omschrijft de actie die een variant is op de actie “tweede bril gratis” die adverteerder al vijftien jaar doorlopend aanbiedt. Blijkbaar heeft klager door de uiting gemeend dat als hij een montuur van € 59,– met enkelvoudige glazen zou kopen, hij een tweede bril gratis zou krijgen met varifocale glazen. Die interpretatie heeft kennelijk kunnen ontstaan door de zin: “Ook met varifocale glazen”. Hiermee werd echter alleen bedoeld dat als men de eerste bril met varifocale glazen koopt, de aanbieding “tweede bril gratis” ook geldt. Blijkbaar is de uiting niet geheel duidelijk geweest voor klager. Adverteerder heeft daarom besloten de uiting met bedoelde zin niet meer te gebruiken. Adverteerder refereert zich aan het oordeel van de Commissie met betrekking tot de vraag of de uiting misleidend was.
Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter begrijpt dat klager op grond van de reclame-uiting meende dat hij, bij gebruikmaking van de actie, zonder bijbetaling de tweede bril met varifocale glazen zou ontvangen, ook indien de eerste bril geen varifocale glazen had. De voorzitter oordeelt dat de gewraakte reclame-uiting ruimte laat voor deze interpretatie. Er worden geen voorwaarden genoemd die duidelijk maken dat de actie slechts geldt voor hetzelfde type glazen, zodat men uitsluitend de tweede bril met varifocale glazen ontvangt indien de eerste bril ook van dergelijke glazen is voorzien. Aldus is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
2) De voorzitter is van oordeel dat adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet meer op de onderhavige wijze reclame zal maken. De uiting is inmiddels ook aangepast. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.